‘Gids voor de Maan’ is een recent uitgegeven, zeer fraai boekwerk over onze trouwe hemelcompaan, de maan. Het boek is geschreven door twee hoogleraren van de RU Groningen, de astrofysicus Peter Barthel en hoogleraar cultuurgeschiedenis Klaas van Berkel. Voor. het schrijven en samenstellen van dit rijkelijk geïillustreerd en informatieve boek heeft het tweetal zeker niet alleen bewonderend omhoog gekeken maar zijn zij ook vele archieven en maanliteratuur ingedoken, op zoek naar bijzondere verhalen en informatie over tal van onderwerpen – van astronomie, tot mythologie, klassieke muziek en samenzweringstheorieën – over de maan wereldwijd. Eerst wilden de schrijvers het boek ‘Reisgids voor de Maan’ noemen, maar uiteindelijk besloten ze voor het algemenere ‘Gids voor de Maan’, maar het moet gezegd worden, het ‘voelt’ wel als een reisgids. Het boek neemt je mee op reis door de verre historie van wereldwijde maanmythen, maanmissies van allerlei aard en duur, zowel wetenschappelijke als economische missies, om uiteindelijk te ‘landen’, zeg maar, in de moderne sciencefiction, popmuziek, maansymboliek, en de laatste wetenschappelijke informatie over de eigenschappen van de maan. En zo passeren Griekse, Italiaanse, Russische, Amerikaanse geleerden, astronomen, wiskundigen, ingenieurs, schrijvers, muzikanten en componisten, als Thales van Milete, Galileo Galilei, William Herschel, maar ook Simon Vestdijk, Jules Verne, en Pink Floyd de revue.
Indeling, de maan uitgelegd, van kalenders tot telescopen
De ‘Gids voor de Maan‘ is een veelzijdig werk. Het boek is ingedeeld in vijf delen, enkele bevatten meer de praktische kant van de maan, andere delen leggen meer de nadruk om de cultuur die om de maan is ontstaan. Het motief om het boek te schrijven is dat er weer bemande reizen, zoals NASA’s Artemis’ missie, op handen zijn, en ook ligt de maan vanuit economisch oogpunt flink onder de loep. Het mijnen en delven van grondstoffen kan mogelijk een zeer lucratieve handel gaan worden in de nabije toekomst. De inspiratie voor het boek komt deels uit de Apollo maanreizen, met de maanwandelingen, en de reeds vele uitgevoerde robotische missies, zoals de Chinese maanmissies ‘Chang’e’, en de Russische Luna-missies.
Het boek trapt af met meer algemene informatie over de maan, de maanfasen, het oppervlak, en legt bijvoorbeeld helder uit wat het verschil is tussen de Gregoriaanse, en de traditionele Joodse en Islamitische kalenders. Dit alles wordt afgewisseld met concrete zaken als dat de tuinders graag bladgroenten zaaien bij wassende maan, daar op weg naar de volle maan zeg maar, het jong gewas van het helder maanlicht kan profiteren. De maan heeft vele gedaanten, en ook vele namen in verschillende perioden van het jaar, als bijvoorbeeld de ‘bloemenmaan’. Rijkelijk geïllustreerd met een keur aan foto’s, kaarten en schilderingen, toont het boek o.a. de foto/selfie van het Cassini/Huygens ruimteschip dat van verre, de maan en de aarde vastlegt. Een fraaie foto is ook van Roelof Bos, – het zijn niet alleen NASA of Getty foto’s – getiteld ‘Eb in de Waddenzee bij het noordelijkste puntje van Nederlands vasteland bij Uithuizermeeden’.
Verder siert op twee volle pagina’s een kaart met de ‘maria’ (maanzeeën) die de maan rijk is met hun romantische namen, waarvan de bekendste uiteraard de maria waarop de Apollo schepen geland zijn, zoals de ‘Oceanus Procellarum’ (Apollo 12) en de ‘Mare Tranquillitatus’ (Apollo 11). En het was Neil Armstrong, die voordat hij overleed op 25 augustus 2012, zijn familie had gevraagd, het publiek te vertellen dat als hij er niet meer was, te zeggen ‘Als je ooit weer opkijkt naar de maan, knipoog dan even en denk aan mij!’. (In de maand van zijn overlijden was er een ‘blauwe maan’, en dit fragment heb ik niet in het boek gevonden, maar zal ik nooit vergeten). En ja, dichterbij, ook in Nederland, bij de Space Expo Noordwijk is een stukje maansteen te bewonderen.
Geschiedenis, sciencefiction, muziek, toekosmtige maanrezien.
Het boek vervolgt met een flinke rondgang in de geschiedenis en cultuur over de maan. Een prachtige illustratie van Hevelius’ ‘Selenographia’ met kennis van de Arabische onderzoeker Albazen en Galilei uit 1647, leidt dit deel in. Uitleg van de maanhistorie volgt de weg via de kennis van de Griekse filosoof Thales van Milete, wiskundige Aristachos van Samos, Plato, Plinius de Oudere’s ‘Naturalis Historia’ om dan uit te komen bij Galileo ‘Siderius Nuncius’ en Leonardo Da Vinci, en laatstgenoemde zag de lichte vlekken op de maan als water, en de donkere als continenten. Ook is er veel aandacht voor het maken van maankaarten door de tijd heen, zoals die uit het werk van William Gilbert, De Mundo Nostro Sublunari Philosphia Nova, uit 1651.
Verder wordt er ook het onderzoek naar leven op de maan door de tijd heen besproken, en komt bijvoorbeeld Galilei’s theorie over een vermeende ‘luchtlaag op de maan’ aan bod, alsmede het werk van John Wilkins’ boek ‘The discovery of a World in the Moone’, over vermeend leven op de maan, en hun mogelijke ‘verlossing door Christus’. Uit de mythologie wordt o.a. de Chinese maangodin ‘Chang’e besproken, en uit de literatuur het Nederlandse werk van Simon Vestdijk ‘De Koperen Tuin’ met verwijzingen naar de maan.
Speak Your Mind