5 oktober 2024

Infografiek: alternatieven van de oerknaltheorie

Credit: Andrew Fruchter (STScI) et al., WFPC2, HST, NASA.

De theorie dat het heelal 13,8 miljard jaar geleden ontstaan is met de oerknal (Engels: ‘Big Bang’) mag dan wel door talloze argumenten gestaafd worden, het blijft nog altijd een theorie. Komt er iemand morgen met het overtuigende bewijs dat het toch anders is gegaan dan gaat de oerknaltheorie de prullenbak in, simpel. En laten we niet vergeten: er zijn andere theorieën over het ontstaan van het heelal en dan heb ik het niet over de gelovigen, die denken dat God het even in een paar daagjes deed. In de infografiek hieronder even alle theorieën op een rijtje, zowel de oerknal als de alternatieven.

Credit: Karl Tate/Space.com

Bron: Space.com.

Share

Comments

  1. Dan wil ik dit toch wel even mijn versie laten lezen uit 2008 toen ze nog bezig waren om dieper in space te kijken dan 13 miljard lichtjaar

    http://home.versatel.nl/edhoeven/megabigblackholthebigbamandaround.html

    Wij kijken nu vanaf de Aarde naar de ruimte, .. zoals wij vroeger dachten dat de Aarde plat was.

    En houden vast aan kortzichtig Big-Bang theorie, terwijl zwaartekrachten veel meer invloed hebben op wat we eigenlijk zien en denken te zien qua afstand en uitdijing van alles.

    • Ik wil niet vervelend overkomen, maar je “Engels” is **tenenkrommend** slecht. Daardoor wordt je artikel volledig onleesbaar.

      Je hebt het in je schrijfsel over “de theorie van edhoeven”. Een misvatting jouwerzijds. De Wikipedia zegt over een theorie onder andere het volgende:

      “Een theorie is een geheel van denkbeelden, hypothesen en verklaringen die in onderlinge samenhang worden beschreven. In de wetenschap is een theorie een toetsbaar model ter verklaring van waarnemingen van de werkelijkheid.”

      Zie:

      http://nl.wikipedia.org/wiki/Theorie

      Jouw “theorie” is, al sinds 2008, niet meer dan een hypothese.

      Je artikel, ik kan er kop noch staart aan vinden.

      Ik houd het, speciaal voor Astroblogs, hierbij.

  2. Enceladus zegt

    @Ed: Ik moet mijn voornaamgenoot helaas wel gelijk geven.

    Je opent met ” the space and big bang explosion 13 billion light years ago”.

    Ik haak dan meteen al af, want als je een eenheid voor afstand gebruikt om iets in tijd uit te drukken, dan moet je niet gek opkijken als geïnteresseerde, maar redelijk belezen leken zoals ik meteen afhaken. Laat staan dat iemand die wetenschappelijk geschoold is dan nog de moeite neemt om verder te lezen.

    Sorry…

    groet,
    Gert (Enceladus)

  3. Oke oke mijn Engels is gewoon bar slecht, sorry hiervoor!,

    Maar wat ik probeer duidelijk te maken is dat de ruimte gewoon oneindig is, en dat we ons beperkingen opleggen met de zogenaamde Big-Bang theorie, omdat… ( in the beginning, er was niets, de ruimte was leeg, en ineens was er de Big-Bang ).., dat zou kunnen betekenen dat de ruimte eindig is bij het begin van die Big-Bang .

    We kunnen nu toch veel verder kijken dan dat? Dus zoals ik het zie, is er nooit op die manier een Big-Bang geweest.

    Ook over het uitdijen van de ruimte, dat wat wij zien?, kan een vervormd beeld zijn onder invloed van onderlinge! zwaartekrachten! van alles, naar mate de afstand groter word, dus hoe verder weg wij kunnen kijken dan neemt de visuele vertekening ook toe, en de afstand van wat wij zien verder weg lijkt te zijn dan het in werkelijkheid is.

    Alles (Melkwegen) wat steeds verder weg is, is er een steeds grotere rood verschuiving in het zichtbare spectrum, naar lagere golflengtes.
    Dit zou wel eens onder invloed kunnen zijn van onderlinge zwaartekrachten waardoor de lichtsnelheid vertraagd wordt van alles wat we hier uiteindelijk zien, en daardoor dat het lijkt dat de ruimte uitdijt, of anders gezien meer uitdijt dan het werkelijk zou kunnen zijn.

    Gezien het feit, dat bij een Black-Hole het licht wat te dichtbij is, er niet uit komt, en er een tussen fase is in radiogolven, (het licht dat sterk vertraagt word, maar en nog wel uit komt),.

    Naar mijn idee, heeft dus vele onderlinge zwaartekrachten ook invloed, de gezegde, vele kleintjes maken 1 grote, geldt hier dus ook, vele sterren en melkwegen toenemend in afstand naar de richting wij kijken, lijken steeds verder weg te staan, onder invloed van hun onderlinge zwaartekrachten, waardoor de snelheid van het licht afgeremd wordt.

    Over theorie gesproken, zou een verkeerd woord keuze van mij kunnen zijn op mijn website, maar ik kan ook niet zeggen dat het feiten zijn, dus hou ik het op theoretisch gezien,

    Mogelijk bestaat er een betere woord keuze hiervoor, dan hoor ik dat wel..?

    Vertalen in woorden van wat je denkt en ziet in gedachte, is voor sommige moeilijker dan andere, ik val daar ook onder, … ook in mijn Nederlands, helaas, .

  4. Edu, uit je eerste alinea blijkt dat je het beeld hebt dat de Big bang iets is wat zich afspeelde in de ruimte (“..er was niets, de ruimte was leeg, en ineens was er de Big-Bang”), maar dat is nou juist wat er niet gebeurde. Met de oerknal ontstonden namelijk de ruimte en tijd, die waren er daarvoor helemaal niet. Het was de ruimte die expandeerde en de materie en straling expandeerden mee. De expansie gaat vandaag de dag – 13,8 miljard jaar later – nog steeds door en aangezien de afstotende werking van de donkere energie groter is dan de aantrekkende werking van de zwaartekracht van de (donkere) materie zal de expansie nooit en te nimmer stoppen.

  5. Dankje Arie, als dat het verschil is, heb ik het al die tijd niet goed begrepen, keep learning…. ^^

  6. Gezien alle reacties op edhoeven ben ik heel erg benieuwd naar jullie reactie op mijn mogelijk alternatief op de Oerknaltheorie. Daar valt ook nog eens 1000 euro mee te verdienen.

    Zie http://alternatiefoerknaltheorie.nl/

    Groet, Henk.

  7. Beste Henk,

    Bedankt voor je reactie en je durf om deze weddenschap aan te gaan. Uiteraard gaan we daar graag op in en ik wil daar nu een poging toe wagen. Je hypothese luidt als volgt: “…dat de roodverschuiving van vergelegen sterrenstelsels wordt veroorzaakt door een rotatie van de tijdsvector. Daaruit volgt de conclusie dat de ervaring van tijd wordt veroorzaakt door verplaatsing in de ruimte, e.a. bepaald door een natuurconstante die benadering 3,33 nanoseconde per meter groot is.” (inleiding). Voor een definitie van het begrip hypothese gebruik ik hier hetgeen erover wordt gezegd op Wikipedia (http://nl.wikipedia.org/wiki/Hypothese) namelijk: “Een hypothese is in de wetenschap een stelling die (nog) niet bewezen is en dient als het beginpunt van een theorie, een verklaring of een afleiding. Het is mogelijk zeer veel aanwijzingen te verzamelen die een hypothese steunen, maar één enkel negatief uitvallend experiment is voldoende om de hypothese te ontkrachten.”

    Ik constateer dat twee afbeeldingen op je website (op deze pagina: http://alternatiefoerknaltheorie.nl/Alternatief%20voor%20de%20Oerknaltheorie.html) niet zichtbaar zijn, dus ik kan niet ingaan op hetgeen daar precies over gezegd wordt. Op die laatste pagina kom je ook met een andere formulering van je hypothese, namelijk “Het heelal is rond en statisch”. In je eerste hypothese trek je de conclusie “dat de ervaring van de tijd wordt veroorzaakt door verplaatsing in de ruimte”, maar dat heeft m.i. niets te maken met “het heelal is rond en statisch.”

    In concentreer mij hier maar even op de tweede hypothese, namelijk dat het heelal rond en statisch is. Een aanname die je daar doet is dat alles met de lichtsnelheid beweegt, ook deeltjes met massa. Quote: “Dus alles waar wij uit bestaan verplaatst zich met 300.000 km in 1 seconde zonder dat wij ons daardoor gemiddeld in de ruimte verplaatsen. Uiteindelijk stelde ik me voor dat we bestaan uit minuscule deeltjes die zich allemaal met 300.000 km/s verplaatsen.” Dit is onjuist, want alleen deeltjes zonder rustmassa, zoals fotonen, kunnen met de lichtsnelheid reizen. Een deeltje met massa gaat altijd langzamer, want er zou een oneindige hoeveelheid energie nodig zijn om het tot de lichtsnelheid te versnellen. Op de pagina over de alternatieve relativiteitstheorie (http://alternatiefoerknaltheorie.nl/Alternatief%20voor%20de%20Relativiteitstheorie.html) zeg je dat snelheden hoger dan de lichtsnelheid c mogelijk zijn: “Met voldoende energie kunt u het deeltje versnellen tot een eigen snelheid die ver boven de 300.000 km/sec kan liggen. Ik heb het dus niet over de gemeten snelheid maar over de snelheid die het deeltje zelf ervaart, dus de afstand gedeeld door het tijdsverschil van de klok van dat deeltje.”. Hier kom je feitelijk met een nieuwe hypothese, namelijk dat er een verschil is tussen de ‘gemeten snelheid’ en ‘de snelheid die het deeltje zelf ervaart’. Die laatste snelheid kan volgens jou uitgerekend worden door de afstand te delen door het tijdsverschil van de klok van dat deeltje.

    OK, hier heb je dus enkele aannames, die te maken hebben met snelheid:
    * dat deeltjes met rustmassa de lichtsnelheid kunnen bereiken of zelfs sneller
    * dat er een verschil is tussen de gemeten snelheid en de ‘ervaren snelheid’

    Zoals ik zei kunnen deeltjes met rustmassa helemaal niet de lichtsnelheid bereiken of zelfs sneller gaan, omdat hiervoor een oneindig grote hoeveelheid energie nodig is. De lichtsnelheid kan wel benaderd worden, maar nooit bereikt, hetgeen in deeltjesversnellers zoals de LHC van CERN ook gebeurt met protonen. Einstein’s Speciale Relativiteitstheorie (SRT) geeft de formules waarmee dat wordt beschreven. Er zijn talloze experimenten gedaan, waarmee de SRT is bewezen, een inventarisatie van die experimenten is hier te lezen: http://en.wikipedia.org/wiki/Tests_of_special_relativity. Gezien deze overtuigende experimenten van de SRT is duidelijk dat deeltjes met rustmassa, zoals protonen en neutronen, niet met de lichtsnelheid of zelfs sneller kunnen gaan. Ergo: een aanname van je hypothese is onjuist en daarom is ook de hypothese onjuist.

    • Enceladus zegt

      Geef je straks een rondje van die 1.000 euro, Arie? 😉

      groet,
      Gert (Enceladus)

    • Dag Arie,

      ” Uiteindelijk stelde ik me voor dat we bestaan uit minuscule deeltjes die zich allemaal met 300.000 km/s verplaatsen.” Dit is onjuist, want alleen deeltjes zonder rustmassa, zoals fotonen, kunnen met de lichtsnelheid reizen. ”

      Dit heeft te maken met de definitie snelheid. Omdat wij zelf meereizen met alle materie om ons heen gaat het hier om een “eigen” snelheid van 300.000 km/s. Dat is iets anders dan de lichtsnelheid want die heeft in mijn voorstelling een “eigen” snelheid van oneindig en wordt in het inertiaalstelsel van de waarnemer met c gemeten.
      _____________________________________________

      “Op de pagina over de alternatieve relativiteitstheorie (http://alternatiefoerknaltheorie.nl/Alternatief%20voor%20de%20Relativiteitstheorie.html) zeg je dat snelheden hoger dan de lichtsnelheid c mogelijk zijn”

      Ook hier bedoel ik “eigen” snelheid.

      “eigen” snelheid is de afstand afgelegd in het inertiaalstelsel van de waarnemer gedeeld door de eigen tijd.
      _____________________________________________

      Een deeltje met massa kan dus nooit een voor een waarnemer gemeten snelheid krijgen groter dan c.

    • Dag Arie,

      Betreffende de uitspraak dat “alles een zee is van deeltjes die met de lichtsnelheid bewegen”.

      Deze uitspraak komt niet van mij maar stamt uit een wetenschappelijke bijlage van de Volkskrant uit 24 april 1993 maar wordt ook herhaald op http://boek.jacquesdebruijn.nl/53-zwaartekracht-en-deeltjes/

      Tot woensdag en groet, Henk.

