28 maart 2024

Er staat een paard…

B33 en IC 434 in het sterrenbeeld Orion

……in de gang??? Tja, het is alweer een tijdje geleden caranaval geweest en hoe aanstekelijk deze klassieke caranavals-krakert van ene zekere A. van Duin ook moge wezen,  er staat bij mij in de gang toch echt geen paard te grazen, hoor…..Neen, dit “paard”, deze kosmische knol staat alweer een weekje of veel op stal in de “Chip-manege” van mijn Canon 1000D vol vuur te wachten om de digitale media-wei in te mogen galoperen.

Deze opname is trouwens alweer mijn derde poging om deze wilde kosmische bronco eindelijk een beetje getemd te krijgen want Barnard 33/IC 434 ofwel de iconische  Paardekopnevel is een verrekt moeilijk object om netjes op de lichtgevoelige plaat te krijgen…….en als we het gaan hebben over het op de lichtgevoelige menselijke plaat, het oog,  krijgen van dit illustere object, dan is dat nog een stevig tandje extra moeilijker!

Het grote probleem met de Paardekopnevel, te vinden dichtbij/linksonder van de meest linkse gordelster van HET wintersterrenbeeld Orion, is dat ie zo ongeveer de koningin der astroglossy opnames is. Werkelijk overal en nergens kom je meest glorieuze afbeeldingen van dit obscure nevelcomplex tegen en daardoor is dit object een zeer gewild object om visueel zowel als fotografisch te worden waargenomen.

Maarre…lieve dames, beste heren……de beroemde paardekopnevel……(B33….donkere neveltje nummero 33 op het lijstje van donkere objecten samengesteld door Edward Barnard)……is echt…..krachterm…piep…krachtterm….een heel moeilijk object om visueel te pakken te krijgen….want het rotbeest lijkt op al die prachtige glossy opnames heel groot en heel helder,  maar is in werkelijkheid piepklein en ook nog eens piepzwak. Een hele dikke (40cm plus) telescoop, een on-hollands knaldonkere sterrenhemel en als extra’tje ook liever nog een speciale zogenaamde “Paardekopnevel-nevelfilter” zijn echt nodig een vage glimps op te vangen van dit illustere object.

Vanuit mijn echt niet verkeerde Biesbos heb ik met mijn 40cm “Doris de dikke dansende Dobson” elk geval nog nooit iets van dit object mogen aanschouwen en reken maar dat ik menig poging ondernomen heb. Ze staat nog steeds hoog onaangevinkt op mijn visuele “astro-bucketlist”!!

OK…..visueel is het dus zeker “handig” om hooggespannen verwachtingen resoluut overboord te gooien. Fotografisch echter zijn je kansen om “het beest” leuk binnen te lasso-en vele malen groter. Natuurlijk is het nog steeds geen “rits, rats..klik..object” maar een geval dat vraagt/smeekt om lange belichtingstijden. Zij die in het bezit zijn van een eigen vaste sterrenwacht en die  met een echte gekoelde astrocamera middels de narrow band methode  urenlang belichte opnames kunnen maken zijn wat dit betreft zeker in het voordeel…….maar dit gezegd hebbende…..ook zij die noodgedwongen hun astrofoto-kunstje moeten doen in het vrije veld…..met slechts een 20cm Newton, een nederige instap digitale spiegelreflex camera en belichtingstijden uitgedrukt in een paar minuten en niet in vele uren….zijn ook bepaaldelijk niet kansloos.

Nevenstaande opname heb ik alweer een tijdje geleden gemaakt op dezelfde avond waarop ik ook komeet C2022 E3 (ZTF) heb verschalkt.  Hoewel ik in principe altijd maar één object per astrofotosessie op de korrel neem was het die bewuste avond echt  zo helder (en koud…aarrrgghhh!!) en ik was zo plezant probleemloos in de “flow” en Orion stond ook nog eens nog zo mooi hoog aan de zuid westelijke hemel, dat ik deze gelegenheid gewoonweg niet kon laten schieten.

