29 maart 2024

Nederlands-Amerikaanse sterrenkundige Maarten Schmidt (1929-2022) overleden

Maarten Schmidt in 1978. Credit: California Institute of Technology

De Nederlands-Amerikaanse sterrenkundige Maarten Schmidt, die het grootste deel van zijn leven in de Verenigde Staten woonde en werkte, is afgelopen zaterdag op 92 jarige leeftijd overleden. In 1963 was hij de eerste die ontdekte dat de quasi-stellaire objecten (QSO’s), beter bekend als quasars, op kosmologische afstanden staan, dat wil zeggen dat ze zeer ver van de aarde verwijderd zijn en dat ze voorkwamen in het jonge heelal. Schmidt werd in Groningen geboren en promoveerde in 1956 bij Jan Hendrik Oort in Leiden op een proefschrift over de massaverdeling in het melkwegstelsel. In 1959 ging hij werken bij het California Institute of Technology. Hij hield zich aanvankelijk bezig met de massaverdeling en de dynamiek van sterrenstelsels en publiceerde in 1965 een beroemd artikel over de rotatiekromme van de melkweg.

Vervolgens ging hij zich bezighouden met het bestuderen van lichtspectra van radiobronnen. In 1963 was hij de eerste die de afstand van een quasar mat door met behulp van de waterstof-emissielijnen in het spectrum de roodverschuiving te bepalen van de quasar 3C 273, die eerder gedetecteerd was met de Cambridge Interferometer en de Parkes radiotelescoop. Quasars zijn sterachtige objecten – verre sterrenstelsels – met een spectrum waarin de spectraallijnen sterk rood verschoven zijn. Nu weten we dat de stelsels in hun centrum een zeer actief superzwaar zwart gat hebben dat het gehele omringende sterrenstelsel overstraald. Later hield hij zich bezig met röntgen- en gammaonderzoek van het heelal. In 2008 won hij de Kavli Prize for Astrophysics, samen met Donald Lynden-Bell. Bron: Wikipedia.

Share

Speak Your Mind

*