      • Henk, ik wacht je reactie woensdag nieuwsgierig af. Ik ga er wel van uit dat alles wat op je website staat over de alternatieve oerknal en relativiteit ook gewoon jouw goedkeuring draagt, ook al is het kennelijk oorspronkelijk van iemand anders. Dat deeltjes zoals protonen met de lichtsnelheid reizen is niet iets wat je nu alleen op het conto van Jacques de Bruijn kunt schuiven, het is een pilaar in jouw hypothese over het statische heelal, dus ik neem aan dat deze aanname gewoon overeind blijft. Regel nummer 1 bij weddenschappen is – zoals je ongetwijfeld weet – dat de spelregels niet tijdens het spel worden veranderd, dus alles rondom je hypotheses en alle aannames daarin dragen je goedkeuring. Toch?

  8. Nog even een aanvulling op mijn eerdere argumentatie tegen Henk zijn hypothese. Hij geeft zelf aan dat er een verband is tussen de energie en snelheid van een deeltje: “Met voldoende energie kunt u het deeltje versnellen tot een eigen snelheid die ver boven de 300.000 km/sec kan liggen”. Dit kan dus feitelijk niet, maar ga even toch uit van het idee dat het wel zou kunnen. De aanname die Henk maakt luidt dat alle deeltjes net zo snel gaan als het licht en dat ze daarvoor meer energie nodig hebben dan ze bij rust zouden bezitten. Alle deeltjes in het heelal hebben dus meer energie dan we denken, omdat ze met de lichtsnelheid reizen. De hoeveelheid energie in het heelal is dus veel groter dan we denken, omdat alle schattingen van de energie uitgaan van niet-relativistische massadeeltjes, dus deeltjes die niet met de lichtsnelheid reizen. Via E=mc2 weten we dat energie staat voor massa, dus het heelal heeft veel meer massa. Dat betekent dat de gravitatiewerking van alle massa veel groter moet zijn dan we tot nu toe dachten en dat het heelal moet inkrimpen. Het gevolg: een krimpend heelal, geen statisch heelal. Henk z’n hypothese klopt dus niet.

  9. Ik zal vanavond nog komen met een iets exacter beschrijving van het gevolg van de toename van de massa van protonen, doordat ze met de lichtsnelheid of c reizen. Eigenlijk is die massa dan oneindig, maar voor de zaak vergeten we dat maar even. Ik volsta met de verwijzing naar de LHC-versneller, waar protonen worden versneld tot 99,9999964% van de lichtsnelheid en de massaenergie van de protonen is toegenomen tot ~3730 keer hun rustmassa. Hierdoor zou de zogenaamde kritische dichtheid van het heelal, de dichtheid die benodigd is om de expansie om te buigen tot een inkrimping, in één klap gehaald worden. Zelfs een statisch heelal, hetgeen volgens Henk bestaat, is met zo’n massaenergie per proton absoluut onmogelijk, het zou direct in elkaar moeten klappen.

    • Een deeltje met een snelheid van 0,999999964 c heeft voor mij een “eigen” snelheid van 13.888.888,4 . c.

      En de relativistische massa moet met een factor 13.888.888,9 maal de rustmassa zijn toegenomen.

      Nauwkeuriger wil mijn rekenmachine het niet uitrekenen.

      • Het blijft toch vreemd dat je aan de ene kant zegt dat je de Speciale Relativiteitstheorie (SRT) van Einstein steunt, de theorie die als postulaat heeft dat de lichtsnelheid c de hoogste snelheid in het heelal heeft. En aan de andere kant roep je doodleuk dat deeltjes een eigen snelheid kunnen hebben die veel hoger ligt, in dit geval 13,8 miljoen keer zo hoog! En de relativistische massa wordt daardoor 13,8 miljoen keer hoger (jouw berekening op jouw rekenmachine!!), maar nog steeds volhouden dat het heelal statisch is en niet instort onder z’n eigen gewicht/massa. Dat kan toch allemaal niet? Ergens op je site zeg je “Dus alles waar wij uit bestaan verplaatst zich met 300.000 km in 1 seconde zonder dat wij ons daardoor gemiddeld in de ruimte verplaatsen.” Ik kan zo’n heelal, waarin alles zich per seconde 300.000 km verplaatst” niet echt een statisch heelal noemen. Naar welke kant beweegt alles, kriskras door elkaar, één bepaalde kant uit? Ah daar is ‘ie weer, is er een voorkeursrichting voor die beweging van alles?

        • Zoals gezegd kun je verschillende defenities voor snelheid gebruiken.
          1- snelheid is de afstand die een deeltje aflegt in het inertiaalstelsel van een waarnemer gedeeld door door de tijd van de waarnemer
          2- “eigen” snelheid is de afstand die een deeltje aflegt in het inertiaalstelsel van een waarnemer gedeeld door zijn eigen tijd.

          Voor “eigen” snelheid schrijf ik altijd Ve, Ve= V/ sqrt( 1- (V/C)^2)
          Voor snelheid, zoals gebruikelijk V, V= Ve/ sqrt( 1+ (Ve/C)^2)

          Voor de bewegende klok geldt t’ en voor de waarnemer t
          t’= t. sqrt( 1- (v/c)^2)
          of anders geschreven
          t= sqrt( t’ + (s/c)^2) (s is de afstand afgelegd in het inertiaalstelsel van de waarnemer)

          Ik weet dat de definitie “eigen” snelheid nieuw is (en ik weet geen betere naam) maar met mijn voorbeeld van mijn reis naar Mars (24 februari 2014 op 15:09) probeer ik duidelijk te maken waarom het handig kan zijn om het op die manier te berekenen. Maar het is niet meer dan een andere manier van berekenen.

          Op mijn site op pagina http://alternatiefoerknaltheorie.nl/Alternatief%20voor%20de%20Oerknaltheorie.html probeer ik aan de hand van een wiel uit te leggen hoe je je als deeltje kunt verplaatsen (als deeltje op de velg van het wiel) zonder dat je gemiddeld in de tijd hoeft te verplaatsen. Het wiel kan immers op zijn plaats blijven terwijl het roteert.

          • Het sop is de kool niet waard.

            Zolang je dít met droge ogen durft op de schrijven:

            “Voor snelheid, zoals gebruikelijk V, V= Ve/ sqrt( 1+ (Ve/C)^2)”

            is íedere “discussie” zinloos, wegens volledige incompetentie jouwerzijds. Je hebt je VWO wiskunde niet eens op orde.

  10. In de eerste plaats bedankt voor jullie reacties. Die 1000 euro zijn serieus en heeft te maken met het feit dat ik al meer dan 25 jaar met deze vraag rondloop.

    Hmm,…. dat een paar plaatjes niet zicht baar zijn moet ik even nakijken als ik weer thuis ben, ook dan zal ik jullie reactie nauwkeurig nalezen en beantwoorden.

    Wat als eerste opvalt is het misverstand over de definitie van snelheid.
    Als een klok door een inertiaalstelsel reist legt hij een in een bepaalde tijd een afstand af. De tijd van de waarnemer in het inertiaalstelsel is anders dan de tijd van de klok en dus zijn voor beiden ook de snelheid uitgedrukt in hun eigen tijd anders.

    Zoals ik schrijf kan de formule uit de speciale relativiteits theorie t’= t . sqrt( 1 + (v/c)^2) ook geschreven worden als t= sqrt( t’^2 + ( s/c)^2)
    Dit kun je lezen als: Een klok die in een tijd t’ een afstand aflegt in het inertiaalstelsel van een waarnemer zal daar volgens de waarnemer t seconden over doen. Als je de (eigen) snelheid van de klok uitdrukt in s/t’ kan deze waarde oplopen tot ver boven 300.000 km/s

    Ik zal vanmiddag uitvoeriger antwoorden. (en de plaatjes herstellen)

    Groet, Henk.

    • Mike Dhanpat zegt

      Beste Henk,

      Ik heb zo gauw de tijd niet om je hele artikel te lezen maar op bovenstaande wil ik toch even reageren:
      “Wat als eerste opvalt is het misverstand over de definitie van snelheid.
      Als een klok door een inertiaalstelsel reist legt hij een in een bepaalde tijd een afstand af. De tijd van de waarnemer in het inertiaalstelsel is anders dan de tijd van de klok en dus zijn voor beiden ook de snelheid uitgedrukt in hun eigen tijd anders.”

      Dit klopt in zoverre dat volgens de ART (algemene relativiteitstheorie) de tijd langzamer verloopt naarmate je sneller gaat. Het is echter onjuist om de eigen snelheid te bepalen aan de hand van jou langzamer lopende tijd.
      Reis je namelijk met de snelheid van het licht dan staat de tijd stil en delen door 0 is onmogelijk.

      Eigenlijk kun je jouw genoemde voorbeeld vergelijken met een brood. De waarnemer (in absolute rust) snijdt er met een broodmes een rechte plak vanaf en vanuit jouw visie snijdt je een plak af die onder een kleine hoek staat. Hoe sneller jij je beweegt des te groter is deze hoek met een maximum van 45° want dan zit je aan de lichtsnelheid.

      Deze hoek volgt uit het principe dat ruimte en tijd samengaan tot ruimtetijd en deze met elkaar verbonden zijn.
      Dit kun je het beste zien als een grafiek met op de Y-as de snelheid met een waarde tussen 0-1 waarbij 0 absolute rust is en 1 de lichtsnelheid. En op de X-as de tijd met een waarde tussen 0-1 waarbij 0 de tijd stil staat en 1 de tijd normaal verloopt voor iemand in absolute rust.
      Aangezien ruimte en tijd onlosmakelijk verbonden zijn moet de snelheid en tijd opgeteld altijd 1 zijn.
      Druk je dat dus uit in coordinaten in de grafiek krijg je een rechte lijn die in een hoek van 45° loopt. bijvoorbeeld (1,0) (0,5.0,5) (0,1)(0,25.0,75)

      Met deze grafiek is dus ook goed te zien dat wanneer je sneller dan de lichtsnelheid gaat (dus je waarde op de y-as > 1 is) de tijd negatief moet zijn om weer op de totaalsom van 1 te komen en je dus terugreist in de tijd.

      • Dag Mike,

        Bedankt voor je reactie. Zoals je uit het verloop van de andere reacties kunt opmaken wordt hier veel over gediscussieerd. Maar het is slecht een kwestie van definitie.

        Ik hoop dat je mijn reactie wilt lezen over mijn reis naar Mars van 24 februari 2014 op 15:09. Op de vergissing met de plus na.

        Groet, Henk.

  11. Beste Arie en Mike,

    De problemen met de figuren zijn opgelost.

    Om discussie niet ingewikkelder te maken dan die al is wil ik graag een paar opmerkingen maken. Daarna wil ik voorstellen om de discussie in tweeën te splitsen, een over mijn Alternatief voor de Oerknaltheorie en een over mijn Alternatieve Kijk op de ART.

    Mijn Alternatieve Kijk op de ART heeft in principe niets te maken met mijn Alternatief voor de Oerknaltheorie maar komt daar uit voort. Je kunt het geheel oneens zijn met mijn Alternatieve Kijk op de ART zonder dat dat mijn Alternatief voor de Oerknaltheorie aantast.

  12. Mijn hypothese voor de Alternatief voor de Oerknaltheorie luidt als volgt:

    Door de rotatie van het inertiaalstelsel van een ver gelegen sterrenstelsel komt de dimensie tijd steeds meer in de dimensies ruimte van de waarnemer te liggen. Doordat tijd en ruimte niet van elkaar kunnen worden onderscheiden wordt deze rotatie als een roodverschuiving waargenomen.

    Met als conclusie dat als een bepaalde afstand gelijk is aan een bepaalde tijd een bepaalde tijd ook gelijk moet zijn aan een bepaalde afstand.

    • Mike Dhanpat zegt

      “Met als conclusie dat als een bepaalde afstand gelijk is aan een bepaalde tijd een bepaalde tijd ook gelijk moet zijn aan een bepaalde afstand.”

      Volgens mij ga je hier juist de kant van newton op en zeg je dat tijd en ruimte absoluut zijn terwijl Einstein bewezen heeft dat dit relatief is.

      Je kunt alleen op basis van je eigen waarneming zeggen welke afstand in welke tijd is afgelegd. Maar elk afzonderlijk individu/object/planeet/ster etc. heeft een eigen waarneming. Er is dus geen absolute waarheid door te zeggen in 10 seconde is er 1000km afgelegd. Het enige wat absoluut is, is ruimtetijd.

      Een klein voorbeeld:
      twee mannen voor het gemak Henk & Mike gaan een experiment doen.
      Mike neemt plaats op een bank en is in absolute rust en Henk gaat op een afstand in een auto zitten en versnelt tot 250.000km/s. Op het moment dat die snelheid bereikt is zet Henk de koplampen van de auto aan en ligt de finish nog 1.200.000km van hem vandaan.