Omdat ik die komeet al met behulp van een zoekkaartje had getraceerd en de EQ6 montering dus ook niet in GoTo-modus stond,  maar vooral omdat ik gewoon effe geen zin had om dat “circus” weer helemaal op te starten, heb ik de Paardekopnevel even heel fijn ouderwetsch opgezocht met behulp van mijn 7×50 zoeker en mijn ster-atlas. Wat dat betreft prijs ik mijzelve gelukkig dat ik een ouwe ervaren “astro-zak” ben uit een tijdperk waar hemelobjecten vinden middels zoeker en sterrenkaart nog de ENIGE fuzzy blob-vind-methode was.

Toegegeven, ik heb heel lang (te lang??) GoTo vervloekt en afgedaan als “slappe hap voor borrelnoot-astronomen” maar omdat ik een dagje ouder en derhalve ook een dagje milder en wijzer,  ben ik daar nu toch wel helemaal van teruggekomen. Hoogstens zou ik den beginnende hemelbestormer kunnen/willen aanraden om ook in het GoTo-tijdperk die “old school zoeker en sterrenkaart star hop methode” nog een beetje onder de knie te krijgen. Erg handig als je GoTo het even laat afweten, het geeft meer “gevoel” met de hemel….EN….als je er bedreven in bent geraakt kan het zelfs vaak genoeg een snellere manier zijn om een object te pakken te krijgen!!!

Zogezegd had ik die bewuste avond dus effe helemaal geen “goesting” in het GoTo-circus en dat is natuurlijk best wel heel erg tegenstrijdig met wat ik eerder heb geschreven over de visuele zichtbaarheid van de paardekopnevel, die ronduit compleet en totaal waardeloos is….EDOCH….de PLEK aan de hemel waar de Paardekopnevel staat, die is eigenlijk best wel heel makkelijk te vinden,  zo dicht bij die heldere meest linkse gordelster van Orion plus een heel makkelijk in de zoeker herkenbaar patroon aan heel redelijk heldere omgevingssterren. Ofwel….ik had binnen vijf minuten de telescoop op de Paardekopnevel(omgeving) gericht en een “proefsubje” van 5 minuten liet zien dat het “hinnikende beest” mooi duidelijk in het midden van het beeldveld stond…..yihaaaaa!!!

Nou ja… “mooi duidelijk” is natuurlijk complete zottemans raaskal-prietpraat….want dat vijf minuten “proefsubje” liet namelijk (bijna) totaal helemaal NIETS zien van de Paardekopnevel…..een compleet overstraald wit plaatje met ergens in het midden, volkomen contrastloos, iets heel heel heel heel heel lichtrossigs met iets van een vage paardekop-vorm.

Ofwel zoals we dat in  technisch hoogstaand astrofografisch jargon omschrijven ….een echt 100% kl…t…nopname….aarrrggghhhh…not happy!!!

Op zo’n moment echter moet je juist vooral niet van je stuk geraken en vooral toch het volste vertrouwen hebben in de kracht van beeldbewerkings-sofware om deze illustere vage “kosmische rotknol” middels de beeldbewerkingstechniek van het zogenaamde “stretchen” (het grotesk oprekken van het contrast) uiteindelijk toch uit dat, compleet met het “onkruid der lichtvervuiling” dichtgegroeide, hemel-weiland  gelokt te krijgen!!!. In dit vreselijke ogenschijnlijk volkomen waardeloze plaatje zit naast ergens het kostbare signaal van die Paardekopnevel diep verstopt in die zee van ruis, lichtvervuiling en andere “narigheid”!!!

Één van de tien ruwe (RAW) subjes van vijf minuten belichtingstijd

Afijn……..aangezien de “flow” dus zowaar hypergunstig was deze bewuste avond, ben ik helemaal uit mijn dak gegaan en i.p.v. mijn standaard 6 x5 minuten heb ik  deze keer maar eens in een royale bui maar liefst 10 subjes van 5 minuten er tegenaan gemept.  Iets wat sinds de aanschaf van die heerlijke (lacerta Mgen) autoguider zelfs bij temperaturen van dik onder nul niet meer zo ontiegelijk afzien is.  Inplaats van “gezellig” dood te vriezen aan een kruisdraad-oculair hoef ik nu alleen maar, al ijsberend en zo mijn ouwe kadaver enigszins op temperatuur houdende, zo nu en dan het Mgen controle schermpje te checken of de uitgekozen volgster nog wel netje op z’n plekkie staat….oh rijkdom der rijkdommen!!

