
Credit: OPENVERSE/Einstein Probe Science Center
Op 15 maart 2024 werd met de Wide-field X-ray Telescope (WXT) aan boord van de Europese Einstein Probe ruimtetelescoop een uitbarsting in het ‘zachte’ deel van het röntgenspectrum waargenomen, een deel dat weliswaar zacht wordt genoemd, maar dat qua energie nog altijd krachtiger is dan zichtbaar licht en UV-straling. De uitbarsting duurde in totaal 17 minuten en in die periode was er ook sprake van veranderlijke helderheid, pas daarna doofde het signaal uit. Zo’n gebeurtenis wordt door sterrenkundigen een ‘fast X-ray transient’ (FXRT) genoemd en deze kreeg de naam EP240315a. Het liet zien dat de Einstein probe, die op 9 januari 2024 was gelanceerd vanaf Xichang Satellite Launch Centre in China, goed werkt. Ongeveer een uur na de röntgenuitbarsting kon men met het Asteroid Terrestrial-Impact Last Alert System (ATLAS) in Zuid-Afrika op dezelfde plek zichtbaar licht detecteren. Vervolgwaarnemingen met de Gemini-North telescoop op Hawaï en de Very Large Telescope in Chili maakten duidelijk dat het licht kwam van een object dat maar liefst 12,5 miljard lichtjaar van ons vandaan staat en dat het licht aan zijn weg hier naartoe was begonnen toen het heelal nog maar 10% van zijn huidige leeftijd had.

Infografiek van de Einstein Probe. Credit: ESA.
Daarmee was EP240315a de vroegste detectie in het heelal die in het zachte röntgengebied met zo’n lange periode was gedaan. Na de uitbarsting werden ook waarnemingen gedaan in het radiogolfgebied en wel gedurende drie maanden met de Australian Telescope Compact Array (ATCA). Die lieten zien dat de uitbarsting qua energie overeenkomt met die van een typische gammaflits (gamma-ray burst – GRB). Er zijn korte en lange GRB’s en voor de laatste categorie zijn vermoedelijk explosies van zware sterren verantwoordelijk. En inderdaad, er werd een gammaflits geregistreerd op dezelfde plek als EP240315a en dat was GRB 240315C, gezien met de Burst Alert Telescope (BAT) aan boord van NASA’s Neil Gehrels Swift Observatory én met het Russische Konus instrument aan boord van NASA’s Wind ruimteverkenner. Toch was er iets vreemd aan de hand. Normaal gesproken volgt een flits van gammastraling enkele tienden van een seconde na de röntgenstralen. Maar EP240315a werd meer dan zes minuten (372 seconden om precies te zijn) voor GRB 240315C gezien, dus dat verschil was nu veel groter. Dat maakt aan de sterrenkundigen duidelijk dat nog lang niet helder is hoe gammaflitsen precies ontstaan.
Meer over de gebeurtenis EP240315a is te lezen in deze twee vakartikelen.
- ‘Soft X-ray prompt emission from the high-redshift gamma-1ray burst EP240315a’ by Liu et al. is published today in Nature Astronomy.
- ‘Long-term radio monitoring of the fast X-ray transient EP240315a: evidence for a relativistic jet’ by Ricci et al. is published today in The Astrophysical Journal Letters.
Bron: ESA.
Het kan zijn dat er verschillende langzame en snelle golffronten betrokken zijn die met elkaar interfereren zoals dat al reeds bekend is met een nog onbekende shell.
zie: https://en.wikipedia.org/wiki/Gamma-ray_burst#/media/File:Gamma-ray-burst-Mechanism.jpg
Vreemd is dat röntgenstraling wel kan ontstaan uit gammastraling (bremstrahlung = secundaire emissie) maar niet andersom. Het is dus sowieso al vreemd dat men “normaal gesproken” eerst de röntgenburst verwacht voor de gammaflits.