      Op dit moment zijn er twee waarnemingen die beide verschillen en tegelijkertijd 100% waarheid zijn.
      Vanuit Mike zijn waarneming ziet hij Henk in een auto zitten die met 250.000km/s voorbij komt rijden en ziet het licht van zijn koplampen zich met een snelheid van 50.000km/s van de auto vandaan bewegen. (300.000-250.000km/s) Gevolg is dat het licht volgens Mike 0,8seconde eerder aankomt op de finish dan Henk in zijn auto ((1.200.000/250.000)-(1.200.000/300.000))

      Vanuit Henk zijn waarneming verplaatst het licht zich met de volle 300.000km/s bij hem vandaan op het moment dat hij zijn koplampen aan zet, terwijl hij zelf toch echt al 250.000km/s rijdt. Met als gevolg dat voor zijn gevoel het licht 2.62seconde eerder over de finish komt ((1.200.000/250.000)-(1.200.000/550.000))

      Beide waarnemingen zijn juist en dat is natuurlijk te wijten aan de speciale eigenschappen die licht heeft dat hoe snel je zelf ook gaat het zich altijd met de lichtsnelheid bij je vandaan beweegt.

      Als er nou nog een derde waarnemer op de finishlijn had gestaan had die een sterke blauwverschuiving waargenomen doordat het relatieve snelheidsverschil tussen Henk en het licht maar 50.000km/s was terwijl er voor Henk zelf die het licht met 300.000km/s ziet vertrekken helemaal geen verschuiving optreedt.

      • *“Met als conclusie dat als een bepaalde afstand gelijk is aan een bepaalde tijd een bepaalde tijd ook gelijk moet zijn aan een bepaalde afstand.”*

        Deze uitspraak geldt altijd gedacht vanuit mijn inertiaalstelsel. Misschien moet ik het anders zeggen:
        “Als ik concludeer dat met het afleggen van een bepaalde afstand ook een bepaalde tijd wordt overbrugd dan moet ook een bepaald tijdsverschil gelijk zijn aan een zekere afstand”. Conclusie: onze eigen tijd moet dus ook voortkomen uit de overbrugging van een afstand. De natuurconstante die doorvoor noodzakelijk is bedraagt ongeveer 1 seconde per 300.000 km.

      • *Een klein voorbeeld:
        twee mannen voor het gemak Henk & Mike gaan een experiment doen.
        Mike neemt plaats op een bank en is in absolute rust en Henk gaat op een afstand in een auto zitten en versnelt tot 250.000km/s. Op het moment dat die snelheid bereikt is zet Henk de koplampen van de auto aan en ligt de finish nog 1.200.000km van hem vandaan.*

        Een leuk voorbeeld dat ook in mijn voorstelling van tijd en ruimte kan worden uitgerekend.

        Ik neem aan dat alle afstanden en tijden zijn zoals ze door de waarnemer Mike worden waargenomen. We gaan dus uit van het inertiaalstelsel van Mike.
        Zoals gezegd reken ik liever met t= sqrt( t’^2 + ( s/c)^2).

        De “eigen” snelheid van Henk in het IS van Mike bedraagt Ve= V/sqrt( 1- (V/C)^2)= 818.182 km/s.
        Op een afstand van 1.200.000 km zet henk de koplampen aan (t= 0). De “eigen” snelheid van het licht is oneindig en het licht overbrugt een tijd van 1.200.000/300.000= 4 seconden.
        Om de finish te halen moet ook Henk die zelfde afstand overbruggen. Hij doet dat in een eigen tijd (t’) van 1.200.000/818.182= 1,4667 seconden. Voor Mike geldt echter t= sqrt( t’^2 + ( s/c)^2)= sqrt( 1,4667^2 + 4^2)= 4,26 seconden.

    • Maar wat versta je dan precies onder de rotatie van het inertiaalstelsel? Er is niet zoiets als een absoluut inertiaalstelsel in het heelal, dus ieder sterrenstelsel zal dan z’n eigen inertiaalstelsel hebben. Maar die zullen dan willekeurig roteren en dat zal de ene keer dan met de klok mee zijn, de andere keer tegen de klok in, de ene keer naar ons toe, de andere keer van ons af. Ik heb geen idee hoe je je voorstelt dat hierbij de dimensie tijd in de dimensie ruimte komt te liggen, maar vanwege die willekeurige rotatie zal dat bij ieder stelsel verschillend uitpakken. Je hebt het ook over het onderscheid tussen “gemeten snelheid en “eigen” snelheid”, maar ook hier heb ik geen idee wat je er mee bedoelt. Neem even als voorbeeld ons hier op onze planeet de aarde. De aarde draait eens per dag om haar as, de aarde draait eens per jaar om de zon , het zonnestelsel draait eens per ca. 225 miljoen jaar om het centrum van de Melkweg, de Melkweg beweegt in de Lokale Groep en die laatste beweegt ook nog eens naar de kern van een supercluster toe (http://www.astroblogs.nl/2007/06/11/hoeveel-km-heeft-u-vandaag-afgelegd/). Bij elkaar iets van 600 km/s waarmee we bewegen. Bedoel je met die eigen beweging dat er nog eens een snelheid boven op komt en dat die snelheid maar liefst de lichtsnelheid is? Dat zeg je toch op diverse plekken. Maar niets kan sneller dan het licht, dat is al talloze malen bewezen, deeltjes met massa kunnen de lichtsnelheid nooit halen en naarmate ze sneller gaan neemt hun massa toe, met alle gevolgen voor de zwaartekracht. Je hypothese was een rond en statisch heelal, maar door de massatoename als gevolg van de door jou ingebrachte eigen beweging (lichtsnelheid) zal het ogenblikkelijk in elkaar moeten klappen. Dat is niet gebeurd, zoals we kunnen zien, dus je hypothese klopt niet.

      • Enceladus zegt

        @Henk Druiven: Met alle respect (want je durft immers wél je nek uit te steken), vrees ik dat tegen Arie’s beweringen niets is in te brengen. Ik vrees dat jouw hypothese niet klopt.

        groet,
        Gert (Enceladus)

      • Beste Arie en Mike,

        Woensdag heb ik een vrije dag en zal ik jullie uitvoering antwoorden.
        Wel wil ik nu zeggen dat alles bekeken moet worden vanuit een bepaald inertiaalstelsel, meestal die van de waarnemer. Alles is en blijft dus relatief.

        Een afstand kan dus alleen in een inertiaalstelsel worden bepaald, welke dat ook is.

        *Een klein voorbeeld:
        twee mannen voor het gemak Henk & Mike gaan een experiment doen.
        Mike neemt plaats op een bank en is in absolute rust en Henk gaat op een afstand in een auto zitten en versnelt tot 250.000km/s. Op het moment dat die snelheid bereikt is zet Henk de koplampen van de auto aan en ligt de finish nog 1.200.000km van hem vandaan.*
        Ook dit zal ik nader uitwerken. Wel heb ik een paar vragen.

        In dit voorbeeld versnelt Henk naar 250.000 km/s – Wie bepaalt hier de snelheid? Is dat Henk of Mike.
        De finish ligt nog 1.200.000 km bij hem vandaan. Wie meet deze afstand? Is dat Henk of Mike.
        ______________________

        Over de rotatie van een inertiaalstelsel. In mijn inertiaalstelsel staan de drie dimensies loodrecht op elkaar en loodrecht op de ruimtedimensies de tijddimensie. Dat geldt voor elke plek op de vier dimensionale bol. In de figuur die daarbij hoort heb ik mij beperkt tot een ruimtedimensie, vandaar de cirkel. Naarmate een sterrenstelsel verder van mij verwijderd is zal zijn inertiaalstelsel zich t.o.v. mij meer gedraaid zijn. In elke richting maar altijd zodanig dat de tijddimensie meer in mijn ruimtedimensie zal komen te liggen en dat de richting van de tijd altijd in de richting ligt van de lijn gaande van mij naar dat sterrenstelsel.

        • Henk, hier zeg je iets opmerkelijks en naar mijn mening ook aantoonbaar onjuist: “Naarmate een sterrenstelsel verder van mij verwijderd is zal zijn inertiaalstelsel zich t.o.v. mij meer gedraaid zijn. In elke richting maar altijd zodanig dat de tijddimensie meer in mijn ruimtedimensie zal komen te liggen en dat de richting van de tijd altijd in de richting ligt van de lijn gaande van mij naar dat sterrenstelsel.” Twee dingen wil ik hier op aanmerken: ten eerste dat je je moet afvragen waarom die inertiaalstelsels een bepaalde voorkeursrichting zouden hebben? Welke natuurkracht is er in het heelal om al die inertiaalstelsels dezelfde kant uit te laten draaien? De richting van de tijdsdimensie ligt altijd in de richting van ons op aarde naar dat sterrenstelsel, zeg je. Dat zou toch willekeurig moeten zijn? Verklaar dus gaarne deze voorkeursrichting. Ten tweede: door maar liefst 37.000 sterrenstelsels in het heelal te bestuderen. met de inzet van de Galaxy Zoo, hebben sterrenkundigen kunnen waarnemen dat er géén voorkeursrichting is in de rotatie van sterrenstelsels. Zie: http://uk.arxiv.org/abs/0803.3247 . Kortom, je stelling over de specifieke draaiing van inertiaalstelsels een bepaalde richting uit is onjuist. Ik hoop dat je dit ook nog mee kunt nemen in je reactie, die je morgen gaat geven.

          • *Maar wat versta je dan precies onder de rotatie van het inertiaalstelsel?*

            Vaak wordt het expanderende heelal voorgesteld door een ballon die, naarmate de tijd verstrijkt, meer en meer wordt opgeblazen. Hierbij wordt de tijd voorgesteld als het uitzetten van de ballon. Om e.a. voor te kunnen stellen wordt één ruimtedimensie weggelaten omdat we ons een ballon in vier dimensies moeilijk kunnen voorstellen. Zie bijv. http://www.kennislink.nl/publicaties/op-zoek-naar-quintessence

            Mijn voorstelling met de cirkel is niet anders, alleen heb ik voor de eenvoud twee dimensies weggelaten. Elk punt op de cirkel stelt dus een punt in de ruimte voor. Als de ballon van hiervoor beter werkt, neem dan die in gedacht. De dimensie tijd is voor elk punt op de ballon een coördinaat die loodrecht op het oppervlak staat.

            Kies een willekeurig punt als zijnde jouw positie op de ballon. Uitgaande van dat punt kun je je in elke richting verwijderen. Als je een kwart van de omtrek verwijderd bent dan staat uiteraard ook daar de tijd loodrecht op het oppervlak. Dat is precies het punt dat ik in mijn tekening op mijn site voorstel maar geldt voor elk punt dat een kwart van de omtrek verwijderd is. De richting van de tijd wijst in al die gevallen in de richting waar ik van mijn oorspronkelijke punt vertrokken ben en wijst dus van mij af.

            Van de punten onderweg is de tijd enigszins verdraaid t.o.v. mijn tijd; de projectie van die tijd in mijn ruimtedimensie neemt dus toe naarmate ik verder ga en heeft een functie van een kwart sinus.

        • Volgens mij is het ‘Henk & Mike’ experiment een fout voorbeeld (oeps :-S ) omdat je lichtsnelheid niet op die manier kunt uitrekenen/bepalen.
          Je kunt lichtsnelheid alleen méten (dan kom je uit op 299.792.458 meter per seconde).
          Het aardoppervlak is geen inertiaalstelsel (draait). Snelheden optellen werkt voor alledaagse situaties prima. Maar wanneer je de lichtsnelheid benadert (Henk versnelt tot 250.000km/s) werkt dit niet meer: er gelden andere spelregels (de speciale relativiteitstheorie van Albert Einstein) 😉

  13. Alternatieve Kijk op de ART

    t’= t . sqrt( 1 + (v/c)^2) kan ook geschreven worden als t= sqrt( t’^2 + ( s/c)^2)

    De laatste vergelijking kan ook gelezen worden als: Als een klok in t’ seconden een afstand s aflegt in het inertiaalstelsel van een waarnemer dan zal dit voor de waarnemer plaatsvinden in t seconden.

    De relativiteitstheorie zegt dat klokken ongelijk lopen als ze zich t.o.v. elkaar verplaatsen. Dat is uiteraard juist maar ik geef de voorkeur aan mijn eigen voorstelling.

    Voorbeeld: Ik besluit om de oversteek naar Mars te maken op het moment dat deze 60 miljoen km bij ons vandaan ligt. Voor het gemak stel ik de tijd die ik nodig heb om te versnellen en te vertragen verwaarloosbaar klein.
    Ik voer de snelheid zodanig op dat ik de afstand in 20 seconden afleg, uiteraard op mijn eigen klok. Als ik aankom op Mars blijkt de klok daar vooruit te lopen op mijn klok en wel met sqrt( 20^2 + ( 60.000.000/300.000)^2) – 20= sqrt( 20^2 + 200^2) – 20= 181 seconden.