Na al dit praktische veldwerk gauw naar huis gewaggeld……een nachie stevig doormaffen en daarna den volgende dag ,lekker warm gezeten achter de laptop, “effe rap”die tien vaagwitte subjes digitaal  verwerken tot mijn hoogst eigen glossywaardige astro-glamourkiekje!?!!……Yeah right…niet dus………want het proces van die tien digitale RAW format opnames samen te brengen en vervolgens digitaal te “ontwikkelen” met beeldbewerkingssoftware naar eigen keuze, welnu….dat is namelijk echt absoluut GEEN gevalletje van “effe lekker rap”.

OK….het veldwerk is, zeker als het zo koud is, ook niet echt gemakkelijk…..maarre……het schieten van die subjes kost  meestal gemiddeld hoogstens niet meer dan een uurtje of drie….vier…en ook al is het veldwerk dus fysiek vaak behoorlijk pittig te noemen en zeker nu ik leeftijd van 60 lentes (kouwe nare winters???) alweer royaal gepasseerd ben…….DAN NOG…….vind ik het digitale af/be-werkingsproces nog steeds vele malen moeilijker, vermoeiender en tijdrovender dan het voornoemde veldwerk.

Ik zou mijzelve absoluut geen digibeet willen noemen daar ik (samen met Arie) ben opgegroeid in het tijdperk der programmeerbare rekenmachientjes. Voor dagelijks gebruik heb ik een (ook al niet meer zo piepjonge) programmeerbare HP32 S (LCD scherm) en ik heb mijn oude HP 34 C (met van die mooie rode LEDjes!!) ook nog steeds ergens rondslingeren  waarvan ik droom om die ooit nog eens volledig gerestaureerd te krijgen……omdat ik em nog steeds zo mooi vind. Oh ja…..en ik vind dat maffe RPN invoersysteem nog steeds erg prettig. Nu dus niet meer…maar vroegah heb ook ik, net zoals mijn oudcollega dordtse JWG astrokluppertjes, heel fijn “nerdy” zelf mijn eigen sterrenkundige programma’tjes geschreven in “rekenmachientjes-taal”…..maarre….dit is hedentendage ….snik…..helaas…….echter totaal geen garantie voor het gemakkelijk tot mij kunnen nemen van moderne beeldbewerkingssoftware.

Om uiteindelijk tot dit plaatje te komen heb ik echt meerdere dagen achter de lap top zitten zwoegen en zweten voordat ik mezelf echt moest DWINGEN om er dan toch eindelijk maar eens tevreden mee te zijn.

De meeste astrofotografen gebruiken meestal meerdere sofware-paketten voor het nabewerken van hun ruwe opnames die wat moeilijkheidsgraad en mogenlijkheden (en aanschafprijf!!) enorm uit elkaar kunnen liggen.  Omdat mijn levensmoto dichterbij “Een(d)voud is kenmerk van het ware” ligt kies ik er nog steeds voor om van die prachtige peperdure edoch neuronen-kokende hypergespecialiseerde astronomische beeldbewerkingssoftware voorlopig nog maar effe links te laten liggen….moet tenslotte iets aan een uitdaging overhouden voor tegen de verveling later in het bejaardentehuis….maar zelf dan nog is het woord “pittig” zeker op z’n plaats.

