Site pictogram Astroblogs

Mysterieuze warmtestraling ontdekt bij sterren in de Melkweg, zijn Dyson-structuren de oorzaak?

Dyson Sphre artistieke imressie Credits wikimedia commons Kevin Gill

Twee teams van astronomen hebben bij hun onderzoek aan een selectie van vijf miljoen sterren in onze Melkweg mysterieuze pieken van warmtestraling ontdekt. Volgens de teams, het ene afkomstig van de Universiteit van Uppsala, Zweden, en het andere van het Italiaanse Center for Advanced Studies, kan deze ontdekking erop wijzen dat buitenaardse beschavingen energie van hun sterren aftappen. De wetenshappers menen dat deze exterrestrische beschavingen daarvoor gebruik zouden maken van kolossale constructies die bekendstaan als Dysonbollen of Dysonsferen (Eng. Dyson Sphere). Maar er zijn ook natuurlijke verklaringen mogelijk voor de waarnemingen. Het project van de studie was genaamd ‘Project Hephaistos’ naar de Griekse god van de metallurgie.

Dysonbollen, zijn hypothetische mega-structuren die hele sterren omringen. Ze absorberen de energie van het sterlicht. Zo kunnen ze geavanceerde buitenaardse beschavingen van enorme hoeveelheden energie voorzien. Het idee is vernoemd naar Freeman Dyson, de Britse natuurkundige, bekend van o.a. Project Orion. Als zulke objecten bestaan, zouden ze warm genoeg moeten zijn om een meetbare gloed af te geven van infrarood licht. Dit ‘techsignaal’ kan wijzen op de aanwezigheid van buitenaards leven. De teams, het Zweedse o.l.v. Matias Suazo, en het ander o.l.v. Gabriella Contardo deden onderzoek naar zulke techsignalen van Dysonbollen. Ze gebruikten daarvoor de waarnemingen van de Gaia-satelliet van ESA, deze brengt de positie en beweging van miljarden sterren in ons sterrenstelsel in kaart. De onderzoekers combineerden de Gaia-gegevens met infraroodmetingen van andere telescopen. Beide teams analyseerden dezelfde 5 miljoen sterren. Beiden ontdekten daarin overtollige infraroodstraling, oftewel warmte, die niet direct te verklaren is door bekende natuurlijke processen.

Suazo’s team zag aanwijzingen bij zeven rode dwergsterren, op een afstand van minder dan 900 lichtjaar van de aarde. Deze dwergsterren zijn zwakker dan de zon, maar alsnog tot zo’n zestig keer helderder in het infrarood dan verwacht. Dat warmtesignaal kan het resultaat zijn van iets met een temperatuur tot ongeveer 25 graden Celsius, een gegeven dat de teams zouden verwachten van een Dysonbol. Zo’n 16 procent van een ster zou verduisterd moeten zijn door de Dysonbol om deze waarnemingen op te leveren. Dat komt overeen met een variant van de ‘bol’, het idee van een Dysonzwerm. Daarbij draait een verzameling grote satellieten rond de ster om energie op te vangen.

Het team van Contardo vond 53 kandidaten, onder meer bij grotere sterren die lijken op de zon, op afstanden tot 6500 lichtjaar van de aarde, en noemt de kandidaten ‘interessant’ maar de metingen geven geen uitsluitsel over de aanwezigheid van Dysonbollen, hiervoor zijn vervolgwaarnemingen nodig. De metingen kunnen ook een natuurlijke verklaring hebben. Rond de sterren kunnen bijvoorbeeld hete schijven vol puin draaien, waaruit planeten ontstaan. De meeste sterren die door de teams zijn gevonden, lijken hiervoor echter te oud te zijn. Een andere mogelijkheid is dat elke ster vanuit onze zichtlijn toevallig voor een ver sterrenstelsel staat dat de infrarode gloed afgeeft.

Ook is het mogelijk dat de warmtestraling het gevolg is van een nog onbekend natuurlijk proces. ‘Het kan iets zijn dat heel zelden gebeurt, bijvoorbeeld als twee planeten op elkaar botsen en een enorme hoeveelheid materiaal produceren’, aldus David Hogg van de New York-universiteit, die samenwerkte met Contardo. ‘Ik denk dat het het meest waarschijnlijk is dat het een natuurlijk fenomeen is.’ De James Webb-ruimtetelescoop kan meer licht werpen op deze sterren en onthullen of de warmte afkomstig is van natuurlijk stof en puin, of van iets anders, de onderzoeken zijn hier en hier in te zien op ArXiv.

Trappist 1e Credits; Benoît Gougeon, Université de Montréal)

Aansluitend op dit artikel wil ik even kort verwijzen naar een recent artikel op LiveScience waarin 32 plekken in de kosmos worden aangestipt waar de astronomie, astrobiologie en aanverwante wetenschappen zich op kunnen focussen (of reeds gefocussed hebben) in verband met de speurtocht naar buitenaards leven – leven zoals wij dat kennen – c.q. buitenaardse beschavingen. Het artikel gaat onder het kopje ’32 Strange places scientists are looking for aliens’, en geeft een uitgebreide opsomming van mogelijke kandidaten waar buitenaards leven gevonden zou kunnen worden. Kandidaten zijn o.a. de grootste maan van Neptunus, Triton, de dwergplaneet Ceres, Callisto, een van Jupiter’s grootste manen, Real-life Tatooine, Trappist 1e en LHS1140b, laatstgenoemde werd door een astronoom onlangs bestempeld als de meest opwindende exoplaneet’ van het decennium.  Het artikel is een verkenning dus van 32 bijzondere plekken waar wetenschappers naar buitenaards leven, c.q. beschavingen, hebben gezocht, of hopen dat in de toekomst te doen. Bronnen; LiveScience, New Scientist, ArXiv

FacebookTwitterMastodonTumblrShare
Mobiele versie afsluiten