    Uiteraard weet ik ook dat de wereld er totaal anders uitziet als ik mij met die snelheid verplaats. Afstand en tijd zijn relatief.

    • Kun je mij verklaren waar die formule

      t’= t . sqrt( 1 + (v/c)^2)

      vandaan komt?

      De gangbare formule luidt héél anders. Zie bijvoorbeeld:

      http://nl.wikipedia.org/wiki/Lorentz-factor

      Je ziet eenvoudig wat er met de Lorentz-factor gebeurt als v in de buurt van c komt. Daar is in jouw formule geen sprake van.

      • Misschien wel handig als je in deze discussie even je naam noemt. Stel je loopt daardoor zomaar duizend euro mis. 😉

        • De formule van Henk Druiven is onjuist. Wat hij gedaan heeft is het volgende:

          Noem (v/c)^2 voor het gemak even x.

          De juiste formule voor de Lorentzfaktor L wordt dan:

          L = 1/ sqrt (1-x).

          We mogen nu teller en noemer vermenigvuldigen met sqrt (1 + x), als volgt:

          L = (1/ sqrt (1-x)) * ((sqrt (1+ x) / sqrt (1+ x))

          = sqrt (1+ x) / (sqrt (1-x) * sqrt (1+x))

          = sqrt (1+ x) / sqrt ((1-x) * (1+x))

          = sqrt (1+x) / sqrt (1-x^2)

          Tot zover is er niets aan de hand. Dit is alles elementaire wiskunde.

          Geval 1: x << 1.

          Dan is x^2 <<<< 1

          Bijvoorbeeld x =.01, x^2 = .0001

          In dat geval mag de noemer benaderd worden met ~ 1, en volgt onmiddellijk de formule van Henk.

          Geval 2: x iets kleiner dan 1

          We hebben het hierover relativistische snelheden. Bijvoorbeeld 240.000 km/sec. Voor x geldt dan: x = .8. Voor x^2 geldt: x^2 = .64

          De noemer mag nu NIET meer benaderd worden met ~ 1:

          Noemer = sqrt (1 – 0.64) = sqrt (0.36) = 0.6

          En DAT is de fout die door Henk wordt gemaakt

          • Kleine correctie:

            “Geval 2: x iets kleiner dan 1

            We hebben het hierover relativistische snelheden. Neem bijvoorbeeld x = .8. Voor x^2 geldt: x^2 = .64”

            Verder ongewijzigd.

      • Hm. Bovenstaande reactie is van mij.

        On onverklaarbare reden was ik op mijn iPad uitgelogd.

      • Hoe de verwisseling van een plus en een min zulke grote gevolgen kan hebben. Ik heb hier een schrijffout gemaakt: t’= t . sqrt( 1 + (v/c)^2) moet zijn t’= t . sqrt( 1 – (v/c)^2)
        Gewoon de belangrijkste formule van de SRT.

        Sorry voor het ongemak.

        • Ook dát is niet juist….

          De juiste formule is:

          t’= t / sqrt( 1 – (v/c)^2)

          Zie mijn eerdere verwijzing naar de Lorentzfaktor.

          Let op het ***deelstreepje*** vóór “sqrt”, waar in jouw formule een ***vermenigvuldigingsteken*** staat!!!

          Bijvoorbeeld: stel v = 0.95c. De formule voor t’ wordt dan:

          t’ = t / sqrt (1 – 0.95^2) = t / sqrt (1 – 0.9025) = t / sqrt (0.0975) = t / 0.31 = 3.20 * t

          • Hmm..

            t is bij mij de tijd van de waarnemer en t’ de tijd van de bewegende klok.
            Als je t en t’ verwisselt dan krijg je jouw formule.

            Groet, Henk.

  14. Nu jullie toch druk zijn hier mee, dit heb ik in 2005 op internet gezet , wel heb ik nu theorie veranderd in alternatieve theorie

    http://home.versatel.nl/edhoeven/00theorie_lichtsnelheid.htm, vergelijkbaar gedachte als van Henk Druiven

    Tevens heb ik nu ook dit aangepast, beter leesbaar hoop ik nu,

    http://home.versatel.nl/edhoeven/megabigblackholthebigbamandaround.html

    Tevens blijf ik bij mijn standpunt over het zien van het uitdijen heelal dat, dat door vele onderlinge zwaartekrachten komt, hoe verder weg hoe groter de afwijking van wat wij zien.

  15. Henk, ik ging er van uit dat je morgen pas je ‘finale antwoord’ zou geven – zo noem ik het maar even. Je hebt vandaag wat toelichtingen gegeven, onder andere op de definitie van een inertiaalstelsel, maar het blijft dat je op enkele essentiële punten, waarmee m.i. jouw hypothese onderuit wordt gehaald, een reactie moet geven:

    • Je gaat er van uit dat de lichtsnelheid niet de hoogste snelheid in het heelal is, dat hogere snelheden mogelijk zijn, zelfs tot een oneindig hoge snelheid. Dat laatste zou betekenen dat een deeltjes in 0 seconden het hele heelal kunnen doorkruisen. Lijkt mij niet echt realistisch.
    • Volgens jou kunnen zelfs deeltjes met een rustmassa de lichtsnelheid bereiken. Dat kan helemaal niet, want daar in een oneindig hoge energie voor nodig en die hebben ze niet.
    • Maar stel dat het wel kan, bij een eindige energie, dan hebben deeltjes dus meer energie en daarmee meer massa dan we dachten. Een hogere snelheid betekent meer energie. Aangezien in jouw hypothese alle deeltjes een eigen beweging hebben die de lichtsnelheid is of hoger hebben ze dus veel energie (zie mijn verwijzing naar de LHC-versneller, waar protonen worden versneld tot 99,9999964% van de lichtsnelheid en de massaenergie van de protonen is toegenomen tot ~3730 keer hun rustmassa). Dit impliceert een veel grotere massa van het heelal dan waargenomen en daarmee zou de kritische dichtheid Ω van het heelal ver overschreden worden. Consequentie hiervan: het heelal zou ogenblikkelijk in moeten klappen, géén statisch heelal dus.
    • Ik heb verwezen naar de talloze experimenten, waarmee de Speciale Relativiteitstheorie is gestaafd, de theorie die de lichtsnelheid als hoogst haalbare snelheid in het heelal heeft. Hoe ga je met de uitslagen van al die experimenten om? Schuif je die zo terzijde?
    • Je hebt het inertiaalstelsel vandaag uitgelegd, maar nog niet waarom dit een bepaalde voorkeursrichting zou hebben? Welke kracht in het heelal zou er voor zorgen dat al die inertiaalstelsels “naarmate de sterrenstelsel verder verwijderd zijn zich t.o.v. mij meer gedraaid zijn. In elke richting maar altijd zodanig dat de tijddimensie meer in mijn ruimtedimensie zal komen te liggen en dat de richting van de tijd altijd in de richting ligt van de lijn gaande van mij naar dat sterrenstelsel.“? Verklaar deze universele voorkeursrichting?
    • Metingen aan de rotatierichting van sterrenstelsels laten zien dat er helemaal geen voorkeursrichting in de rotatie is, zoals ik in een andere reactie opmerkte, inclusief link. Verklaar dat dat eens?
  16. Henk, wellicht is het handig als je kijkt naar de video in deze zojuist gepubliceerde Astroblog, waarin de natuurkundige Susskind vertelt over hoe snelheden opgeteld kunnen én mogen worden. De discussie met jou heeft grotendeels betrekking op snelheden, gemeten door stilstaande waarnemers en bewegende reizigers, dus de video is echt nuttig.

    • Dag Arie,

      Wel is het jammer dat de discussie deze wending heeft gekregen. Mogelijk dat ik mijn alternatieve kijk op de SRT van de site verwijder. Uiteindelijk gaat het mij om mijn mogelijk alternatief voor de Oerknaltheorie.
      De video ga ik zeker bekijken.

      Groet, Henk.

  17. Om de discussies niet al te ondoorzichtig te maken heb ik hieronder een aantal vragen en opmerkingen proberen samen te vatten. Als ik iets vergeten ben dan hoor ik dat wel als zijnde een antwoord/reaktie op dit bericht.

    1- *In je eerste hypothese trek je de conclusie “dat de ervaring van de tijd wordt veroorzaakt door verplaatsing in de ruimte”, maar dat heeft m.i. niets te maken met “het heelal is rond en statisch.”*

    2- *“Dus alles waar wij uit bestaan verplaatst zich met 300.000 km in 1 seconde zonder dat wij ons daardoor gemiddeld in de ruimte verplaatsen. Uiteindelijk stelde ik me voor dat we bestaan uit minuscule deeltjes die zich allemaal met 300.000 km/s verplaatsen.” Dit is onjuist, want alleen deeltjes zonder rustmassa, zoals fotonen, kunnen met de lichtsnelheid reizen. Een deeltje met massa gaat altijd langzamer, want er zou een oneindige hoeveelheid energie nodig zijn om het tot de lichtsnelheid te versnellen.*

    3- *OK, hier heb je dus enkele aannames, die te maken hebben met snelheid:
    * dat deeltjes met rustmassa de lichtsnelheid kunnen bereiken of zelfs sneller
    * dat er een verschil is tussen de gemeten snelheid en de ‘ervaren snelheid’*

    4- *Dat deeltjes zoals protonen met de lichtsnelheid reizen is niet iets wat je nu alleen op het conto van Jacques de Bruijn kunt schuiven, het is een pilaar in jouw hypothese over het statische heelal, dus ik neem aan dat deze aanname gewoon overeind blijft.*

    5- *Alle deeltjes in het heelal hebben dus meer energie dan we denken, omdat ze met de lichtsnelheid reizen.*

    6- *Mike Dhanpat zegt:
    24 februari 2014 op 14:16*
    ## Deze zal ik schrijven als reaktie op Mike’s reaktie van 24 fewbruari

    7- *Je gaat er van uit dat de lichtsnelheid niet de hoogste snelheid in het heelal is, dat hogere snelheden mogelijk zijn, zelfs tot een oneindig hoge snelheid. Dat laatste zou betekenen dat een deeltjes in 0 seconden het hele heelal kunnen doorkruisen. Lijkt mij niet echt realistisch.
    Volgens jou kunnen zelfs deeltjes met een rustmassa de lichtsnelheid bereiken. Dat kan helemaal niet, want daar in een oneindig hoge energie voor nodig en die hebben ze niet.*

    8- *Je hebt het inertiaalstelsel vandaag uitgelegd, maar nog niet waarom dit een bepaalde voorkeursrichting zou hebben?*

    • Laat ik om te beginnen zeggen dat ik het totaal eens ben met de SRT. Ik bied alleen een alternatieve kijk op de SRT. Ik probeer dat duidelijk te maken aan de hand van mijn reis naar Mars (Henk Druiven zegt:
      24 februari 2014 op 15:09).
      Je kunt alles bereken vanuit Einstein en vanuit Henk. Er is geen verschil.

      Als ik met een vliegtuig van Schiphol naar Moskou vlieg dan staan de klokken in Moskou drie uur later dan mijn horloge. Als ik terug vlieg dan is het omgekeerde het geval. Dat is het verschil met een reis door de ruimte, daar loopt de tijd van de omgeving alleen maar voor als ik mij door de ruimte verplaats.

      Ik heb de video (deze zojuist gepubliceerde Astroblog) ook bekeken en ik ben het daar helemaal mee eens. Er is geen verschil van mening.

      Het liefst wil ik deze discussie sluiten.

    • 1- *In je eerste hypothese trek je de conclusie “dat de ervaring van de tijd wordt veroorzaakt door verplaatsing in de ruimte”, maar dat heeft m.i. niets te maken met “het heelal is rond en statisch.”*

      Mijn hypothese luidt: “De roodverschuiving die wij zien wordt veroorzaakt door de tijd”. In dat geval zien wij dus een verplaatsing/roodverschuivng als gevolg van het verstrijken van tijd. Het omgekeerde moet dan ook het geval zijn, namelijk dat onze ervaring tijd wordt veroorzaakt door een verplaatsing. Dit moet ik dan nog aannemelijk maken.

      Hier staat of valt mijn hele hypothese mee.