Wat ik, net zoals velen van mijn astrofoto-collega’s trouwens, altijd het moeilijkst vind dat is weten wanneer te stoppen met het “pixel-manipuleren”……Wanneer ga je te ver met het almaar “digitaal sleuren en peuren” aan je ruwe plaatje zodat het iets onechts gaat krijgen??? Het probleem, naar mijn (on)bescheiden mening,  is hier vooral toch dat, of je dat nu wilt of niet, het flitsend mooi glamour-glossy plaatje van de zeer geachte collega/concurrent astrofotograaf toch altijd stiekum door je onderbewuste harses lijkt te moeten blijven spoken.

Op de cover van de sterrengids van dit jaar bijvoorbeeld staat dus een gestoord kek kiekje van….oh jee….de Paardekopnevel, maar ja…..die is (waarschijnlijk) genomen op een “iets andere” wijze (tig uur belichten!!), met iets ander astrospeelgoed (hyper astrograaf op hyper montering….i.p.v. simpele 20cm Newton op oude rammelende zwarte EQ6)……… onder iets andere omgevingsomstandigheden (speelgoed gehuisvest in fijne luxe sterrenwacht en de (wo)man achter knoppen achter de laptop in een warme (wo)mancave….i.p.v. blauwbekkend in het koude vrije veld……….. en waarschijnlijk ook met veel meer digitale kennis van zaken dan uw nedrig astroscribent nabewerkt met gespecialiseerde “state of the art steep learning curve” astronomische beeldbewerkings sofware….i.p.v. middels een beetje in den blinde aanmodderen met Deep sky stacker en photoshop 6.0!!

Al dit klinkt alsof ik daar dus een tikkie…zeg maar dreun….triest en jaloers over ben….maar dat ben ik niet, hoor……alleen ik ben me wel van bewust van het feit dat bij ieder setje astrospeelgoed, werkwijze en kennis van zaken, een specifieke EIGEN sterrenhemel hoort EN daar ben ik (gelukkig/voorlopig) in essentie nog steeds meer dan happy genoeg mee!!!  Binnen dit kader van mijn huidige astrospeelgoed, werkwijze en kennis van zaken probeer ook ik, net zoals mijn anders ge-equipeerde astrofotografie collega’s,  altijd wel het maximale resultaat eruit te wringen.

Wat het praktische veldwerk betreft heb ik nu wel het idee dat ik aan mijn max zit….dat ik dat hele opname-proces nu wel redelijk in de vingers heb….maarre wat het digitale  nabewerkingsgebeuren betreft, daar heb ik wel nog heel veel te leren…..en dat is prima….want leren is leven!!

Die 10 canon(1000D gemodificeerd) raw files van ieder 5 minuten belichten op iso 800 stack ik eerst in Deep sky stacker samen met een stuk of 20 dark frames en een stuk of 10 flat fields tot één kleurloze egaal witte “stapel-opname”.

Voor de volledigheid….dark frames moet je mee-stacken om o.a. “nep sterren” in de vorm van niet correct op de inkomende fotonen reagerende pixels te elimineren.  Deze maak je door een flink aantal opnames met dezelfde belichtingstijd als je subjes (je zogenaamde light frames)  te schieten met de lensdop erop (met de opnamechip dus volledig van het sterrenlicht afgeschermd) bij DEZELFDE temperatuur als waarbij de light frames (die 10 subjes van 5 minuten) zijn gemaakt.

Dit hoeft NIET direct bij/na het lightframe subjes schieten te gebeuren. Je kunt die dark frames ook gewoon eerder of later maken door met je afgesloten camera-body op een bewolkte net zo koude nacht als je “light frame subjes schiet nacht” buiten te gaan zitten en plaatjes te schieten.   Het enige “probleem” hiermee is hoogstens dat, als iemand je dit ziet doen, deze persoon je waarschijnlijk meteen zal willen laten opsluiten door de “psycho-witjassen”….Zit me daar toch een leipo bloedserieus te fotograferen zonder lens op z’n camera!!!”

