Je hebt groot, groter, grootst, niet alleen bij ons op aarde, maar ook in het heelal. En grootst is zeker de superstructuur die recent door sterrenkundigen is ontdekt en die alle superlatieven van vorige recordhouders ver achter zich laat. Want Quipu, zoals ze de superstructuur noemen, is een gigantisch lang snoer van clusters van sterrenstelsels, bij elkaar maar liefst 200 biljard zonsmassa (1 biljard is 10¹⁵) en 400 megaparsec lang, da’s 1,3 miljard lichtjaar. Quipu is een woord uit de Inca-taal en het heeft iets te maken met meten. Hans Bohringer (Max Planck Institute) en zijn team hebben deze superstructuur ontdekt, die bestaat uit afzonderlijke clusters en superclusters van sterrenstelsels, die allemaal gravitationeel met elkaar verbonden zijn. Naast Quipu zijn er nu nog vier andere superstructuren bekend, te weten Shapley, Serpens-Corona Borealis, Hercules en Sculptor-Pegasus. In de afbeelding bovenaan zie je ze allemaal in resp. rood, blauw, groen, paars en beige.
Quipu en de vier andere superstructuren zijn zo groot dat ze het gehele heelal met hun zwaartekracht beïnvloeden. Dat kan bijvoorbeeld betekenen dat ze snelheid waarmee het heelal uitdijt, welke wordt weergegeven met de Hubble constante H0, kunnen beïnvloeden. Het vijftal neemt 13% in van het volume van het zichtbare, waarneembare heelal en 45% van alle clusters, 30% van alle sterrenstelsels en 25% van alle materie behoort tot de vijf superstructuren. Bij de Inca’s waren quipu geknoopte koorden, waarbij de knopen informatie bevatten op basis van kleur, volgorde en aantal, hieronder zie je daar een voorbeeld van. Die geknoopte structuur deed de sterrenkundigen denken aan de wijze waarop Quipu is opgebouwd, zie ook de schematische weergave hierboven, waarbij de gestippelde lijnen de afstanden zijn bij roodverschuiving z=0,03 en 0,06. Daarom kreeg de superstructuur Quipu deze naam.
Om Quipu te identificeren maakten Bohringer en zijn team gebruik van de gegevens van de Cosmic Large-Scale Structure in X-rays (CLASSIX) Cluster Survey, die de röntgenstraling van heet gas tussen de sterrenstelsels in het heelal in kaart heeft gebracht. Hieronder zie je de kaart met de gradiënten van de sterkte van de röntgenstraling in het heelal, met daarin de zwarte bolletjes, die de superstructuren voorstellen. Men denkt dat de superstructuren niet het eeuwige leven hebben, maar dat ze geleidelijk uiteenvallen in losse clusters en superclusters.
Meer over de superstructuur Quipu is te lezen in het vakartikel “Unveiling the largest structures in the nearby Universe: Discovery of the Quipu superstructure,” dat gepubliceerd zal gaan worden in het tijdschrift Astronomy and Astrophysics.
Bron: Universe Today.
Dat begrip: gravitationeel gebonden, zou dus de kern moeten zijn van het bestaan van een aantal te onderscheiden enorme structuren.
Maar gravitationele krachten zijn niet ruimtelijk begrensd, hun werkzaamheid is in principe in ruimte oneindig.
De verschillende superclusters zijn dus onderling gravitationeel gebonden. Je zou ook kunnen zeggen dat ze samen een structuur vormen, het heelal namelijk.
Begrijp ik iets verkeerd ?
Met een variabele Hubble “constante” kunnen de gelovers in een isotroop universum het nu wel schudden 🙂