      • OK laten we dan even focussen op de kern van alles, jouw hypothese. Quote: “Mijn hypothese luidt: “De roodverschuiving die wij zien wordt veroorzaakt door de tijd”. In dat geval zien wij dus een verplaatsing/roodverschuiving als gevolg van het verstrijken van tijd. Het omgekeerde moet dan ook het geval zijn, namelijk dat onze ervaring tijd wordt veroorzaakt door een verplaatsing. Dit moet ik dan nog aannemelijk maken. Hier staat of valt mijn hele hypothese mee.”
        Je maakt onderscheid tussen de tijdsdimensie en de drie ruimtedimensies. En het inertiaalstelsel is dusdanig dat de tijdsdimensie van al die miljarden sterrenstelsels precies naar ons wijst. Op mijn vraag waar die voorkeursrichting vandaan komt kwam je met de aarde als vergelijking: “Stel dat het oppervlak van de aarde de twee dimensionale projectie is van de doorsnede van een driedimensionaal boloppervlak van de vierdimensionale ruimte. We laten voor het gemak dus een dimensie weg. Als ik nu een pijl loodrecht in de grond steek, met de pijl naar boven, dan zal elke pijl die ik op een afstand van een kwart van de omtrek van de aarde in de grond plaats altijd van mij vandaan wijzen. Als ik op een kleinere afstand een pijl in de grond plaats dan zal die gedeeltelijk van mij vandaan wijzen.” Maar al die miljarden sterrenstelsels in het heelal, die verschillend van ons vandaan liggen, die bevinden zich niet op het denkbeeldige oppervlakte of op een schil rondom de aarde, ze bevinden zich allemaal los in de ruimte. Stel dat je gelijk hebt en al die tijddimensies van al die miljarden sterrenstelsels staan precies zo gericht dat ze een roodverschuiving veroorzaken, gezien vanaf de aarde, dan kan dat maar één ding betekenen: dat de aarde een centrale plek in het heelal inneemt, dat de aarde letterlijk het centrum van het heelal is. Ik neem niet aan dat jouw heelal van een rond en statisch heelal het Copernicaanse principe opzij schuift, dat de aarde geen voorkeurspositie in het heelal inneemt. In jouw model met een door de tijd veroorzaakte roodverschuiving is dat wel het geval. De metafoor van de uitdijende ballon kan je niet gebruiken, want jouw model van het heelal is statisch, je kent geen expanderend heelal, dus in jouw model blijft de ballon eeuwig in dezelfde vorm en grootte.

        • Dag Arie,

          Bedankt voor je reactie. Ik begrijp niet goed waar dit misverstand vandaan komt.
          Je begrijpt wel de vergelijking die vaak wordt gemaakt met een heelal dat als een ballon wordt opgeblazen. Ook dit is een twee dimensionale weergave van een drie dimensionaal heelal.

          *Als ik nu een pijl loodrecht in de grond steek, met de pijl naar boven, dan zal elke pijl die ik op een afstand van een kwart van de omtrek van de aarde in de grond plaats altijd van mij vandaan wijzen. Als ik op een kleinere afstand een pijl in de grond plaats dan zal die gedeeltelijk van mij vandaan wijzen.*

          Als ik die pijl in de grond steek kan ik dat op elk punt op aarde doen. Het maakt niet uit wat ik als uitgangspunt neem. De aarde neemt dus geen bijzondere positie in het heelal in.

          Ik ga op zoek naar voorbeelden elders op Internet.

          *De metafoor van de uitdijende ballon kan je niet gebruiken,*

          Ik gebruik niet een metafoor van een uitdijende ballon maar van een ballon die niet uitdijt.

          Groet, Henk.

        • Misschien helpt het voorbeeld van een zee egel. In dit voorbeeld ga ik uit van een egel die volmaakt rond is. Neem een van de stekels in gedachte en kijk naar de andere stekels. Alle stekels zullen meer of minder van deze stekel afwijzen. Op een afstand gelijk aan een kwart van de omtrek maken de stekels precies een hoek van 90 graden en wijzen altijd van de oorspronkelijke stekel vandaan. Dat geldt voor elke stekel die je als uitgangspunt neemt.

          • Dat lijkt mij nou juist een verkeerd voorbeeld, want de andere stekels zullen helemaal niet min of meer van deze ene stekel – waar jij je bevindt – afwijzen. De stekels in de buurt lopen ongeveer parallel met de richting van jouw stekel en naarmate ze verder weg zijn veranderd hun positie tot loodrecht op jouw stekel, nog verder weg aan de andere kant van de egel lopen ze weer parallel. De tijdsvectoren van de stekels zullen dan dus verschillend van positie zijn en daarmee zal een variabele roodverschuiving te zien moeten zijn, welke echt niet is waargenomen.

    • 2- *“Dus alles waar wij uit bestaan verplaatst zich met 300.000 km in 1 seconde zonder dat wij ons daardoor gemiddeld in de ruimte verplaatsen. Uiteindelijk stelde ik me voor dat we bestaan uit minuscule deeltjes die zich allemaal met 300.000 km/s verplaatsen.” Dit is onjuist, want alleen deeltjes zonder rustmassa, zoals fotonen, kunnen met de lichtsnelheid reizen. Een deeltje met massa gaat altijd langzamer, want er zou een oneindige hoeveelheid energie nodig zijn om het tot de lichtsnelheid te versnellen.*

      Ook dit heeft te maken met de definitie van snelheid.

      De “eigen” snelheid van 300.000 km/s is dus niet de lichtsnelheid. De “eigen” snelheid van licht is in mijn definitie oneindig.

      De snelheid van het licht die je meet (als waarnemer in jouw eigen inertiaalstelsel) is altijd gelijk aan c.

      Als ik mijzelf versnel in een cyclotron (ik ben zogezegd een geladen deeltje) met laten we zeggen een omtrek van 300.000 km en mijn snelheid is uiteindelijk gestegen zodanig dat ik een rondetijd meet van 1 seconde dan zou ik daar de conclusie uit kunnen trekken dat ik inmiddels een “eigen” snelheid heb bereikt van 300.000 km/s. Elke ronde leg ik dan af in een tijd t’ van 1 seconde.
      Een waarnemer die stil staat t.o.v. het cylotron ziet dat mijn klok elke ronde een seconde verder is. Zijn eigen klok loopt, omdat ik elke 300.000 km ook een seconde overbrug, voor op mijn klok en wel t= sqrt( t’^2 + 1^2)= sqrt(2) seconde.

      Einstein zou zeggen: “Omdat ik mij met een snelheid van 300.000/sqrt(2) km/s (gemeten snelheid van de waarnemer) verplaats loopt mijn klok langzamer en wel met (1/sqrt(2))*t. t= sqrt( 2) seconde en dus is t’= 1 seconde per ronde.”

    • 3- *OK, hier heb je dus enkele aannames, die te maken hebben met snelheid:
      * dat deeltjes met rustmassa de lichtsnelheid kunnen bereiken of zelfs sneller
      * dat er een verschil is tussen de gemeten snelheid en de ‘ervaren snelheid’*

      Lijkt me beantwoord in 2.

    • – *Dat deeltjes zoals protonen met de lichtsnelheid reizen is niet iets wat je nu alleen op het conto van Jacques de Bruijn kunt schuiven, het is een pilaar in jouw hypothese over het statische heelal, dus ik neem aan dat deze aanname gewoon overeind blijft.*

      Ik hoop niet dat ik gezegd heb, kan het ook niet vinden, dat protonen met de lichtsnelheid reizen.

      Op de site staat “Uiteindelijk stelde ik me voor dat we bestaan uit minuscule deeltjes die zich allemaal met 300.000 km/s verplaatsen.”. Omdat wij met de zelfde snelheid meereizen met alle materie om ons heen is deze snelheid niet gelijk aan de lichtsnelheid (Wel aan de gemeten snelheid van het licht).

      Als de materie waaruit wij bestaan met een snelheid van 400.000 km/s zou reizen dan zouden we voor de lichtsnelheid 400.000 km/s meten. c is in mijn conclusie een natuurconstante die bepaald wordt door materie.

    • 5- *Alle deeltjes in het heelal hebben dus meer energie dan we denken, omdat ze met de lichtsnelheid reizen.*

      Lijkt me beantwoord.

    • 7- *Je gaat er van uit dat de lichtsnelheid niet de hoogste snelheid in het heelal is, dat hogere snelheden mogelijk zijn, zelfs tot een oneindig hoge snelheid. Dat laatste zou betekenen dat een deeltjes in 0 seconden het hele heelal kunnen doorkruisen. Lijkt mij niet echt realistisch.
      Volgens jou kunnen zelfs deeltjes met een rustmassa de lichtsnelheid bereiken. Dat kan helemaal niet, want daar in een oneindig hoge energie voor nodig en die hebben ze niet.*

      Ik blijf herhalen dat het “slechts” een verschil van definitie is. Als je mijn voorbeeld over de reis naar Mars leest dan wordt dat misschien duidelijk.

      Een deeltje kan nooit de lichtsnelheid bereiken maar is in principe in staat om het het hele heelal in zeer korte tijd door te reizen. Dat dit uiteindelijk meer energie kost dan in het heelal aanwezig is doet daar niets aan af.

      Voor de duidelijkheid: Ik heb niet gezegd dat deeltjes met rustmasse de lichtsnelheid kunnen bereiken. Ik heb gezegd dat deeltjes met een bepaalde rustmassa een “eigen” snelheid kunnen bereiken die veel groter is dan 300.000 km/s. Maar als je een vergelijking maakt tussen de “eigen” snelheid van dat deeltje dan moet je die vergelijken met de “eigen” snelheid van licht en die is in mijn definitie oneindig.

    • 8- *Je hebt het inertiaalstelsel vandaag uitgelegd, maar nog niet waarom dit een bepaalde voorkeursrichting zou hebben?*

      Ik weet niet goed hoe ik dit beter kan uitleggen. Misschien weet iemand anders raad.

      Laat ik het nog een keer proberen.

      Stel dat het oppervlak van de aarde de twee dimensionale projectie is van de doorsnede van een driedimensionaal boloppervlak van de vierdimensionale ruimte. We laten voor het gemak dus een dimensie weg.

      Als ik nu een pijl loodrecht in de grond steek, met de pijl naar boven, dan zal elke pijl die ik op een afstand van een kwart van de omtrek van de aarde in de grond plaats altijd van mij vandaan wijzen. Als ik op een kleinere afstand een pijl in de grond plaats dan zal die gedeeltlijk van mij vandaan wijzen.
      Dit heeft niets te maken de rotatierichting van sterrenstelsels.

  18. Henk, je bent nog helemaal niet ingegaan op Arie’s constatering dat een hogere snelheid een hogere massaenergie van de deeltjes oplevert en dat daardoor je beeld van een statisch heelal in duigen valt, omdat een implicatie van die hogere massaenergie is dat de kritische dichtheid van het heelal, voorgesteld door Omega, wordt overschreden en het heelal daardoor in elkaar moet klappen. Vreemd trouwens dat je roept “Het liefst wil ik deze discussie sluiten”, want je bent ‘m toch zelf aangegaan, inclusief de belofte dat je 1000 euro geeft aan degene die je hypothese kan ontkrachten. Je hypothese wordt hier aan alle kanten ontkracht , constateer ik.

    • Even over het punt dat ik graag een deel van discussie wil afronden heeft betrekking op mijn alternatieve kijk op de SRT. Dat is “slechts” een andere kijk op iets waar we het allen over eens zijn. Ik twijfel in het geheel niet aan de SRT.

      Dat massa gelijk is aan een energie van mc^2 is duidelijk.
      Hoe die energie in massa is opgeslagen is voor niemand duidelijk maar kan misschien gedeeltelijk worden verklaard door de energie die in quarks, antiquarks en gluonen als bewegingsenergie is opgeslagen.
      Ik beweer niet dat de energie toeneemt omdat alles beweegt. E=mc^2 – kous af.

      Ik heb trouwens helemaal niet het idee dat mijn hypothese aan alle kanten onderuit wordt gehaald. Integendeel, er is in mijn visie sprake van het feit dat we elkaar niet begrijpen.

      Overigens maak ik mij over de 1000 euro geen zorgen. Twee en een half jaar geleden heb ik die 1000 euro apart gezet en belegd in aandelen ING. Die zijn inmiddels ruim 2000 euro waard.

  19. Heren,

    Overigens ben ik vanaf morgen door persoonlijke omstandigheden niet in staat om gedurende waarschijnlijk twee weken te antwoorden op de site.
    Over een dag of 14 vat ik de draad weer graag op.

    Met vriendelijke groet, Henk.

    • (Diepe zucht),

      Diverse personen, en vooral Henk Druiven, weten níet wat een Inertiaalstelsel is. En gebruiken deze term desalniettemin vooral te onpas.

      Inertiaalstelsels versnellen of vertragen niet. Roteren, dat doen ze al helemáál niet.

      • *Door de rotatie van het inertiaalstelsel van een ver gelegen sterrenstelsel*

        zal ik voortaan schrijven als

        “Doordat het inertiaalstelsel van een ver gelegen sterrenstelsel gedraaid is t.o.v.”

        Groet, Henk.

  20. Dhr. Druiven plaatst hier een groot aantal controversiële berichten. En is “plotseling” voor twee weken onbereikbaar, minimaal.

    Beste Astroblogs, dat kán toch niet?

  21. evandijken zegt

    Ik hoop dat de gesprekspartners hier respect voor elkaars mening zullen BLIJVEN opbrengen, net op elkaar inhakken en vooral elkaars teksten goed lezen. Ik merk dat er soms slordig gelezen wordt.

    Een voorbeeld: op een site staat : “the Big Bang explosion 13 billion years ago ” en opponent stelt dat er staat: “The Big Bang explosion 13 billion light years ago”. Daar zit nogal een lief verschil in uitdrukking tussen.

