Sterrenkundigen hebben een ster ontdekt in de buitenste regionen van het Melkwegstelsel, die een ‘chemische vingerafdruk’ heeft, die erop wijst dat die ster de sporen bevat van de allang verdwenen vroegste sterren in het heelal. Die eerste generatie van sterren – ook wel de Populatie III sterren genoemd – bestond uit zeer zware sterren, die maar korte tijd leefden en die bij aanvang alleen maar uit de oermaterialen waterstof en helium bestonden. We praten over sterren van enkele honderden zonsmassa zwaar, die na een kort maar heftig leven als zogeheten ‘pair-instability supernova’ explodeerden en waarvan de restanten niet meer zijn terug te vinden. Nou ja, niet als herkenbare supernovarestanten, wél als sporen in de sterren die na hen ontstonden. Het gas wat die eerste generatie sterren de ruimte in blies kwam namelijk later terecht in volgende generaties sterren en de nu gevonden ster, LAMOST J1010+2358 geheten, is zo’n ster, die het gas van die allereerste generatie sterren bevat. Een team van sterrenkundigen van onder andere het National Astronomical Observatory of Japan (NAOJ) en de National Astronomical Observatories of China (NAOC) maakte gebruik van de Chinese LAMOST telescoop én van NAOJ’s Subaru Telescoop en daarmee konden ze de spectrale vingerafdruk van LAMOST J1010+2358 nauwkeurig bepalen. De ster ligt 3000 lichtjaar van ons vandaan in de richting van het sterrenbeeld Leeuw en daarmee konden ze zien dat de ster een samenstelling heeft die overeenkomt met die van de Populatie III sterren. Hieronder de gevonden chemische vingerafdrukken, met drie mogelijke modellen van de ster wiens gas in LAMOST J1010+2358 terecht kwam. Uiteindelijk blijkt dat een ster te zijn geweest die minstens 140 zonsmassa zwaar was.
Meer informatie vind je in het vakartikel van Qian-Fan Xing et al. “A metal-poor star with abundances from a pair-instability supernova”, verschenen in Nature op 7 juni 2023.
Bron: Subaru.
Speak Your Mind