Dat Tabby’s ster (ook wel bekend als KIC 8462852) de meest mysterieuze ster van onze Melkweg is hadden we al eerder gezien – de ster die door de amateurs van de Planet Hunters als eerste werd opgemerkt met z’n enorme dips in de lichtcurve en die vervolgens bestudeerd werd door de Yale-sterrenkundige Tabetha Boyajian (vandaar de bijnaam van de ster). De ster van spectraalklasse F, 45% zwaarder dan onze eigen zon en 1480 lichtjaar verderop gelegen in het sterrenbeeld Zwaan (zie kaartje hierboven), bleek uit de waarnemingen tussen 2009 en 2013 met de Kepler ruimtetelescoop zeer grote variaties in de lichtkracht te hebben, tien niet periodieke en in vorm onregelmatige dips, die niet verklaard konden worden met astronomische oorzaken zoals stofwolken, komeetzwermen en grote exoplaneten.
Dat zorgde ervoor dat sommige sterrenkundigen – met name Jason Wright (Pennsylvania State University) – zich vertwijfeld afvroegen of er niet een geciviliseerde beschaving rond Tabby’s ster zit, die bezig is een Dyson schil rondom de ster te bouwen, waardoor af en toe het sterlicht verduisterd wordt, zoals hierboven gevisualiseerd door Astroblogs-auteur en illustrator Daniëlle Futselaar.
Vervolgens kwam daar de studie van Bradley Schaefer (Louisiana State University), die 1200 fotografische platen van Harvard in de DASCH (Digital Access to a Sky Century@Harvard) database had bestudeerd, de periode tussen 1890 en 1989 bestrijkend, waaruit bleek dat Tabby’s ster in een eeuw tijd geleidelijk 15% in helderheid was afgenomen. Schaefer’s onderzoek leverde echter kritiek op, want de vraag was of die platen wel betrouwbaar waren. Andere sterren bleken een vergelijkbare achteruitgang in hun lichtkracht te hebben, dus wellicht was er een andere oorzaak, veranderingen in de gebruikte meetapparatuur.En nu is daar opnieuw nieuws over Tabby’s ster: het tweetal sterrenkundigen Ben Montet (Caltech) en Joshua Simon (Carnegie Observatories) heeft op een nieuwe manier naar Tabby’s ster gekeken en wel door de zogeheten full-frame images (FFI) van Kepler te gebruiken, waarvan er acht tijdens het begin van de missie werden gemaakt en vervolgens iedere maand van de missie eentje. Die waren nooit eerder gebruikt. Montet en Simon keken hierbij niet alleen naar Tabby’s ster, maar ook naar zeven nabije vergelijkingssterren – hier hun vakartikel. Wat blijkt: de helderheid van Tabby’s ster is in de eerste drie jaar van Kepler’s missie met 0,341% +/- 0,041% per jaar afgenomen, de zes maanden (200 dagen om precies te zijn) daarna was er een nog grotere afname van maar liefst 2,5% en vervolgens bleef de lichtkracht stabiel (zie afbeelding).
De vergelijkingssterren bleken geen afname in lichtkracht mee te maken. Ook leverde het onderzoek van Montet en Simon een bevestiging op van het onderzoek van Schaefer, tenminste voor zover het gaat over achteruitgang van de lichtkracht van Tabby’s ster tijdens de periode 2009-2013. Resumerend: Tabby’s ster blijkt dus eigenlijk drie soorten variaties in lichtkracht te kennen:
- de grote dips in de lichtcurve, die door de Planet Hunters en Tabetha Boyajian zijn onderzocht (zie afbeelding), dips die variëren van 1 tot wel 20% (!) daling in lichtkracht.
- de geleidelijke afname in de lichtkracht van zo’n 15% per eeuw, zoals waargenomen door Schaefer en bevestigd door Montet en Simon.
- de snelle afname in de lichtkracht gedurende 200 dagen, zoals waargenomen door Montet en Simon.
Dat betekent dus dat de sterrenkundigen een verklaring moeten vinden voor alle drie afnames in de lichtkracht van Tabby’s ster. Voor de eerste afname – de grote dips in de lichtkracht, waar het allemaal mee begon, is dat al een hele opgave gebleken, laat staan als alle drie de afnames verklaard moeten worden. Ik wens de sterrenkundigen veel succes toe bij hun onderzoek aan Tabby’s ster. De ogen zijn nu gericht op Boyajian, die van plan is om met behulp van een campagne op Kickstarter een financiering rond te krijgen om de naar haar genoemde ster opnieuw te gaan bestuderen. Dat wil zij gaan doen met behulp van het Las Cumbres Observatory Global Telescope (LCOGT) Network, dat haar reeds 200 waarneemuren heeft gegeven, dus wie weet dat we snel nieuws te horen krijgen over de meest mysterieuze ster van de Melkweg. Bron: Centauri Dreams + New Scientist + Gizmodo.
Wat ik nou mis in het hele verhaal zijn de veranderingen in het spectrogram dat aangeeft wat er zoal verstookt wordt. Wat zegt een flux nu precies, zo los je geen raadsel op.