    Als zeer geïnteresseerde leek volg ik het gesprek op de voet.

    • Deze opmerking doet me heel goed. Had bijna besloten om er mee te kappen.

      Groet, Henk.

    • Google liegt niet.

      Op “een site” (en dat is er precies één, namelijk die van edhoeven) stond wel degelijk: “the Big Bang explosion 13 billion light years ago”.

      Het woord “light” is op de huidige versie van die site ineens verwijderd

      Waarna ik mijn vragen heb over de relatie tussen:

      – edhoeven
      – evandijken
      – Henk Druiven

      • Gert, ik kijk vooral met verwondering naar hetgeen Henk inbrengt tegen onze argumenten tegen zijn hypothese. In zijn inleiding zegt Henk “dat een wetenschappelijk model over langere tijd vrijwel alles wat objectief waarneembaar (is) hoort te verklaren en te voorspellen”, dus dat is een argument dat we op zijn eigen model gaan toepassen en dat levert tot nu toe alleen maar problemen op, met name zijn beweringen dat letterlijk alles een eigen beweging van 300.000 km per seconde heeft (hoezo statisch heelal, hoezo steunt hij Einstein’s SRT) en dat de tijdsvector of tijdsdimensie precies op de aarde is gericht, zodat wij in zijn model letterlijk in het centrum van het heelal staan. Hij heeft twee weken de tijd om er over na te denken, dus laten we even afwachten hoe hij reageert en hopelijk doet hij het niet allemaal af onder de term schrijffoutjes, miscommunicatie en verwarring. Wat de relatie tussen de door jou genoemde personen betreft: Edu (‘edhoeven’) en Henk hebben beiden van die alternatieve theorieën, evandijken is een lezer die er kennelijk van gecharmeerd is, daar zou ik niet teveel achter gaan zoeken hoor.

        • Heren,

          Nogmaals bedankt voor al jullie werk. Ik stel dat bijzonder op prijs.
          Willen jullie dan de komende weken gebruiken om mijn gehele site http://alternatiefoerknaltheorie.nl/ te lezen en dan liefst van begin naar eind.

          Groet, Henk.

          • Henk, neem van mij aan dat we dat reeds gedaan hebben, het is niet netjes om het op ons af te schuiven als zouden wij je site niet gelezen hebben. Je hebt daar toch gezegd dat “alles waar wij uit bestaan zich verplaatst met 300.000 km in 1 seconde zonder dat wij ons daardoor gemiddeld in de ruimte verplaatsen” en dat “de roodverschuiving van vergelegen sterrenstelsels wordt veroorzaakt door een rotatie van de tijdsvector.” Ik verzin dat niet uit mijn duim, dat zijn jouw woorden en aan jou de schone taak dat te rijmen met een heelal dat statisch is en waarin de aarde niet in het middelpunt staat. Ik meende overigens gisteren gelezen te hebben dat je vanaf vandaag twee weken niet meer bereikbaar zou zijn?

          • Arie,

            Tja, ik had dat niet als een reactie op jou moeten schrijven. Ik stel je antwoorden bijzonder op prijs hoewel ik moeite heb waar alle misverstanden vandaan komen.
            Mijn reacties probeer ik zo te schrijven dat jullie mijn redenering kunnen volgen. Dat hoeft niet te betekenen dat jullie het met me eens zijn.

            Tot over een dag of 14.

            Groet, Henk.

      • Enceladus zegt

        Exact beste voornaamgenoot. Er stond wel degelijk “the Big Bang explosion 13 billion light years ago”.
        Dat heeft de auteur nu gauw verandert en vervolgens probeert men mij in dicrediet te brengen omdat ik de euvele moed had daar iets van te zeggen!

        Google liegt niet. Vermoedelijk wist men eens dat Google pagina’s opslaat in haar geheugen en dat die nog opvraagbaar zijn. Wat beteft de mogelijke link tussen edhoeven, evandijken en Henk Druiven: ik zal eens wat gaan uitzoeken op IP-adres-niveau.

        @ evandijken: Ik ben in afwachting van jouw excuses…

        groet,
        Gert (Enceladus)

        • Beste Gert,

          Er bestaat geen verband tussen mij, edhoeven en evandijken.

          Groet, Henk.
          P.s. Ik schrijf nooit onder pseudoniem. Soms wel een nadeel.

          • Enceladus zegt

            @ Henk: Gelukkig maar, want een van die andere heren vond het nodig mij in discrediet te brengen nadat een overduidelijke fout (13 bilion light years ago) gauw werd aangepast.
            Van dat soort charlatans kun je je maar beter distantiëren.

            groet,
            Gert (Enceladus)

        • evandijken zegt

          Bij deze mijn excuses!
          Een paar dagen na het begin van deze discussie ben ik op de betreffende site geweest en daar gelezen wat ik gelezen heb. Niet wetende dat de tekst kort daarvoor gewijzigd was. Heel goed dat je de historie van die site bent nagegaan.

          Het is niet de moeite waard om een mogelijk verband te zoeken tussen edhoeven, evandijken en Henk Druiven: die is er niet. Behalve dan dat zij deze site bezoeken.

          evandijken (ik dus) Is slechts een zeer geïnteresseerde leek die graag deze site bezoekt, veel leest over dingen die vroeger mogelijk gebeurd zijn en daar ook graag over nadenkt. Soms kom ik op een idee, ben daar jaren mee bezig, wordt nieuwsgierig, probeer het te verwoorden en zet die tekst een keer op deze site.

          Dat zal ik niet gauw meer doen!
          Mij werd te verstaan gegeven dat ik vooral niet moest denken dat ik de eerste ben met deze gedachte en dat dit idee allang beschreven daar en daar beschreven was. Het ging mij er helemaal niet om of ik nummer één zou zijn, ik had een nogal (voor mij) belangrijke variatie op die beschreven theorie. Daar werd overheen gelezen terwijl dát nu juist het belangrijkste was!

          Vandaar dat ik inderdaad enigszins vooringenomen ben op slordig lezen…

          Nu is dit een open site, niemand hoeft zijn diploma of bul te tonen, dus maak je kans dat er bijdragen komen vanuit een andere hoek. Ik denk dat deze bijdragen met respect ontvangen moeten worden. Als iets niet kan vertel dan op een nette manier waarom het niet kan, maar sabel niet neer.
          Ik bleef gefrustreerd achter.

          Vind ik nu deze site nu een slechte site?
          Helemaal niet!
          Ik ben heel blij met het bestaan van deze site. Er is veel deskundigheid, veel op te lezen, te leren en te lachen. Het is een belangrijke site! Maar zoals ik al enigszins laat doorschemeren: de eigen mate van gestudeerdheid vindt men wel heel belangrijk…

          • Enceladus zegt

            Excuses aanvaard. En verder heb ik al eens eerder gezegd dat ik respect heb voor mensen die hun nek durven uit te steken. Dat neemt niet weg dat ik toch ook verwacht dat zij in gaan op serieuze kritiek op hun denkbeelden.

            groet,
            Gert (Enceladus)

  22. Voorstel: laten we mijn site stap voor stap nog een keer doornemen.
    Mijn hypothese luidt:
    -“Het heelal is rond en statisch”
    -“De roodverschuiving van vergelegen sterrenstelsels wordt veroorzaakt door de tijd”
    –“Maar dan moet tijd ook veroorzaakt worden door een verplaatsing”
    –De SRT laat dat toe want t’= t. sqrt( 1 – (v/c)^2) kan ook worden geschreven als t= sqrt( t’^2 + (s/c)^2). Hetgeen gelezen kan worden als: “Als een klok zich in een tijd t’ door het inertiaalstelsel van een waarnemer beweegt dan wordt dit door de waarnemer waargenomen met een tijd t”

    Er zijn verschillende manieren om door de ruimte te reizen: in een rechte lijn, heen en weer en als rotatie enz..
    Neem een wiel, alle punten op de velg kunnnen dan een afstand afleggen door een rotatie, maar ook kan het wiel tegelijkertijd een lineaire beweging afleggen. Het verband tussen die twee bewegingen luidt: s[totaal]= sqrt( s[rotatie]^2+ s[lineair]^2), zie mijn site.

    Het verband tussen s en t wordt bepaald door de natuurconstante 1/c en is gelijk aan 1 seconde per 300.000 km. Omdat alle materie met de materie in de omgeving meereist in de tijd is deze 300.000 km/s een “eigen” snelheid en dus anders dan de “eigen” snelheid van licht. Die is namelijk oneindig en daarom geldt voor licht dat deze door een waarnemer wordt waargenomen met t= sqrt( 0 + (s/c)^2)= s/c.

    Ik stel mij voor dat wij bestaan uit deeltjes die allemaal een afstand (rotatie o.i.d) afleggen van 300.000 km in 1 seconde (natuurconstante). Dat is ook de rede waarom wij de lichtsnelheid als c meten.

  23. Klopt < toen ik van jullie hoorde dat light years geen goede uitdrukking was heb ik dat veranderd, maar evenzo nu ook weer terug gezet, want light years is wel een goede uitdrukking zie http://hubblesite.org/newscenter/archive/releases/2014/13/

    Nu weet ik eigenlijk niet, of bigbang begonnen is billion of miljion ago?

    daar staat ook light years, even zo nu ook een verdere update in Nederlandse tekst, sinds deze maand was ik begonnen met wat updates, om in eerste instantie taalfouten die ik vond, te verbeteren, maar tegelijk verwerk je ook tekst, hoe je het nu ziet, de basis is van 2008, en daar tot deze maand niets aan veranderd.

    groet, edu

    • evandijken zegt

      Volgens mij ben je in de war:

      Lichtjaar = uitdrukking van afstand = één lichtjaar is de AFSTAND wat het licht aflegt in één jaar;
      zoveel miljoen jaar = uitdrukking van tijd = zoveel jaar.

  24. Dat ging over de tijd hoelang geleden was het ontstaan van de Big Bang dat heb ik wel aangepast, daar stond ( light years ) nu staat dat er niet meer.

    Maar dat geeft nog niet nog het antwoord op mijn vraag, is de Big-Bang 13 bilion years, of 13 million years ago?

    Ik weet heus wel wat lichtjaar inhoud 300.000 km/s. 😉 ^^

  25. Jouw vraag “13 billion” of “13 million” is niet eenvoudig te beantwoorden.

    – “13 million” (dertien miljoen) is duidelijk fout. De dinosaurussen stierven bv. bijvoorbeeld vijfenzestig miljoen jaar geleden uit

    – “13 billion” heeft, afhankelijk van in welk land je woont, een andere betekenis. En in een tweetalig land als Canada zelfs twéé betekenissen. Zie:

    http://en.wikipedia.org/wiki/Long_and_short_scales

    Ik gebruik daarom zelf voor écht grote getallen steeds de wetenschappelijke notatie:

    groot-getal = a * 10^b

  26. Naar mate je ouder word ga je het een en ander over het hoofd zien, tuurlijk miljoen ik moet het over miljard hebben ., in Engels biljion is dus verwarrend , dat wist ik nog niet.

    300.000 km/sec x60x60x24x356 = 9.460.800.000.000 km per jaar dus = 1 lichtjaar, ben ik ook weer bij 🙂

  27. Deze discussie nadert de 100 reacties en op een gegeven moment zijn we echt de draad kwijt, heb ik het idee. Vandaar dat ik een onderwerp heb gestart in de Astrocorner, waar we beter in staat zijn goed op elkaar te reageren. Ik wil dus iedereen vragen om reacties over alternatieve heelalmodellen hier te doen: http://www.astroblogs.nl/forum/topic/alternatieve-heelalmodellen/ en niet meer in de ‘losse’ blogs. Daar kan iedereen ook zelf relevante afbeeldingen en/of video’s plaatsen. 🙂

  28. Henk Druiven zegt

    Mmmm.. vreemd. Alleen toegankelijk als u bent ingelogd.
    Inloggen lukt mij niet. Heb inmiddels een nieuw ww aangevraagd.

    Ik probeer het nogmaals als ik thuis ben. Nog even geduld.

    Groet, Henk.

  29. Heren,

    Op dit moment ben ik thuis maar kan ook op mijn computer niet reageren omdat ik moet inloggen.

    Hoe nu verder?

    Groet, Henk.

    • Enceladus zegt

      Henk, we zien je berichten toch gewoon? Wat heeft het nou voor zin om te gaan zeggen dat je niet kunt inloggen? We zien je berichten, en dat is het bewijs dat het inloggen dus wel lukt.
      Je kunt je teksten dus publiceren, dus s.v.p. niet langer dralen, maar voor de draad ermee!

      Arie heeft een aantal punten ingebracht, waarvan – voor zover ik het kan beoordelen – in ieder geval één zeer cruciaal punt waarmee jouw hele hypothese staat of valt. Ga daar na eindelijk eens op in alsjeblieft.

      groet,
      Gert (Enceladus)

      • Dag Gert,

        Dat ga ik zeker doen en als je omhoog scrolt dan kun je zien dat ik dat zeer summier heb gedaan. Maar… dit is niet zo eenvoudig als het lijkt. Er worden een aantal stellingen en argumenten overgeslagen waardoor het voor mij moeilijk is om op verkeerde conclusies een antwoord te geven.

