Quasars werden in 1964 voor het eerst ontdekt, de ‘Quasi Stellaire Objecten’ die lijken op een ster, maar die in werkelijkheid zeer ver weg staan en enorm veel straling uitzenden. Ze lijken op sterren, vandaar dat ‘quasi stellair’, maar in werkelijkheid zijn het sterrenstelsels die geheel overstraald worden door hun actieve kern, waar een superzwaar zwart gat huist waarvan de omringende accretieschijf met heet gas naar alle kanten straling uitzendt en in twee richtingen materie middels straalstromen of jets. Uit een gebied ter grootte van het zonnestelsel kan een hoeveelheid straling komen waar meer dan een biljard zonnen voor nodig zijn. Vraag die de sterrenkundigen al zestig jaar bezig houdt: wat veroorzaakt precies die enorme straling van een quasar? Recent onderzoek door sterrenkundigen van de Universiteiten van Sheffield en Hertfordshire heeft dat raadsel nu eindelijk opgelost. Het blijkt dat botsingen tussen sterrenstelsels de reden zijn van de enorme activiteit van quasars. Om daar achter te komen hebben ze waarnemingen aan quasars gedaan met behulp van de Isaac Newton Telescope op het eiland La Palma. Tegenwoordig kunnen we met krachtige telescopen de sterrenstelsels rondom de quasars wel zien en met de INT kon men in de buitendelen van de stelsels vervormde structuren onderscheiden. In totaal kon men 48 quasars en hun omgeving waarnemen. Toen men die vervolgens vergeleek met 100 sterrenstelsels die geen quasar zijn, die dus geen actief superzwaar zwart gat bezitten, kon men concluderen dat de kans dat de stelsels van de quasars een drie keer zo hoge kans hadden op een botsing met een ander sterrenstelsels als de gewone sterrenstelsels. Zo’n botsing leidt er toe dat het aanwezige gas in de stelsels, dat normaal gesproken op ruime afstand van de kern van het sterrenstelsel is, naar de kern wordt geleid, waar het richting het superzware zwarte gat valt, welke dan geactiveerd wordt en gaat stralen. Dat zal ooit in de verre toekomst ook kunnen gebeuren als de Melkweg en het Andromedastelsel met elkaar botsen en samen zullen smelten. Als het gas dan eenmaal op is zal de stervorming in de stelsels stoppen, omdat er simpelweg geen gas meer is om nieuwe sterren van te maken.
Meer informatie vind je in het vakartikel van J C S Pierce et al, Galaxy interactions are the dominant trigger for local type 2 quasars, Monthly Notices of the Royal Astronomical Society (2023).
Bron: Phys.org.
Speak Your Mind