8 oktober 2024

Equinox vergroot kans op geomagnetische storm door zonne-uitbarsting deze week

Zonnevlek, uitbarsting van AR3835, 22 september 2024 Credits; NASA/SDO

Afgelopen zondag 22 september barstte de zonnevlek AR3835 uit. Deze stroom zonneplasma zal woensdag a.s. de aarde naderen, en kan mogelijk een geomagnetische storm veroorzaken. De waarschijnlijkheid dat de aarde effecten ondervindt van de geomagnetische storm is groter vanwege het feit dat deze specifieke zonne-uitbarsting plaatsvond rond dezelfde tijd als de herfstequinox van de aarde. De coronale massa-ejectie (CME) werd zondag de 22ste om 23.39 NL’se tijd ontketend, toen de zonnevlek AR3835 onverwachts uitbarstte met een zonnevlam van klasse M.

Zonnewetenschappers hadden deze uitbarsting niet verwacht omdat AR3835 te stabiel leek om te exploderen, aldus SpaceWeather.com. Deze sliert zonneplasma schiet momenteel met meer dan 1.046.073 km/h richting de aarde en zal volgens NASA-modellen slechts een schampschot slaan op de beschermende aardse magnetosfeer, waarbij het grootste deel van het plasma de aarde mist. Dit zou normaliter geen geostorm veroorzaken, maar dat kan woensdag a.s. anders zijn vanwege de timing van deze CME. Wanneer geostormen toeslaan kunnen ze de communicatie- en energie-infrastructuur verstoren en in extreme gevallen black-outs veroorzaken.

Een illustratie die de uitlijning van de aarde met de zon tijdens een equinox toont. Credits; NASA

Het NOAA Space Weather Prediction Center rangschikt geomagnetische stormen op een schaal van G1 tot G5. Een G1- of G2-storm, zoals die welke mogelijk woensdag kan voorkomen, heeft een klein risico op impact op infrastructuur op hoge breedtegraden. Equinoxen treden op wanneer de rotatieas van de aarde is uitgelijnd met zijn baan om de zon. De herfstequinox markeert de eerste dag van de herfst voor het noordelijk halfrond en de eerste dag van de lente voor het zuidelijk halfrond. De weken rond de twee equinoxen van de aarde markeren een toename in de frequentie van geomagnetische stormen. Dit komt waarschijnlijk doordat de magnetosfeer en het magnetische veld van de zon uitgelijnd raken als de aarde haar polen naar de zon richt, terwijl ze de rest van het jaar vaak niet uitgelijnd zijn. In tijden van ‘verkeerde’ uitlijning ontvangen geladen deeltjes van de zon, zoals CME’s en zonnewinden, een lichte afbuiging van de magnetosfeer, wat betekent dat we hun volledige impact vermijden. Deze afbuiging vindt niet plaats tijdens periodes rond de equinoxen wanneer de magnetische velden van onze planeet en onze ster goed verbonden zijn. Dit wordt het ‘Russell-McPherron-effect’ genoemd en werd voor het eerst in 1973 voorgesteld als verklaring voor de seizoensgebonden variatie in de frequentie van geomagnetische stormen.

De site Space.com toont een diagram dat de seizoensgebonden verdeling van geomagnetische stormen van 1942 tot 2014 laat zien. Gegevens verzameld van 1932 tot 2014 hebben aangetoond dat geomagnetische stormen gemiddeld ongeveer twee keer zo waarschijnlijk zijn rond de tijden van de equinoxen als rond de tijd van de zonnewendes. Bronnen; Space.com, NOAA, NASA, SpaceWeather.com
Share

Speak Your Mind

*