        Ik bedoel de discussiesite op http://www.astroblogs.nl/forum/topic/alternatieve-heelalmodellen/

        Ik moet nog wel even bijkomen.

        Groet, Henk.

      • Dag Gert,

        Wat mij betreft heb ik de vraag bij beantwoord.

        Mijn theorie lijkt misschien eenvoudig maar vraagt het uiterste van je inbeeldingsvermogen. Daarom blijf ik er op hameren om de discussie van kop tot staart over te doen. Dat vraagt minder tijd dan we nu aan deze materie hebben besteed.

        En geloof me dat Arie die 1000 euro verdient, ik geef hem 90% kans. Blijft over 10% kans dat ik het aan het juiste end heb, maar dan geloof ik dat Arie bereid is om mijn artikel tot een publiceerbaar artikel uit te werken, wat ook 1000 euro oplevert.

        Groet, Henk.

        • Henk, hier vraag je volgens mij het onmogelijke. Aan de ene kant loof je € 1000 uit voor degene in staat is je hypothese te ontkrachten, aan de andere kant loof je een andere € 1000 uit voor degene die je hypothese tot een publiceerbaar artikel kan maken. Je kan niet je hypothese bestrijden en tegelijk publiceerbaar maken, het is het een of het andere, niet beiden. Ik kan mij wel voorstellen dat iemand anders hier op de website volledig achter je hypothese staat en deze publiceerbaar maakt.

  30. (Eigenlijk bedoeld voor http://www.astroblogs.nl/forum/topic/alternatieve-heelalmodellen/)

    Het doet mij genoegen op deze site mijn alternatief voor de Oerknaltheorie te verdedigen: zie http://alternatiefoerknaltheorie.nl.
    De afgelopen dagen heb ik een korte vakantie gehad in een hotel zonder Internet.
    Ik wil er op wijzen dat ik nog bezig ben de modder te verwerken die ik vorige week over me heen heb gekregen in een artikel op Grenswetenschappen.nl. Jullie begrijpen dat ik het waardeer dat ik op deze site met respect word behandeld.

    In heel veel boeken en artikelen wordt met een dikke vinger naar de katholieke kerk gewezen die tot 1700 veel wetenschappers heeft geëxcommuniceerd en/of op de brandstapel heeft gezet. Het is een twijfelachtige eer die door wetenschappers is overgenomen. Nu is Einstein de onaantastbare God en is de Oerknaltheorie de heilige graal. Een ieder die afwijkt van de platgetreden paden van de wetenschap dient met pek en veren overgoten te worden.

    Volgens mij kent de wetenschap geen dogma’s, wordt niemand uitgesloten en gelden slechts feiten en argumenten.

    Tot 1950 waren het vooral wetenschappers met een rijke fantasie die grote sprongen in de wetenschap mogelijk hebben gemaakt. Einstein maakte dankbaar gebruik van de wiskundige ondersteuning van zijn vrienden. Daarna is de wis- en natuurkunde dermate succesvol geworden dat dit nog nauwelijks door iedereen begrepen kan worden. In mijn werkzame periode van 30 jaar bij de faculteit Natuur- en Scheikunde heb ik vaak meegemaakt dat de ene specialist nauwelijks of niet kon duidelijk maken aan een iemand buiten zijn vakgebied wat zijn onderzoek nu eigenlijk inhield. Het is dus van groot belang dat de wetenschap op zoek gaat naar modellen die zo eenvoudig mogelijk zijn. Ik hoop daar met mijn alternatieve kijk op de RT een handje bij te helpen.

    Wat me opvalt is dat ik herhaaldelijk moet uitleggen dat er verschillende typen beweging zijn: zo is een rotatie in tegenstelling tot een rechtlijnige beweging absoluut, je roteert of je roteert niet.
    Hopelijk kunnen we, zoals ik al heb voorgesteld, de discussie een kop en een staart geven. Waarschijnlijk zijn we het over een aantal beginpunten eens en zijn we snel aangeland bij een punt waar de meningen uiteenlopen. Maar op die manier is het iedereen duidelijk waar we het over hebben.

    Ik wil voorlopig besluiten met op te merken dat ook Einstein een aantal alternatieven voor de Oerknaltheorie heeft uitgewerkt.

    Met vriendelijke groet, Henk Druiven.

  31. Nog iets over de lichtsnelheid.

    Volgens de huidige theorie bewegen sterrenstelsels op de grens van ons zichtbare heelal met de lichtsnelheid van ons af. Dat betekent dat die sterrenstelsels een energie t.o.v. ons bezitten die oneindig hoog is. Iets dat volgens Arie terecht niet kan.

  32. Henk, ik sta open voor veel dingen, maar je kan niet verwachten dat ik aan de ene kant met argumenten jouw hypothese bestrijd – iets waar ik nu al enkele weken mee bezig ben – en dat ik doodleuk aan de andere kant jouw hypothese zodanig maak dat een tijdschrift het kan publiceren. Dat is welhaast een klassieke contradictio in terminis, iets bestrijden en tegelijk iets aanhangen.

  33. Dan begin ik hier met punt 1

    Ik neem aan dat mijn hypothese dat het heelal rond en statisch is geen problemen opwerpt.

    • Zucht, je stapt wel erg gemakkelijk over al mijn bezwaren heen. Het werpt wel degelijk bezwaren op, zoals het gevolg van het feit dat alle massa zoals jij beweert met de lichtsnelheid beweegt en het daardoor meer massaenergie moet hebben. Roept bij mij drie vragen op: 1. hoezo statisch heelal als alles met de lichtsnelheid beweegt, waarheen beweegt het en waarom dan die kant uit? 2. meer massaenergie door die hoge snelheid, betekent dat het heelal ineen zou moeten klappen door de toegenomen zwaartekracht, dus niets statisch. 3. Ergens meldde je de speciale relativiteitstheorie van Einstein te volgen, dan kan je echt niet beweren dat alles met de lichtsnelheid beweegt. Henk, dit soort dingen heb ik hierboven al eerder geroepen, dus ik heb nu ech zo’n deja vu-gevoel. Ik ben niet van plan telkens in herhalingen te vallen.

      • Dag Arie,

        Ik beweer niet dat alle masse met de lichtsnelheid beweegt, mijn stelling is dat wij bestaan uit minuscule deeltje die allemaal met een “eigen” snelheid van 300.000 km/s hebben.
        Op deze blog en op mijn site heb ik al uitgelegd wat mijn definitie van een “eigen” snelheid is. Als een deeltje door het inertiaalstelsel van een waarnemer met een “eigen” snelheid v[eigen] gaat dan wordt dat door de waarnemer als v waargenomen.
        Die twee verhouden zich tot elkaar als v = v[eigen] / sqrt( 1 + ( v[eigen] / c)^2 )
        E.a. kun je afleiden uit t = t’ . sqrt( 1 + ( s / c )^2 )
        v = s / t
        v[eigen] = s / t’

        We weten dat massa bestaat maar niet hoe. We weten alleen dat massa een weerstand vertoont t.o.v. een versnelling.

        We weten ook niet waarom E = m c^2, alleen dat het zo is.

        Ik hoef daar niet verder op in te gaan maar mogelijk dat E en mogelijk massa voor een deel verklaard kunnen worden uit die beweging van minuscule deeltjes. (speculatie)

        Overigens, in de Oerknaltheorie, bewegen sterrenstelsels op de grens van ons zichtbare heelal met de lichtsnelheid van ons af. Dat kan niet want dat betekent dat die sterrenstelsels een oneindige energie t.o.v. ons bezitten.

        Groet, Henk.

        • Vooraf: Olaf had terecht opgemerkt dat we deze discussie beter kunnen doen op de Astrocorner, maar aangezien hier alle reacties staan, waar vervolgens weer op gereageerd wordt denk ik toch dat het beter is hier te reageren, anders is het verband zoek.
          Dan Henk z’n stelling dat alles een ‘eigen snelheid’ heeft van 300.000 km/s en dat legt hij als volgt uit, quote: “Als een deeltje door het inertiaalstelsel van een waarnemer met een “eigen” snelheid v[eigen] gaat dan wordt dat door de waarnemer als v waargenomen. Die twee verhouden zich tot elkaar als v = v[eigen] / sqrt( 1 + ( v[eigen] / c)^2 ). E.a. kun je afleiden uit t = t’ . sqrt( 1 + ( s / c )^2 ), v = s / t, v[eigen] = s / t’ ” Dus neem even als voorbeeld dat ik in mijn auto met 100 km per uur op de weg rijd en dat ik wordt waargenomen door een stilstaande waarnemer aan de kant van de weg. Die waarnemer meet dat ik met 100 km per uur op de weg rijdt, net zoals de teller in de auto aangeeft. Hoe kan dit alles in hemelsnaam opgevat worden als zouden beiden een snelheid van 300.000 km/s hebben? Hoe kan de ene die stilstaat (0 km/uur) en de ander die beweegt (100 km/uur) leiden tot een eigen beweging of snelheid van beiden van 300.000 km/s? Ik snap werkelijk niet hoe jouw formule werkt, dus laat alsjeblieft aan de hand van je formule stap voor stap zien hoe de snelheid van 0 en 100 km/uur in jouw hypothese leidt tot een eigen snelheid van 300.000 km/s – mij lukt het niet, Henk!

          • Dag Arie,

            In eerste plaats wil ik de discussie best voortzetten op http://www.astroblogs.nl/forum/topic/alternatieve-heelalmodellen/ maar dat lukt mij niet. Er wordt nog steeds aan me gevraagd of ik wil inloggen. Ook het aanvragen van een nieuw wachtwoord lukt niet.

            In de tweede plaats begrijp ik nu beter waar de verwarring vandaan komt. Als ik het heb over de beweging van minuscule deeltjes zoals quarks, antiquarks en gluonen dan bedoel ik daar niet een lineaire beweging mee maar een rotatie of anderszins. Ik heb dat nu ook op de site beter aangegeven.

            Het is absoluut niet dat ik je bezwaren niet serieus neem maar ik wil graag, om zo duidelijk mogelijk te zijn, de discussie stap voor stap doen. Bij punt 2 komen we al aan bij wat je nu aanstip. Maar eerst nog de hobbel die we te nemen hebben met de dimensie tijd die op de voor ons waarneembare horizon haaks op onze tijddimensie staat.

            En nogmaals, ik waardeer het zeer dat je hier zoveel moeite in steekt.

            Kunnen we punt 1 afsluiten?

            Je bezwaar komt dus uitgebreid bij punt 2 aan de orde.

            Groet, Henk.
            P.s. Ik ben bij mijn zoon aan het klussen dus de discussie gaat wat met horten en stoten.

          • Henk, nu zeg je iets cruciaals, dat volgens mij verdere discussie onmogelijk maakt. Je constateert dat je met die eigen beweging eigenlijk iets anders bedoelde dan dat je eerst zei en dat je het daarom op je site hebt aangepast. Maar in één van mijn eerste reacties op jouw weddenschap zei ik al dat regel 1 bij alle weddenschappen is dat de spelregels tussentijds nooit mogen worden aangepast. Op zo’n moment hoort dus jouw website met alle info die erop staat als het ware ‘bevroren’ te worden, zodat we de hypothese zoals die daar staat kunnen beoordelen. Maar als je nu gaandeweg telkens dingen gaat aanpassen en aanscherpen, dan overtreedt je de regel dat spelregels niet mogen wijzigen. Je sprak in het begin over een eigen beweging van 300.000 km per seconde, dat leverde problemen op met betrekking tot de crux van jouw verhaal, namelijk dat er een statisch en rond heelal is, dus om nou ineens te roepen dat het geen lineaire beweging is, maar een rotationele beweging (wat dat ook mag zijn, is het spin? is het iets anders?) is mijns inziens niet toelaatbaar. Ik vecht de hypothese aan die een maand geleden op je website stond, niet een versie die continue aangepast wordt dankzij input die hier geleverd wordt.

          • Enceladus zegt

            @Henk Druiven: Arie zegt het nog netjes. Maar ronduit gezegd: je speelt feitelijk gewoon vals…
            Als je een vent bent, dan ga je weer uit van de hypothese van een maand geleden.
            Anders is überhaupt met jou in discussie gaan al verspilling van energie.

            groet,
            Gert (Enceladus)

          • gert1904 zegt

            Beste naamgenoot,

            Ik sluit me bij jou en Arie aan.

