18 april 2024

Overal heb je dezelfde massaverdeling van sterren: voor elke zware ster tien zonachtige sterren en dertig dwergsterren

Credit: STARFORGE.

De zon is een gele dwergster van spectraalklasse G2V, 1,393 miljoen km in diameter en 1,989×1030 kg in massa. Dat er kleinere en grotere sterren dan de zon zijn is al lang bekend, alleen is de vraag wat precies de massa van sterren bepaalt. Sterren ontstaan meestal in groepen als grote koude intermoleculaire wolken van gas en stof beginnen te krimpen onder invloed van de zwaartekracht en er opeenhopingen van massa ontstaan, waar de temperatuur op een gegeven moment heet genoeg wordt om kernfusie van waterstof te krijgen. Maar wat bepaalt dat dan de ene ster 0,1 keer de zonsmassa krijgt, de ander 1 keer de zonsmassa en weer een ander tien keer de zonsmassa? Om daar antwoord op te krijgen startte vorig jaar een groep sterrenkundigen van Northwestern University het STARFORGE project, bedoeld om realistische driedimensionale simulaties te krijgen van het proces van stervorming. En wat blijkt: de stervorming is een compleet zelfregulerend proces, de sterren bepalen zelf hun massa, niet de omgeving waarin ze zich bevinden, niet de massa of dichtheid van de wolk waarin ze ontstaan. De simulaties laten zien dat in een poging om de zwaartekracht tegen te gaan de zich vormde sterren ‘stellar feedback’ geven, zeg maar tegengas in de vorm van stralingsdruk en het uitspuwen van massa via straalstromen (‘jets’) en krachtige sterrenwinden. Het is deze stellaire feedback die er voor zorgt dat in de Melkweg de massa’s van de sterren altijd dezelfde massaverdeling krijgen, eentje die er zo uit ziet: voor elke zware ster heb je tien zonachtige sterren en dertig dwergsterren (waarbij aangetekend dat verre stelsels juist een andere massaverdeling lijken te hebben).

Hier is het vakartikel over het onderzoek aan de massaverdeling van sterren, verschenen in de Monthly Notices of the Royal Astronomical Society. Bron: Northwestern University.

Share

Comments

  1. …. “niet de massa of dichtheid van de wolk waarin ze ontstaan” dat zou betekenen dat ze letterlijk ook uit het niets kunnen ontstaan. Het stervormingsproces komt m.i. pas op gang als er voldoende materiaal gecondenseerd is. Ik ga het morgen eens lezen wat ze werkelijk beweren.

  2. Ff de programmeur opgezocht http://www.david-guszejnov.com/ Hij ontwerpt dus zelf een simulatiemodel waarin hij zelf kan bepalen wat er uit komt. Op zich visueel knap, maar voldoet het ook aan de werkelijkheid? Helaas ligt het artikel onder een paywall en kan je niet zien wat hij er van gebakken heeft, maar het klinkt niet erg overtuigend.

Laat een antwoord achter aan Nico Reactie annuleren

*