De aarde wordt continu bestookt met zeer energierijke deeltjes vanuit het heelal, de zogeheten kosmische straling. Die straling, die energieën van meer dan een miljard eV kan hebben, werd al meer dan honderd jaar geleden ontdekt, toen vanuit zeer hoog vliegende luchtballonnen, maar de bron van die straling is nog steeds niet duidelijk, hetgeen veroorzaakt wordt door het feit dat de kosmische straling elektrisch geladen is en in het heelal door de werking van elektromagnetische velden voortdurend van richting veranderd én omdat de elektronen, protonen en atoomkernen van de kosmische straling hoog in de atmosfeer botsen met deeltjes daar en dat dan de afkomst van de ‘straling’ (verkeerd woord als je ’t over deeltjes hebt) moeilijk te traceren is. Maar met behulp van de röntgensatelliet NuSTAR van de NASA zijn sterrenkundigen er toch in geslaagd om in ieder geval één bron duidelijk te identificeren: Eta Carinae, de zwaarste en meest lichtkrachtige ster binnen een straal van 10.000 lichtjaar van de aarde. Eigenlijk is het een dubbelster, met twee componenten die zeer dicht bij elkaar staan (op z’n nauwst slechts 225 miljoen km, pakweg de afstand zon-Mars), de één 90 en de ander 30 keer zo zwaar als de zon.
Met NASA’s Fermi gammasatelliet was al gammastraling vanuit de richting van Eta Carinae gedetecteerd, maar omdat de resolutie van die satelliet niet helemaal geweldig is kon de (dubbel)ster niet als bron worden geïdentificeerd. Maar NuSTAR kan dat dankzij zijn veel betere resolutie wel. De sterrenkundigen konden zien dat vooral tijdens de dichtste nadering van de sterren van Eta Carinae, hetgeen met hun baan rondom het gemeenschappelijk zwaartepunt eens per 5,5 jaar optreedt, ‘harde’ (energierijke) röntgenstraling wordt uitgezonden.
De twee sterren hebben allebei een zeer sterkte sterrenwind, die bij hun ‘perihelium’ (dichtste nadering) botsen. Er ontstaan dan schokgolven en de relativistische elektronen die daar ontstaan zijn een bron van de kosmische straling die de aarde treft, aldus de sterrenkundigen in dit artikel, dat afgelopen maandag in Nature Astronomy verscheen. Bron: NASA.