Met behulp van de Hubble-ruimtetelescoop zijn twee mini-sterrenstelsels ontdekt die miljarden jaren lang door de kosmische leegte gereisd hebben, maar nu zijn ‘aangekomen’ bij een dichtbevolkte cluster van sterrenstelsels. Als gevolg hiervan zijn de ministelsels gaan gloeien van stervorming. De twee stelsels gaan door het leven als Pisces A en B en zijn laatbloeiers omdat ze het grootste deel van hun leven hebben doorgebracht in de zogenaamde Lokale Leegte (Local Void), een gebied van zo’n 250 miljoen lichtjaar groot waarin nauwelijks sterrenstelsels gevonden kunnen worden. Nu is het tweetal echter een stukje heelal binnengedrongen met een veel hogere gasdichtheid, waardoor de vorming van nieuwe sterren is aangewakkerd. De twee ministelsels bevatten slechts tien miljoen sterren en meten slechts een paar duizend lichtjaar in diameter – meer dan honderd keer kleiner dan onze Melkweg dus. De afstand tot Pisces A en B bedraagt respectievelijk 19 en 30 miljoen lichtjaar tot de aarde. Vanwege hun geringe grootte zijn de twee stelsels bijzonder lichtzwak. Hoe hebben astronomen ze dan kunnen vinden? Hierbij is gebruik gemaakt van radiotelescopen om de verdeling van waterstofgas in de Melkweg in kaart te brengen. Bij de waarnemingen zijn duizenden kleine bolletjes of ‘blobs’ van waterstof aangetroffen. De meeste hiervan zijn gaswolken binnen het melkwegstelsel, maar zo’n vijftig ervan bevinden zich buiten de Melkweg. Dit zijn kandidaat-sterrenstelsels en vervolgwaarnemingen die verricht zijn met Hubble hebben uitgewezen dat twee van die blobs inderdaad dwergstelsels zijn. Omdat ze zich, gezien vanaf de aarde, in de richting van het sterrenbeeld Vissen (Pisces) bevinden, hebben ze de namen Pisces A en Pisces B ontvangen. Beide sterrenstelsels zijn nogal arm aan ‘metalen’ (elementen zwaarder dan helium) en dat betekent dat hun stervorming op een laag pitje moet hebben gestaan. Dankzij de scherpe blik van Hubble zijn in beide stelsels enkele tientallen hete, blauwe sterren aangetroffen, die niet ouder zijn dan honderd miljoen jaar. Dat lijkt te suggereren dat de stervorming in beide stelsels de laatste honderd miljoen jaar in een hogere versnelling is gezet.
Bron: Hubble
Speak Your Mind