Hoog in het Chileense Andesgebergte bevindt zich het Simons Observatorium. Nee, het is geen observatorium met een telescoop die optisch naar het heelal tuurt. Het bevat wel drie zogeheten small-aperture telescopes (SATs) en één grote 6-meter large-aperture telescope (LAT) die met z’n vieren in staan zijn om gepolariseerde patronen te detecteren in de CMB, de ‘cosmic microwave background’, de kosmische microgolf-achtergrondstraling zoals wij het noemen, het 2,7 K koude restant van de hete straling van de oerknal. Sinds april dit jaar zijn twee SAT’s gecalibreerd en wel en nemen ze al de CMB waar, de derde SAT is binnenkort operationeel en de LAT komt eind dit jaar online. In alle vier de telescopen zitten bij elkaar 60.000 zeer gevoelige detectoren en die kunnen de minieme temperatuursverschillen in de CMB registreren.
Met de vier telescopen van Simons Observatorium willen ze de zogeheten B-mode rimpels in de CMB gaan detecteren. Dat zijn hypothetische rimpels die veroorzaakr zijn door de – net zo hypothetische – inflatieperiode gedurende de eerste fractie van een seconde van het heelal. Op die B-mode rimpels, die je middels het gepolariseerde licht in de CMB zou moeten kunnen zien, wordt al langer gejaagd en in 2014 was er – ten onrechte – even opwinding toen ze dachten met een andere telescoop die rimpels te hebben gezien – deze Astroblog dateert uit die tijd. Met de vier telescopen van het Simons Observatorium hopen ze daadwerkelijk de rimpels te kunnen zien en daarmee voor het eerst een daadwerkelijke glimp in de eerste ogenblikken van het heelal, iets dat 13,8 miljard jaar geleden plaatsvind, Bron: Simons Observatorium.