Flatfields maak je om o.a. een egale  hemelachtergrond te krijgen en om grote en kleine vlekken te voorkomen. Er zijn meerdere manieren om een flat field opname te maken….Ik gebruik een wit stuk perspex die ik op de lichtingang van mijn rechtopstaande telescoopbuis plaats en deze combi zet ik dan vervolgens onder een, aan het plafond hangende, dubbele TL buizenbak en daarna schiet ik een stuk of 10 flatfield opnames op dezelfde ISO waarde als de light frames en dan zodanig lang belicht dat ik een histogram krijg met de piek ergens halverwege de linkerzijde en het midden van het camerahistogram…..bij deze combi meestal een belichtingstijd per opname van iets van 0.5 seconde.

LET WEL…..de camera MOET na het lightframe-subjes nemen in het open veld op de telescoop gemonteerd blijven zitten en mag pas verwijderd worden NADAT de flat fields zijn geschoten. Dit betekent in mijn geval dat ik na thuiskomst dus niet meteen mijn warme nest in mag duiken,  maar pas NA het nemen van die flatfields….enne….dat komt eigenlijk hele prima uit want dan kan ik tijdens de wintermaanden eerst mijn heerlijke elektrische deken……(bedankt sleutelmaatje Ben voor het mij “opdringen” van dit cadeautje”)…… van mijn voorheen altijd zo vreselijk naar ijskouwe bed laten opwarmen!! Afijn tot zover dit tussendoortje en nu weer terug naar de hoofdaktiviteit!

Tja….en dus komt, na het redelijk te behappen recht toe recht aan “veldwerk”, dan toch die gevreesde edoch onvermijdelijke “digitale eindsprint”,  met die al vele lastige digitale keuzemomenten in de vorm van het kiezen van de te gebruiken software en daarna, zo mogelijk nog moeilijker, het kiezen uit welke van de vele beeldbewerkingssofware-functie’s  je denkt te moeten loslaten op jouw verse DSS TIFF file-stackje.   In het engels hebben ze een hele mooie duidelijke kreet voor het proces van het leren kundig  om te gaan met al die vele beeldbewerkingssoftware-functie’s …….dat noemen ze “a steep learning curve”!!!!!

De methode die ik nu gebruik en hier dus nu even een beetje vlot beschrijf is dan ook absoluut NIET “zaligmakend” en een heleboel van mijn keuzehandelingen zijn eigenlijk best wel gebaseerd op het motto van “God zegen de greep en geen idee wat en waarom ik dit doe”,  maar als het plaatje op mijn beeldscherm mij op dat moment bevalt, dan moet het voorlopig maar effe goed zijn, als U begrijpt wat ik bedoel!?!

Maar goed….aan het werk….enne….ik ben nog steeds een grote fan van het redelijk eenvoudige freewareprogramma Deep Sky Stacker (DSS) en na het altijd prima stackwerk zou ik kunnen beslissen om het resulterende vaal witte “DSS stack-tiffje” (zie foto) in een ander veel meer geavanceerdere (betaal)beeldbewerkingsprogramma verder te bewerken tot een definitieve opname….maar hoewel ik mij zeer bewust ben van de bescheiden beeldbewerkingsmogelijkheden van Deep Sky Stacker vind ik juist die beperkte mogelijkheden zo prettig vanwege het adagium van “Keep it simple stupid”…..en dus…….doe ik al het basis-stretch en kleurwerk toch nog steeds tot volle tevredenheid met DSS. Het oorspronkelijke ruwe vaalwitte Tiffje heeft na het bewerken in DSS een mooie egale zwarte/donkere hemelachtergrond c.q. Paardekopnevel tegen een al redelijk op “waterstofrode” kleur zijnde achtergrond van IC 434.

Voor het verdere “detail-tweaken” en het panklaar maken voor Astroblogs en voor maken van het uiteindelijke verplichte “HEMA-afdrukje” gebruik ik “op gevoel” de programma’s…..Canon Digital Photo Professional…..(hele fijne software meegeleverd met de Canon 1000D), …..GIMP…(een moderne zeer veelzijdige freeware Photoshop-kloon),…..Neat Image…(software waarmee je een eventueel teveel aan kleurruis kunt aanpakken en toch ook nog steeds een heel simpel-makkelijke stokoude 6.0 versie van Photoshop zelf.

