Een team sterrenkundigen onder leiding van de Yale Universiteit (VS) heeft één van de quasars ontdekt die mogelijk heeft bijgedragen aan het ‘oplichten’ van het heelal. Dat oplichten gebeurde in de zogeheten reïonisatiefase van het vroege heelal, toen er door de felle ultraviolette straling van de eerste sterren en sterrenstelsels een einde kwam aan de ‘donkere eeuwen’ en de UV-straling er voor zorgde dat de elektronen en de atoomkernen losraakten van elkaar, waardoor de fotonen (lichtdeeltjes) vrij hun weg konden gaan. De quasar in kwestie heet J1429+5447 en hij is ontdekt met behulp van NASA’s NuSTAR röntgentelescoop, welke verbonden is aan het internationale ruimtestation ISS. Met een andere röntgen-ruimtetelescoop van de NASA, Chandra, is de quasar verder onderzocht.

Waarnemingen van J1429+5447 met Chandra en NuSTAR. Credit: The Astrophysical Journal Letters (2025). DOI: 10.3847/2041-8213/ad94ee
De quasar bestond al toen het heelal nog maar een miljard jaar oud was (inmiddels bijna 12 miljard jaar geleden). Het onderzoek wijst uit dat de jet of straalstroom van J1429+5447 precies naar de aarde is gericht. De waarnemingen laten zien dat de röntgenstraling van de jet in lichtsterkte varieert. In een periode van vier maanden verdubbelde de intensiteit van de jet, een periode die in die vroege fase van het heelal overeenkwam met slechts twee weken, iets wat te maken heeft met relativistische effecten. Het onderzoek aan de jet heeft meer laten zien over de wijze waarop quasar J1429+5447 (dat feitelijk een actieve kern is van een sterrenstelsel met een superzwaar zwart gat in de kern) het neutrale gas in de omgeving ioniseert.
Meer informatie over deze quasar is te vinden in het vakartikel van Lea Marcotulli et al, NuSTAR Observations of a Varying-flux Quasar in the Epoch of Reionization, The Astrophysical Journal Letters (2025).
Bron: Yale.
Speak Your Mind