19 april 2024

Mysterie van ontbrekende koolmonoxide in protoplanetaire schijven lijkt opgelost

Inzet: impressie van koolmonoxide in een ijsformatie. Credit: M.Weiss/Center for Astrophysics | Harvard & Smithsonian.

In protoplanetaire stofschijven, de kraamkamers van planeten in de buurt van jonge sterren, wordt al jaren koolmonoxide gedetecteerd. Probleem is alleen dat de waargenomen hoeveelheid minder is dan wat de modellen voorspellen, het komt 3 tot 100 keer minder voor dan hoeveel er zou moeten zijn. Onderzoek door een team van sterrenkundigen onder leiding van Diana Powell (Center for Astrophysics, Harvard & Smithsonian) lijkt nu te hebben geleid tot een verklaring. Met de ALMA detector in Chili keken ze naar enkele protoplanetaire stofschijven en daar komt uit naar voren dat het koolmonoxide zich verborgen houdt in klompen ijs in de schijven. Bij één van de astrofysische modellen die ze hanteren wijzigde Powell iets met de parameters en voerde ze ook ijskernen in, die kunnen ontstaan rondom kleine stofdeeltjes. Het bleek dat die kernen ook koolmonoxide kunnen vasthouden, waardoor het lijkt of de hoeveelheid koolmonoxide in de schijf gering is. Wat de onderzoekers daarna deden was kijken of het nieuwe model wel overeen kwam met de waarnemingen. Dat deden ze door met ALMA te kijken naar protoplanetaire stofschijven bij vier jonge sterren – TW Hya, HD 163296, DM Tau en IM Lup – en dan te kijken of de hoeveelheid koolmonoxide matchte en dat bleek het geval te zijn. Hier het vakartikel over de koolmonoxide in de protoplanetaire stofschijven, verschenen in Nature Astronomy. Bron: Phys.org.

Share

Speak Your Mind

*