Zoals eerder gesteld is dus  het op tijd stoppen met beeldbewerken en dat vooral NIET zien als je verlies nemen is de moeilijkste handeling in dit hele traject van het opvangen ruwe hemelfotonen naar het tevreden aanschouwen van zelfgeschoten kek hemelkiekje!!

Ben ik tevreden met bovenstaand hemelkiekje uit eigen keuken??? Oh jee…..een volmondig en overtuigd “JA”..!! Is deze derde poging alweer dan mijn laatste poging om dit hemelpaard te vangen??? Oh jeee….een volmondig en overtuigd “NEE”……(een) volgende winter ga ik met vers opgedane nieuwe kennis en inzichten gewoon weer fijn nog een poging wagen om deze hemelhengst te temmen….yihaaaaa!!!

 

 

 

 

Share
Over Jan Brandt

Comments

  1. Chapeau Jan ! Prachtige opname !
    Minstens net zo mooi is jouw beeldende : ” deze kosmische knol staat alweer een weekje of veel op stal in de “Chip-manege” van mijn Canon 1000D vol vuur te wachten om de digitale media-wei in te mogen galopperen ”
    Ik hoor het je zeggen 🙂 Je moet genomineerd worden voor de astroblog-literatuurprijs !
    Met groet , Ron

    • Jan Brandt zegt

      Ha die Ron….hihi….ik moet mij beheersen om er toch niet stiekumpjes “Hoi Ronny” van te maken, hoor…MAAR JA….ook wij zijn van jonge snotneuzen tot volwassen heren van een zekere leeftijd verworden…Iets waar trouwens niets mis mee is!!!
      Ik zal Hopman Arie daareens op aanspreken….de Astroblogs-literatuurprijs….die lust ik namelijk wel…yihaaaa!!!
      “Taal is Zuurstof” is voor mij in elk geval een heel favo wijsheden-tegeltje!!
      Maaarre…..mijn welgemeende dank voor het “nomineren”….enne….het ga je goed.
      Merci et salut, Jean le Feu

  2. Dat moet natuurlijk paarden hoofd nevel zijn Jan of de Barnard 33 foei!. Schrijf de NASA nog eens aan!
    zie:: https://www.rtlnieuws.nl/nieuws/artikel/5176039/nasa-heelal-ruimte-term-eskimo-planeet-belediging-beladen-racisme Tijden veranderen…. vraag het maar aan Oom Tom die dankzij de google censuur nu dakloos is.

  3. Mooi plaatje hoor ! Knap staaltje werk…

  4. Jan Brandt zegt

    Zucht….ouwe spelling….nieuwe spelling….EIGEN spelling?????….maarre….dan maken we er toch alsnog Paardenkop-nevel van…..of…moet het dan eigenlijk zelfs niet “PaardenHOOFD-nevel” zijn, daar Paarden benen schijnen te hebben i.p.v. poten??? Hmmmm….”denkstof” voor een taalkunde danwel biologie-blog???
    Nou ja….hoe dan ook, dank aan u allen voor de leuke en vriendelijke reactie’s!!

    • “Zucht….ouwe spelling….nieuwe spelling….EIGEN spelling?????”

      Het is maar spelling, dus -kop- dan wel -hoofd- is een andere kwestie, waar ik mij niet over uitspreek. Officieel (d.i. vlg. GB) is het Paardenkopnevel en is er ook geen streepje nodig (maar het mag wel). Maar je bent hier niet verplicht officieel te spellen (alleen in de ambtenarij en het onderwijs ‘moet’ dat), kortom, keus genoeg. En wat NASA ervan vindt, is niet van tel, want die zeggen Horsehead Nebula, met spatie, zoals dat in het Engels gebeurt. Mooie foto trouwens!

    • Als kind/puber in de jaren 70-80 hoorde ik dat het vastleggen van de Paardenkopnevel een bijzonder moeilijk klusje was. Dat was wel voor de opkomst van digitale fotografie, maar als ik zo lees gaat er nog steeds heel veel werk in zitten. Echt knap gedaan.

