Een team van sterrenkundigen onder leiding van Nederlandse onderzoekers heeft een blauwe flits ontdekt die zich niet zoals gebruikelijk binnen een stervormingsgebied bevindt, maar erbuiten. Ze doopten het verschijnsel ‘de Vink’ (the Finch) in lijn met eerdere blauwe flitsen als de Koe, de Koala, de Kameel en de Tasmaanse duivel. Ze publiceren hun bevindingen binnenkort in MNRAS Letters.
In 2018 waren sterrenkundigen getuige van een intense explosie die tien tot honderd keer helderder was dan de gemiddelde supernova. Deze explosie kreeg de aanduiding AT2018cow, bijgenaamd ‘de koe’. Het was het eerste voorbeeld van felle snelle blauwe optische verschijnselen (Luminous Fast Blue Optical Transients ofwel, LFBOT’s). Tot nu toe is slechts een handvol van deze merkwaardige gebeurtenissen vastgelegd. Ze kregen elk als bijnaam de naam van een dier, geïnspireerd op de laatste letters van hun astronomische aanduiding.
Snelle blauwe flitsen
De felle snelle blauwe flitsen zijn maar een paar dagen te zien. Dit in tegenstelling tot supernova’s die weken of maanden duren. Het is onduidelijk waardoor deze flitsen worden veroorzaakt en de nieuwste blauwe flits roept alleen maar meer vragen op. Want in tegenstelling tot de eerdere blauwe flitsen bevindt de Vink zich niet in een sterrenstelsel, maar erbuiten. De Vink bevindt zich tussen een spiraalstelsel en een satellietstelsel.
Tot nu toe werd gedacht dat de blauwe flitsen een zeldzaam soort supernova waren. Maar supernova’s ontstaan uit grote sterren die maar kort leven en geen tijd hebben om los te komen van het sterrenstelsel waarin ze zijn ontstaan.
LFBOT
“Hoe meer we leren over de LFBOT’s, hoe meer ze ons verrassen”, zegt sterrenkundige Ashley Chrimes. Hij werkt nu bij ESA in Noordijk en was ten tijde van de ontdekking onderzoeker aan de Radboud Universiteit. Omdat de flitsen snel ontstaan en ook weer snel verdwijnen, zoeken astronomen ernaar met telescopen die continu grote stukken hemel in de gaten houden. De Vink werd ontdekt met de Zwicky Transient Facility die elke twee dagen de hele noordelijke sterrenhemel in kaart brengt. Zodra de Vink was ontdekt, zetten de onderzoekers een reeks aan vooraf geplande waarnemingen in werking. Ze keken onder meer met de Gemini South telescoop, ruimtetelescoop Hubble, de Chandra ruimtetelescoop en de Very Large Array.
Ontploffing
Om de ongebruikelijke plek van de Vink te verklaren, denken de onderzoekers dat er misschien sprake was van de ontploffing van een extreem snel bewegende ster. Een alternatieve hypothese is dat het gaat om twee neutronensterren die miljarden jaren lang in steeds krappere spiralen naar elkaar toe bewogen en met elkaar zijn gebotst.
In de toekomst hopen sterrenkundigen meer blauwe flitsen te ontdekken zodat ze het fenomeen kunnen ophelderen. Ze hebben hun hoop onder andere gevestigd op het in aanbouw zijnde Vera C. Rubin Observatory in Chili. Die telescoop gaat elke paar nachten de hele zuidelijke sterrenhemel scannen.
Meer informatie vind je in het vakartikel AT2023fhn (the Finch): a Luminous Fast Blue Optical Transient at a large offset from its host galaxy. Door: A.A. Chrimes, P.G. Jonker, et al. Geaccepteerd voor publicatie in MNRAS Letters.
Bron: Radboud Universiteit.
Speak Your Mind