Het oppervlak van de laatste verstrooiing
Dat klinkt toch wel een tikkeltje mysterieus, nietwaar? “Het oppervlak van de laatste verstrooiing”, in het Engels The surface of last scattering. Nee, het heeft niets met verstrooiing zoeken, met afleiding, amusement, vermaak te maken, waar de term gewoonlijk op slaat. Ik heb het over de natuurkundige verstrooiing, “het golfverschijnsel dat optreedt bij golven of deeltjes die ‘onregelmatigheden’ tegenkomen en daardoor van hun oorspronkelijke richting afwijken” – aldus Wikipedia. Tot 379.000 jaar na de oerknal werden de fotonen verstrooid door de kriskras door elkaar bewegende protonen en electronen, die een heet, ondoorzichtig plasma vormden. Toen, op dat magische moment 379.000 A.O. (Anno Oerknallini, 13,75 miljard jaar geleden), werd de temperatuur van het heelal door de voortdurende expansie zo laag dat protonen en electronen zich aan elkaar gingen koppelen en neutraal waterstofgas gingen vormen. Toen hield de verstrooiing op, die de fotonen 379.000 jaar lang weerhield ongehinderd hun weg te vervolgen. Toen werden de fotonen als ’t ware losgelaten door de electronen en protonen, ‘decoupling’ heet dat in ’t Engels. Toen waren er in de zee van fotonen al zeer minimale temperatuursverschillen aanwezig, welke Anno nu (2010 Anno Domini, oftewel 137500002010 A.O.) na de nog verdere afkoeling variëren tussen 2,7251 en 2,7249 Kelvin. Toen was… het oppervlak van de laatste verstrooiing. Dát magische moment, toen al die ’toens’ van hierboven plaatsvonden, dát moment is gefotografeerd. Eerst door COBE, toen door WMAP – diens foto ervan zie je hierboven – en momenteel door Planck, drie satellieten die maar voor één doel gebouwd zijn en dat is de Kosmische Microgolf-achterstraling te onderzoeken, op z’n Engels de Cosmic Microwave Background (CMB). Die straling is opgebouwd uit de fotonen die 13,75 miljard jaar geleden voor het laatst verstrooid werden en die vervolgens hun weg konden vervolgen, richting de telescopen in die satellieten. Is dat niet prachtig? Bron: o.a. Wikipedia.