      (Om alle twijfel over de naam weg te nemen, stel ik Rosbakkeswaas voor.)

  5. Angele van Oosterom zegt

    Indrukwekkende plaat jan, van deze kosmische Rodeo zeg maar. En een prijs, mee eens! en de beste JBr-blogs bundelen in een boek, een pil zeg maar, ’ter lering ende vermaeck’,

    En misschien het paard zelfs eens vragen wat hij/zij ervan denkt,..

    https://www.knhs.nl/welzijn/verzorging-medisch/stalling-en-weidegang/paardentaal/

    • Jan Brandt zegt

      Hoi Angele,
      Weet je dat je toevallig een heel gevoelig ziele-snaartje zeer aangenaam hebt aangeslagen want ik koester namelijk al jaren stiekumpjes de diepgewortelde droom van het eens in een boek willen bundelen van mijn (250 plus) astroblogjes……best wel een “bucketlist-wensje”…..Heb zelfs al een titel voor mijn astronomische dagboek verzonnen:….”Hersenspinsels van een Hemel-dwaler”!!
      Nou ja……
      Trouwens om het balletje meteen maar weer terug te kaatsen…..ik zou me zomaar kunnen voorstellen dat ook jij wellicht hetzelfde zou willen met jouw werk????

      • Angele van Oosterom zegt

        Dat laatste zie ik er niet snel van komen Jan. Ook een lastige vergelijk m.i. Mijn berichtjes zijn meer het ‘standaard’ nieuws, jouw blogs zijn tijdloos, onderhoudend, en vaktechnisch. Maar het zal zeker een tour de force zijn om het alles fraai op papier te zetten.. Maar mooi plan hoor..

  6. Paul Bakker zegt

    “Het paard kan met zijn gedrag de gemoedstoestand van de astrofotograaf weerspiegelen. Van een onzekere of angstige astrofotograaf wordt het paard ook vaak onzeker. Of hij reageert juist met verzet en probeert in dat geval de rol van leider van hem over te nemen. Bij een astrofotograaf die zelfverzekerd en ontspannen is en zich ook duidelijk en consequent opstelt, voelt ook het paard zich prettiger. Je kunt je eigen lichaamstaal trouwens ook gebruiken tijdens het werken met het paard. Het ‘natural horsemanship’ is daar volledig op gebaseerd. Met de juiste aanwijzingen van jouw lichaamstaal kun je het paard in de gewenste uitsnede en in de gewenste belichting laten lopen.”

    • Jan Brandt zegt

      Hmmmm…..tja……welnu mijn waarde Herrdoctor Paul Freud(!!), nu je me toch zo op de “behandel-sofa” wenst te willen vastbinden, van deze psychologische kant bekeken ende gezielknijperd, voel ik mij inderdaad toch niet zo op mijn gemak met dit “ene paardje”……..Doe mij toch maar liever “Twee Paardjes” en wel “Twee Paardjes” met een Citroën stamboom.!!!
      Deze laatste benzineslikkende soort heeft al vele vele jaren, zoals gevoegelijk bekend moge wezen, een wel zeer uitnemend goede uitwerking op mijner gemoedstoestand…..waarvan akte…hihi!!!

      • Paul Bakker zegt

        Haha, jazeker!
        Mijn tekst kwam uit ‘Paardentaal’, het linkje dat Angele doorgaf. Slechts enkele woorden heb ik gewijzigd, bijvoorbeeld ‘ruiter’ werd ‘astrofotograaf’.

        Met de komst van de lente gaan we trouwens rap afscheid nemen van de paardenkop, hij galoppeert richting westelijke horizon. Op naar het melkwegstelseltjes-seizoen.

  7. jan brandt zegt

    yihaaaa…..ja hè….de lente is echt het melkwegstelseltjes-jaargetijde…..en wat een groteske hoeveelheid om uit te mogen kiezen….pure rijkdom!
    Dan wel weer jammer van die….grrrr…zotte zomertijd…grrr!!!

Laat een antwoord achter aan Jan Brandt Reactie annuleren

*