Site pictogram Astroblogs

Hubble’s zoektocht naar het ruimtetijd-schuim

Vier uitgesmeerde quasars

Vier uitgesmeerde quasars. Credit: Wayne Christiansen (Universiteit van North Carolina).

Volgens sommige natuurkundigen is de ruimtetijd op de allerkleinste schaal korrelig van structuur, dat wil zeggen dat op de zogenaamde Planckschaal (ca. 10-35 cm) de ruimtetijd gequantiseerd zou zijn. En volgens Wayne Christiansen (Universiteit van North Carolina, VS) en z’n makkers zou de Hubble ruimtetelescoop in staat zijn dat ruimtetijd-schuim, zoals het in de jaren zestig voor het eerst door John Wheeler werd genoemd, te zien. Eh… wacht eens effe, Hubble kijkt toch naar héél grote dingen zoals planeten, sterren en sterrenstelsels? Het is toch geen microscoop die naar het allerkleinste kijkt? Nee, da’s juist, maar het frappante is nou juist dat in het allergrootste het allerkleinste tot uiting komt, aldus Christiansen et al. Hun idee is namelijk dat het ruimtetijd-schuim gevolgen heeft voor het meten van afstanden. Licht dat zich een weg baant van een ver verwijderd object naar een waarnemer op Aarde ervaart dat ruimtetijd-schuim. Het effect is dat een puntbron door dat schuim enigzins vervaagt, hetgeen lijkt op wat we in Photoshop ‘blurring’ noemen. Het beste is dat te zien op foto’s van puntbronnen die zéér ver weg staan, want alleen na kosmologische afstanden (lees: miljarden lichtjaren) is het effect te zien. En dan komen we bij Hubble terecht, want die heeft in een serie foto’s (de HDF, HUDF en de vandaag gepresenteerde HUDF09) verwegstaande quasars gefotografeerd.  En inderdaad: op die Hubble (Ultra) Deep Field’s zijn vier quasars een tikkeltje uitgesmeerd (zie afbeelding hierboven van de vier quasars in verschillende golflengten). Probleem is alleen dat niet kan worden vastgesteld dá t dat blur-effect te danken is aan het ruimtetijd-schuim. Het zóu ook kunnen zijn ontstaan doordat het licht onderweg langs stof komt, hetgeen tot verstrooiing leidt. Of dat de quasar zelf toch geen puntbron is, maar een structuur heeft. Kortom, het idee van Christiansen en consorten is leuk, maar bewijs dat ’t klopt is nog verre te zoeken. Wordt vervolgd. Bron: Technology Review.
FacebookTwitterMastodonTumblrShare
Mobiele versie afsluiten