Door onderzoek te doen aan dwergsterenstelsels heeft een internationaal team van sterrenkundigen van drie instituten (University of Surrey, Carnegie Mellon University en ETH Zürich) ontdekt dat het lijkt alsof donkere materie kan worden ‘opgewarmd’ – iets waar twee jaar geleden ook al aanwijzingen voor zijn gevonden. Ze bestudeerden 16 dwergstelsels, kleine, lichtzwakke sterrenstelsels die meestal in de buurt van grote sterrenstelsels te vinden zijn. Daarbij keken ze met name naar de sterformatie in de dwergstelsels, waarbij verschillende snelheden van sterformatie werden waargenomen. Dat blijkt van invloed te zijn op de hoeveelheid donkere materie in de stelsels. Donkere materie is weliswaar niet direct te zien, omdat het niet reageert met gewone materie via de sterke of electromagnetische wisselwerking, maar door z’n zwaartekrachteffecten is het wel indirect te zien.
Uit het onderzoek, dat geleid werd door Justin Read, komt naar voren dat als de dwergstelsels in hun kern een hoge snelheid van sterformatie hebben dat zorgt voor ‘opwarming’ van de donkere materie. Dat gaat als volgt: de jonge sterren, die door de sterformatie ontstaan zijn, zorgen er met hun sterke sterrenwind voor dat gas en stof uit de centra van de stelsels worden weggeblazen. Dat doet de massa van gewone materie daar verminderen. De donkere materie in die centra voelt die vermindering door de afgenomen zwaartekracht van gewone materie en dat zorgt er voor dat de energie van de donkere materie toeneemt en deze uit het centrum wegtrekt – dát is de opwarming van donkere materie. Hier het vakartikel over de waarnemingen aan de 16 dwergstelsels, verschenen in the Monthly Notices of the Royal Astronomical Society. Bron: Medium.com.
Speak Your Mind