Het spectrum van de ster is te zien in Boyajian’s oorspronkelijke artikel where is the flux. Maar dat spectrum is niet zo bijster interessant, dat veranderd niet. Wat denk je daaraan te kunnen zien? En eh…. “wat er verstookt wordt”, je doet alsof het een stoomlocomotief is. 😀
Het artikel schiet me weer te binnen Arie, bedankt. Er zit een puist aan de zijkant van die ster, hij is ovaal. Dat kan betekenen dat de corona en de fusiereacties worden beïnvloed door een aantrekkende massa die we niet zien. Als gevolg kan door getijdenwerking de fotonenflux weer beïnvloed worden, die zijn bij onze zon 20.000 -150.000 jaar onderweg van de core en komen van alles tegen. Dat had je al eerder beschreven, http://www.astroblogs.nl/2014/07/06/hoe-lang-doet-een-foton-erover-de-rand-van-de-zon-te-bereiken/ Het enige probleem is dat je dan een cyclisch fenomeen verwacht. Leuk dat Kepler ook nog mee kan doen in het onderzoek. http://www.dailygalaxy.com/my_weblog/2016/08/unknown-forces-at-work-alien-megastructure-star-decreasing-in-brightness-at-unprecedented-rate.html Het spectrum zegt inderdaad niet veel in het artikel, dat moet je zien tijdens zo´n dip.
Tja ik vind dat hele Dyson schil verhaal maar sciencefiction.
Ze gaan er ook altijd maar vanuit dat elke evolutie hetzelfde verloopt als hier op aarde.
En dat zoals wij denken en doen, elk wezen met hetzelfde intelligentie niveau (of hoger) ook denkt en doet.
Dat noemen ze bij mij thuis wensdenken.
Al met al zal wel weer blijken dat er een volkomen normale evolutie stap aan de gang is, die zij waarschijnlijk nu voor het eerst waarnemen bij een ster.
Bedoel je een volkomen normale evolutiestap bij biologisch leven of bij het leven van een ster?
groet,
Gert (Enceladus)
Als het een volkomen normale evolutiestap in het leven van F-type sterren is, dan zou je toch verwachten dat de stap ook voorkomt bij de miljoenen andere F-type sterren, die in de Melkwegstelsel zijn en die de sterrenkundigen continu in de gaten houden? En mocht het een héél korte evolutiestap zijn, dan nog zou je ‘m bij enkele van die andere F-type sterren moeten zien? Waarom alleen bij Tabby’s ster?
Juist Arie! Spijker op de kop:) Blijft een bijzonder boeiend fenomeen!
Helemaal mee eens Arie, maar Peter heeft het over ‘een volkomen normale evolutiestap’ en als hij daarmee de evolutie van F-type sterren bedoelt, dan geldt wat jij zegt. Als hij daarmee evolutie bij biologisch leven bedoelt, dan vraag ik me af waarop hij de mening baseert dat het een volkomen normale stap is, want vooralsnog kennen we maar één planeet met biologisch leven en is het maar zeer de vraag wat daar ‘volkomen normaal’ aan is.
groet,
Gert (Enceladus)
Ik bedoelde een levensloop van een ster. En ik moet zeggen dat ik het baseer op niks wetenschappelijk, is gewoon een vermoeden van mij.
En Arie stelt goede vragen daarover, ik weet het niet, maar om meteen er een beschaving tegenaan te gooien die daar een schil omheen bouwt vind ik toch te ver gaan.
En Gert zegt: “want vooralsnog kennen we maar één planeet met biologisch leven en is het maar zeer de vraag wat daar ‘volkomen normaal’ aan is.”
En daar kan ik me bij aansluiten.
En we moeten niet vergeten dat wij nog niet zolang naar boven kijken, en dat we dus nog heel veel dingen gaan zien die we niet verwachten en we daardoor theorieen zullen moeten aanpassen.
Eerlijk gezegd heb ik ook het idee,
dat daar iemand met het lichtknopje zit te spelen 🙂
Tja, ook een Kardasjov type II-beschaving zal wel geplaagd worden door lastige pubers… 😉
groet,
Gert (Enceladus)
1.Overall licht afname kan cyclies zijn en dood normaal.2. Er zijn maar TWEE grote dips over plusminus 1500 dagen. (zie schaal verdeling)3.Monet/Simon grafiekje is: vier maal drie maanden en dat vier keer naast elkaar gelegd zijnde de vier jaar van waarneming. Twee observatie bronnen en de corrigeer kruisjes. Vreemd toch, dezelfde kromming? Maarrrrrr: Ze hebben Kepler elk kwartaal met z’n kont weer goed naar de zon gezet. Volgens mij is er niet goed gekompenseer voor het licht, of heeft een slagschaduw of afgebogen licht van/door Kepler zelf roet in het eten gegooid. Het werkelijk belangrijke punt van aandacht is de aanwezigheid van die twee pieken. Op welk moment traden die op en welke relatie kun je tussen die twee punten leggen. Wie wat waarom rookgordijnen?
Ik denk dat we eenvoudig nog te weinig weten wat er allemaal mogelijk is in het Heelal. Er zijn zaken die we gewoon nog nooit gezien hebben en dus niet kunnen verklaren. Evengoed is het wel een Alien object, weten wij veel..
Maar die kans is natuurlijk uitermate klein, naar mijn idee zijn daar zaken aan de gang die we voor het eerst waarnemen en moet iemand nog met een theorie of verklaring komen om het te verklaren..