13 december 2024

Sturen nabijgelegen planeten radiosignalen naar elkaar?

Art.impr. van communicatie tussen planeten buiten ons zonnestelsel, bekeken vanuit het perspectief van de aarde. Nieuw onderzoek m.b.v. de AtA zocht naar dit type communicatie, vergelijkbaar met communicatie tussen de aarde en onze rovers op Mars, in TRAPPIST-1. Credits: Zayna Sheikh

Een team astronomen van de Pennsylvania State University en SETI heeft het TRAPPIST-1-systeem onderzocht om een nieuwe methode van detectie van buitenaards leven te testen. De methode stelt wetenschappers in staat om planeten buiten ons zonnestelsel te vinden, die in lijn liggen met elkaar en met de aarde, met als doel te zoeken naar radiosignalen die bijvoorbeeld lijken op de signalen die worden gebruikt om te communiceren met de rovers op Mars. Het team deed het onderzoek met behulp van de Allen Telescope Array, en dit project markeerde de langste single-target zoektocht naar radiosignalen van TRAPPIST-1. M.a.w., ht team nam het nabijgelegen TRAPPIST-1-systeem onder de loep om ‘af te luisteren’ en te controleren of ‘aliens tussen hun eigen naburige planeten kletsen’.
De aarde zendt nu al meer dan een eeuw incidentele radiosignalen uit, echter deze zijn vrij diffuus en zwak in de ruimte, dus zouden ze moeilijk te detecteren zijn vanaf andere planeten, maar, zo stelde het team, hoe zit het met radiosignalen die specifiek zijn ontworpen om andere planeten te bereiken? Want inmiddels zijn er overal in de ruimte door de mens gemaakte sondes, orbiters om de maan en Venus, rovers op Mars, sondes om de zon, en zelfs wat interstellaire sondes. Om deze te beheersen, is sterkere, directere radiocommunicatie nodig. En, zo redeneerde het team, als je in de directe ‘vuurlinie’ op de achtergrond staat, is er een kans dat je met de juiste apparatuur een ‘spillover’ van deze signalen kunt detecteren.
 

Allen Telescope Array. Credits: Seth Shostak, SETI Institute

Met ATA — een serie radioantennes die speciaal zijn bedoeld voor de zoektocht naar buitenaardse technologie in de Cascade Mountains, ongeveer 550 km ten noorden van San Francisco — scande het team een ​​breed scala aan frequenties, voor smalbandsignalen, die worden beschouwd als mogelijke tekenen van buitenaardse technologie.

Het team van Penn State en SETI heeft die logica nu toegepast op TRAPPIST-1, want, zo stelde men, waar kun je dit beter testen dan bij dit systeem? TRAPPIST-1, bevindt zich slechts op 40 lichtjaar van de aarde, bestaat uit zeven rotsachtige planeten ter grootte van de aarde die vrij dicht bij elkaar liggen, waarvan sommige zich in de leefbare zone van de ster bevinden.waar de omstandigheden vloeibaar water mogelijk maken — een essentieel ingrediënt voor leven zoals wij dat kennen. En als er op één planeet intelligent leven is ontstaan, is de kans groot dat het zich naar andere planeten verspreidt, zodat beschavingen radioberichten naar elkaar kunnen sturen of op afstand bestuurbare robots kunnen besturen, zoals onze Marsrovers.

Als dat zo is, is het beste moment om deze signalen op te pikken wanneer de ene planeet voor de andere langs beweegt, vanuit ons perspectief hier op aarde.
Het team noemt deze gebeurtenissen ‘planeet-planeet occultaties’, of PPO’s. Radiosignalen kunnen als het ware ‘lekken’ langs de achterkant van de planeet en ons bereiken, zoals zonlicht dat tijdens een eclips om de schaduw van de maan heen piept. Het team gebruikte de ATA om het TRAPPIST-1-systeem 28 uur lang te scannen. Om signalen te identificeren die het meest veelbelovend zijn om kunstmatig te zijn, richtten ze zich specifiek op smalbandige radiosignalen van een bepaalde sterkte, afkomstig van TRAPPIST-1, die tijdens PPO’s optraden.

Voorstelling van het TRAPPIST-1 systeem. Credit: NASA/JPL-Caltech

Nadat ze deze filters hadden toegepast op miljoenen binnenkomende radiodetecties, kwamen ze tot een lijst van 11.127 kandidaatsignalen. Deze werden onderworpen aan een gedetailleerde analyse en 2.264 bleken op te treden tijdens PPO-vensters. Helaas bleek bij nadere inspectie geen van hen van buitenaardse oorsprong te zijn, maar er is hoop. Langere observaties van dit en andere systemen, met krachtigere instrumenten, zouden uiteindelijk mogeljk ‘ET kunnen oppikken die naar huis belt’. “De methoden en algoritmen die we voor dit project hebben ontwikkeld, kunnen uiteindelijk worden toegepast op andere sterrenstelsels en vergroten onze kansen om regelmatige communicatie te vinden tussen planeten buiten ons zonnestelsel, als die bestaan”, aldus Nick Tusay, eerste auteur van de studie, en voegde eraan toe “En met betere apparatuur, zoals de in aanbouw zijnde Square Kilometer Array, kunnen we binnenkort misschien signalen detecteren van een buitenaardse beschaving die communiceert met zijn ruimteschip. Het onderzoek is geaccepteerd voor publicatie in het Astronomical Journal. Bron: Penn State University, New Atlas Space, NASA, SETI
Share

Speak Your Mind

*