De Europese ruimtevaartorganisatie ESA is bezig om de ruimtetelescoop Euclid, die op 1 juli vorig jaar werd gelanceerd, te ‘ont-ijzen’, dat wil zeggen te ontdoen van een héél dun laagje ijs dat zich op de één van de instrumenten heeft afgezet. Bij het fine-tunen en calibreren van onder andere het visible instrument (VIS) van Euclid zag men dat er een geleidelijke afname was van de hoeveelheid licht die van sterren werd gemeten en dat kwam doordat er een dun laagje ijs, niet dikker dan een DNA-streng, op de spiegel was gevormd. Bij de assemblage van een telescoop heb je altijd dat er een klein beetje water vanuit de lucht binnendringt en als de telescoop dan eenmaal in de ijskoude ruimte is kan dat water bevriezen. Het ijs hecht zich aan het eerste oppervlak wat voorhanden is en ongelukkigerwijze was dat nu de spiegel van VIS.
Kort na de lancering was er al een outgassing campaign’, een korte fase van opwarming waarmee interne verwarmers én de zon moesten zorgen voor sublimatie van de meeste watermoleculen. Maar kennelijk bleef een deel van de watermoleculen toch achter en wel in de isolatielagen van de telescoop. Risico van opwarming is dat door de temperatuursverandering de hele mechanische structuur van de telescoop verandert en dat de verhoudingen anders kunnen worden. Dat moet dan weer worden gecorrigeerd met nieuwe fine-tuning en calibraties, maar dat kost tijd. Na het testen kwam naar voren dat het zicht iets verslechterde en dat kwam omdat zich een laagje ijs van enkele tientallen nanometers dik had gevormd op sommige delen van de spiegel van VIS. Wat ze nu willen gaan doen is niet de hele telescoop op te warmen, maar slechts de 1,2m grote spiegel van de twee instrumenten waarop het in zit (naast VIS ook het NISP instrument). Die willen ze ‘ont-ijzen’ zoals ze het noemen. Op deze manier hopen ze te voorkomen dat het gehele instrument weer moet worden gecalibreerd, iets dat maanden kan duren.
Euclid zal miljarden sterrenstelsels tot op 10 miljard lichtjaren afstand observeren om de grootste, meest nauwkeurige 3D-kaart van het heelal te maken, waarbij de derde dimensie de tijd zelf voorstelt. Deze gedetailleerde kaart van de vorm, positie en beweging van sterrenstelsels zal ons inzicht geven in hoe materie is verspreid over immense afstanden en hoe de uitdijing van het heelal zich heeft ontwikkeld in de loop van de kosmische geschiedenis. Hieruit kunnen astronomen de eigenschappen van donkere energie en donkere materie afleiden. Dit zal theoretici helpen om de rol van zwaartekracht beter te begrijpen en de aard van deze raadselachtige entiteiten vast te stellen. Om de ambitieuze wetenschappelijke doel te bereiken, is Euclid uitgerust met een spiegeltelescoop van 1,2 m die de twee innovatieve wetenschappelijke instrumenten voedt: VIS, dat zeer scherpe beelden van sterrenstelsels maakt die een groot deel van de hemel bestrijken, en NISP, dat het infrarode licht van sterrenstelsels per golflengte kan analyseren om hun afstand nauwkeurig vast te stellen.
Bron: ESA.
Speak Your Mind