Wetenschappers van NASA hebben de kosmische stofdeeltjes nagemaakt die overal voorkomen in de interstellaire ruimte. Hiertoe hebben ze gebruik gemaakt van een speciaal apparaat, de Cosmic Simulation Chamber (COSmIC), waarin de processen worden nagebootst die plaatsvinden in de atmosfeer van rode reuzensterren – processen die uiteindelijk leiden tot de productie van ruimtestof. Als de geproduceerde stofdeeltjes inderdaad lijken op hun tegenhangers in de ruimte (en daar zijn ze behoorlijk zeker van), dan blijkt kosmisch stof veel complexer te zijn dan gedacht.
NASA zegt hierover het volgende:
“Tijdens de experimenten met COSmIC zijn we in staat geweest om stofdeeltjes te maken (en te detecteren) van uiteenlopende grootte: nanodeeltjes van 10 nanometer, korrels van 100 tot 500 nanometer en zelfs grote korrels van 1,5 micrometer, oftewel een tiende de dikte van menselijk haar. Met behulp van SEM hebben we de eigenschappen en structuur van de korrels uitgebreid kunnen bestuderen.
De resultaten zullen belangrijke gevolgen hebben – niet alleen voor de interstellaire astrofysica, maar ook voor planetaire wetenschappen. De resultaten bevatten namelijk nieuwe aanwijzingen voor welke soorten stofkorrels allemaal voorkomen in interstellair stof. Dat heeft op zijn beurt ook
Eigenaardig dat er zoveel argon in zo’n stofdeeltje zit. Ik zou veel eerder aan elementen als zuurstof, aluminium, silicium hebben gedacht. Argon is toch niet een basaal bestanddeel van rotsachtige planeten, lijkt me.
Het gaat ook over sterrenstof, niet planeten. En argon is een edelgas wat je dus in pure vorm zal vinden. De elementen die je noemt zijn geen van allen edel en die komen bijna altijd in gebonden vorm, als moleculen, voor. Sterren maken argon en na een supernova komt dat in de ruimte terecht. Op aarde is het, het op 2 na meest voorkomende gas in de atmosfeer