11 oktober 2024

Voor de vierde keer een kometoïde ontdekt

Die punt is P/2008 R1

Die punt is P/2008 R1. Credit: Gordon Garrad.

Er was een tijd dat alles simpel was. Zag je aan de hemel een bewegend vaag vlekje met een staart erachter dan wist je ‘dit is een komeet’. Was het een strakke stip zonder vaagheid dan was het een planetoïde. Simpel. Kometen komen uit de Kuiperwolk voorbij Neptunus en onder invloed van die gasreus worden sommige ijsbollen richting binnendelen van het zonnestelsel geslingerd. Planetoïden houden zich tussen Mars en Jupiter op en die laatste heeft dezelfde neiging als Neptunus, maar dan met planetoïden. Ook da’s allemaal simpel. Maar zucht oh zucht, de natuur zit toch weer ingewikkelder in elkaar dan we dachten. Want op 2 september 2008 werd door Gordon Garrad, sterrenkundige van de Siding Spring sterrenwacht in Australië een planetoïde ontdekt, die gehuld was in een grote stofwolk en die een staart had die van de zon af is gericht. In de catalogi heet het object P/2008 R1. De kometoïde, zoals ‘ie wordt genoemd, is niet de allereerste in z’n soort. Er werden drie eerdere kometoïden ontdekt, de eerste al weer dertien jaar geleden. Dat was 133P/Elst-Pizarro, die al in 1979 als planetoïde was ontdekt, maar waarvan in 1996 werd vastgesteld dat ‘ie een staart had. De term kometoïde is nog zo vers dat ‘ie de Wikipedia niet heeft gehaald, zelfs de Engelse versie niet. Wachten hoe lang dat duurt. Afijn, die planetoïde met een staart genaamd P/2008 R1 draait in 4,5 jaar in een licht elliptische baan om de zon. Het is met een middellijn van slechts 700 meter een klein ding. De baan van P/2008 r1 is vreemd, want een dergelijke baan zou op kosmologische schaal binnen een korte periode van 20 á 30 miljoen jaar  instabiel zijn. Vermoedelijk dat ‘ie dus oorspronkelijk ergens anders bivakkeerde. Men denkt nu dat zich in de planetoïdengordel tussen Mars en Jupiter in de middelste en buitenste delen daarvan meer van dergelijke objecten bevinden: ijsachtige planetoïden dus. Normaal zijn ze niet te zien doordat hun ijsrijke inwendige door een donkere korst van de buitenwereld wordt afgeschermd. Maar als ze een zwieper van de planeet Jupiter krijgen kunnen ze richting zon migreren en dan kan onder invloed van diezelfde zon de korst hier en daar openscheuren en dan kan dat ijs naar buiten stromen. En zodoende krijgen we een planetoïde te zien die op een komeet lijkt. Afijn, het woordenboek der sterrenkundetermen kan weer worden aangevuld. Bron: NRC-Handelsblad, 9 mei 2009.

Share

Speak Your Mind

*