Credit: ESA/NASA
De laatste tijd publiceer ik bijna wekelijks wel iets over donkere materie en/of energie. ’t Houdt de gemoederen kennelijk bezig. Eergisteren het verhaal dat men
door een betere bepaling van de Hubble constante meer te weten is gekomen over de Donkere Energie. Vandaag een bericht over diezelfde mysterieuze energie, die meer dan 70% van het heelal schijnt te vullen. Heftig denkwerk van een viertal sterrenkundigen heeft namelijk opgeleverd dat het heelal 11,5 miljard jaar geleden, toen het zo’n 2,2 miljard jaar oud was,
een kort moment heeft meegemaakt van een zogenaamde kosmologische fase-overgang. Vóór dat moment was de Donkere Energie, die volgens het viertal in de vorm van
quintessentie bestaat, hoger van energiedichtheid . Maar op dat bewuste moment daalde de temperatuur van het heelal onder een bepaalde kritische grens en toen daalde de energiedichtheid van de quintessentie ook. Sindsdien zou de Donkere Energie constant zijn, gelijk aan de Kosmologische Constante. Op het moment van de fase-overgang zou het heelal eventjes bevroren zijn. Als gevolg van de fase-overgang zou een deel van de Donkere Energie zijn vrijgekomen in de vorm van zogenaamde
Donkere Straling. Donkere straling, welja… na de donkere materie, -energie, -vloeistof, -stroom en -veelvraten kunnen we die er ook wel bij hebben. 😀 Die donkere straling is geheel anders dan gewone straling (licht) en als zodanig ook niet waarneembaar door de mens. Wel denken de sterrenkundigen dat het indirect wél zichtbaar is, namelijk door het feit dat er in de expansie van het heelal 11,5 miljard jaar geleden eventjes een verandering plaatsvond, een vertraging om precies te zijn. De komende tien jaar moet men in staat zijn die vertraging waar te nemen. Ook denkt men dat de grootste deeltjesversneller ter wereld het quinessentie-veld moet kunnen ophoesten. Twee manieren dus om het model te staven. We wachten het allemaal rustig af. Bron:
Science Daily.