          • Er waren eens vier astronomen die elk jaar met elkaar uit vissen gingen. Zoals altijd haalden ze hun aas bij een mannetje onderweg. Deze keer had hij een aanbieding van superwormen die zo vers waren dat ze met elkaar een krioelende massa vormden die wel 10 meter per uur voortkropen. Uiteraard had hij ook zijn normale assortiment.
            Astronoom 1 (A1) had het niet zo voorzien op die verse wormen en bestelde zoals altijd een potje maden. Ook A2 bestelde een potje maden. Toen A3 aan de beurt was vroeg de man nieuwsgierig waarom hij niet koos voor de superwormen want die gaven toch een beter visresultaat. “Nou,” zei A3, “dat doe ik niet want tegen de tijd dat we op onze stek zijn aangekomen zijn alle wormen er vandoor.” “Er vandoor”, zei de man, “maar ze kunnen toch niet uit hun doosje?” “Vreemd”, zegt A3, “want u beweert dat ze zeker 10 meter per uur kruipen.” Man: “Ja, maar dat is geen rechtlijnige beweging maar krioelend door elkaar.” “Nou, geef mij maar een doosje van die superwormen”. En ook A4 neemt zo’n doosje.
            Als de vier klanten vertrokken zijn past de man zijn bord aan, want stel je voor dat er nog een aantal astronomen langs komen.

            Op hun visstekje aangekomen werpen de A’s hun hengel uit. A3 en A4 halen de ene vis na de ander uit het water terwijl het met A1 en A2 maar magertjes gaat. En dan zien A1 en A2 dat A3 en A4 de superwormen gebruiken. “Hoe kan dat? Die kruipen toch het doosje uit?” “Neen, dat blijkt mee te vallen want ze leggen geen rechtlijnige beweging af maar krioelen door elkaar.”
            Op de terugweg besluit A1 zijn recht te halen; “Ik kom mijn geld terughalen want deze maden vissen lang niet zo goed als de superwormen.”
            “Maar u had dan toch gewoon de superwormen kunnen bestellen?”, vraagt de man.
            “Nee, want u beweerde dat ze uit de doos zouden kruipen en bovendien heeft u de verkoopvoorwaarden aangepast.”
            “De verkoopvoorwaarden aangepast? Hoe komt u daarbij. Ik wilde voorkomen dat als er weer astronomen langskomen ze vooral niet moeten denken dat de wormen uit hun doosje kruipen.”
            “En toch wil ik mijn geld terug.”

            Groet, Henk.
            P.s. Terug van het klussen.

          • Nou zou ik ook een parabel kunnen beginnen over een man die een weddenschap begint, waarbij de eerste die er in slaagt zijn hypothese te ontkrachten een geldbedrag uitgekeerd krijgt, waarna die man vervolgens tijdens de erop volgende discussie telkens de hypothese aanpast, zodat de formules en de aannames in de hypothese niet meer dezelfde waren als bij het begin van de weddenschap, maar dat vind ik zo flauw, dat doe ik maar niet. Ik beëindig de discussie van deze Astroblog, want we komen geen meter tot elkaar. Ik richt mijn blik op morgenavond, als de ontdekking bekend wordt gemaakt van B-mode polarisatie in de kosmische microgolf-achtergrondstraling, veroorzaakt door gravitatiegolven afkomstig uit de inflatieperiode van de oerknal, toen elementaire deeltjes dankzij het Higgs mechanisme massa kregen. Maar ja, in een statisch en rond heelal heb je dat allemaal niet, er was helemaal geen oerknal, er is helemaal geen achtergrondstraling, geen Higgs mechanisme, noppes. Hoef je daar ook geen aandacht aan te besteden. Discussie gesloten.

        • gert1904 zegt

          Je schrijft:

          “We weten ook niet waarom E = m c^2, alleen dat het zo is.”.

          Dat weten “we” wél. Al sinds het begin van de vórige eeuw. Zie:

          http://nl.wikipedia.org/wiki/Massa-energierelatie

          Dat jíj dat niet weet/begrijpt verbaast mij eigenlijk niets…..

          • Dag Gert,

            Mooi, dat je dat weet, want dan ben je rijp voor de Nobelprijs. Als je namelijk weet hoe (en niet “dat”) massa in energie wordt omgezet, dan kun je ook vertellen wat massa is (en niet hoe het zich gedraagt.)

            Het mag van mij in je eigen woorden.

            Groet, Henk.

  34. Punt 2
    Ook op mijn hypothese dat tijd verantwoordelijk voor de roodverschuiving verwacht ik geen problemen.

    • Ook hier weer de melding dat er wel degelijk problemen zijn, zoals het feit dat die tijdsdimensie in jouw model telkens precies naar de aarde wijst, alsof wij in het midden van het heelal zouden staan. Daarmee stap je af van het Copernicaanse principe en plaats jij de aarde in het centrum van het heelal. Eén argument over die roodverschuiving heb ik nog niet genoemd: als in jouw model het heelal rond en statisch is en de roodverschuiving van de sterrenstelsels géén gevolg is van het expanderende heelal, maar van de tijdsdimensie, dan is er iets wat je niet kan verklaren, namelijk de kosmische microgolf-achtergrondstraling, de in 1967 ontdekte straling met een temperatuur van 2,7 K, die isotroop aan de hemel gemeten is. Naarmate sterrenstelsels verder weg staan hebben ze een hogere roodverschuiving en bij de allerhoogste hebben ze een roodverschuiving van iets meer dan z=10 gemeten. Maar de genoemde straling heeft een veel hogere roodverschuiving, namelijk van z=1089. Verklaar waar die straling met deze enorme roodverschuiving in jouw model vandaan komt? Ik ben bang dat je in een statisch heelal op geen enkele manier deze straling kunt verklaren.

      • Dag Arie,

        Voordat ik uitgebreid op punt 2 inga het volgende dat ik van de site van The Top 30 Problems with the Big Bang heb gekopieerd en te maken heeft met een mogelijke verklaring van de achtergrondstraling.

        (2) The microwave “background” makes more sense as the limiting temperature of space heated by starlight than as the remnant of a fireball.
        The expression “the temperature of space” is the title of chapter 13 of Sir Arthur Eddington’s famous 1926 work, [[4]] Eddington calculated the minimum temperature any body in space would cool to, given that it is immersed in the radiation of distant starlight. With no adjustable parameters, he obtained 3°K (later refined to 2.8°K [[5]]), essentially the same as the observed, so-called “background”, temperature. A similar calculation, although with less certain accuracy, applies to the limiting temperature of intergalactic space because of the radiation of galaxy light. [[6]] So the intergalactic matter is like a “fog”, and would therefore provide a simpler explanation for the microwave radiation, including its blackbody-shaped spectrum.

        Such a fog also explains the otherwise troublesome ratio of infrared to radio intensities of radio galaxies. [[7]] The amount of radiation emitted by distant galaxies falls with increasing wavelengths, as expected if the longer wavelengths are scattered by the intergalactic medium. For example, the brightness ratio of radio galaxies at infrared and radio wavelengths changes with distance in a way which implies absorption. Basically, this means that the longer wavelengths are more easily absorbed by material between the galaxies. But then the microwave radiation (between the two wavelengths) should be absorbed by that medium too, and has no chance to reach us from such great distances, or to remain perfectly uniform while doing so. It must instead result from the radiation of microwaves from the intergalactic medium. This argument alone implies that the microwaves could not be coming directly to us from a distance beyond all the galaxies, and therefore that the Big Bang theory cannot be correct.

        None of the predictions of the background temperature based on the Big Bang were close enough to qualify as successes, the worst being Gamow’s upward-revised estimate of 50°K made in 1961, just two years before the actual discovery. Clearly, without a realistic quantitative prediction, the Big Bang’s hypothetical “fireball” becomes indistinguishable from the natural minimum temperature of all cold matter in space. But none of the predictions, which ranged between 5°K and 50°K, matched observations. [[8]] And the Big Bang offers no explanation for the kind of intensity variations with wavelength seen in radio galaxies.

        Groet, Henk.

    • gert1904 zegt

      Net als Arie plaats ik een –diepe– zucht op je bericht.

      Je mag -elke- hypothese postuleren die je wilt. Voor de -wetenschappelijke- betekenis van het begrip hypothese verwijs ik naar de Wikipedia:

      http://nl.wikipedia.org/wiki/Hypothese

      Het is vervolgens vooral aan de voorsteller van de hypothese (jij), en ieder ander, om de hypothese om te zetten in een theorie. Voor de -wetenschappelijke- betekenis van het begrip theorie verwijs ik, wederom, naar de Wikipedia:

      http://nl.wikipedia.org/wiki/Theorie

      Verder heb je van elementaire wiskunde/natuurkunde geen kaas gegeten.

      • Dag Gert,

        Neem me niet kwalijk als ik niet op dit soort vervelende berichten reageer. Voorlopig heb ik genoeg modder over mij heen gekregen.

        Maak je punt en onthoud je verder van commentaar.

        Als je iets niet begrijpt dan ben ik van harte bereid om dit uit te leggen.

        Groet, Henk.

        • Anoniem zegt

          Ja, ja.

          Henk Druiven meent “genoeg modder over zich heen te hebben gekregen”.

          Een bericht dat Henk Druiven cs. niet begrijpt of waar hij het niet mee eens is, is “een vervelend bericht”.

          Mijn perceptie, gelezen de vele oeverloze berichten van dhr. Druiven is –geheel– anders:

          – hr. D. heeft nóch van wiskunde, nóch van natuurkunde, nóch van sterrenkunde énige basale kennis
          – wanneer hr. D. hiermee geconfronteerd wordt, beschouwt hij dit als “modder gooien”
          – de “theorie van hr. D.”, de afgelopen weken voortdurend bekritiseerd en “aangepast”, is gebaseerd op niets.

          Ook na de op verzoek van hr. D. aangegane mediastilte van twee weken is er niets verbeterd.

          • gert1904 zegt

            Bovenstaande reactie is van mij, Gert1904.

            Als ik langdurig met een belangrijke reactie zoals bovenstaande, bezig ben overkomt het mij, blijkbaar, dat mijn iPad uitlogt of dat ik het wachtwoord te laat herhaal.

            Mijn verontschuldigingen.

          • Enceladus zegt

            Met een kwinkslag naar de beweringen van een andere “alternatieveling”: Arie krijgt die 1.000 euro natuurlijk in geen 1.000 lichtjaar. 😉 😉 😉

            groet,
            Gert (Enceladus)

  35. Enceladus zegt

    Ai, de druiven begin nu wel heel erg zuur te worden… 😉

    groet,
    Gert (Enceladus)

  36. Het universum had geen begin. Wetenschappers trekken de oerknal theorie in twijfel. Astrofysicus Bruno Brento heeft samen met collega ‘s van de Universiteit van Liverpool een hypothese naar voren gebracht dat de oerknal, waaruit ons heelal is voortgekomen, wordt ontkend.

    https://www.livescience.com/universe-had-no-beginning-time

    • De Big Bang (BB) wordt daar niet ontkend, maar maakt er gewoon deel van uit. Wat Live Science schrijft is: “The causal set approach neatly removes the problem of the Big Bang singularity.” Dus: wel een Big Bang, maar dan zonder de oneindige uitkomsten die Algemene Relativiteitstheorie (ART) je geeft, namelijk die singulariteit.

      De onderzoekers in kwestie beginnen hun paper met: “General Relativity traces the evolution of our Universe back to a Big Bang singularity.”

      Dat klopt maar is niet het volledige verhaal. Van ART is bekend dat die niet werkt onder de extreme omstandigheden tijdens de BB. Kosmische inflatie kwam echter voor de BB en is het mechanisme dat ervoor zorgt dat de singulariteit die je krijgt als je alleen ART gebruikt om terug te rekenen, niet langer optreedt: de temperatuur van het heelal werd dankzij inflatie nooit oneindig hoog tijdens de BB. Dat is wel de uitkomst als je uitsluitend ART toepast.

      Inflatie kwam dus voor de BB en niet erna – ook al lees je het omgekeerde vrijwel standaard op elk blog over dit onderwerp weer terug. Inclusief in de grafiek die in dit Astroblogsartikel staat. Al zo’n 40 jaar (want zo oud is ongeveer inflatietheorie) weten we dus dat er tijdens de BB geen singulariteit was.

      Maar de onderzoekers trachten niet de Big Bang of inflatie te herschrijven. Wat ze in hun paper laten zien, is een mogelijke benadering om de periode voor de BB te beschrijven, zelfs het begin van tijd, maar dan natuurlijk niet met het hiervoor ongeschikte ART maar met behulp van een kwantumzwaartekrachttheorie. Quote:

      “Stephen Hawking proved that General Relativity (GR) breaks down at a Big Bang singularity, but left open the possibility that the Big Bang is not the beginning of time but rather that it was preceded by a quantum gravity era which cannot be captured by GR. The question of the beginning of time must therefore be addressed within a theory of quantum gravity.”

      Het is op zichzelf geen fysisch model van de tijd voor de Big Bang, noch een kwantumzwaartekrachtsmodel. De Big Bang wordt er niet in ontkend of zelfs aangevallen. Het is (als ik het zelf goed begrepen heb) wel een onderliggend raamwerk om zo’n kwantummodel van de tijd voor de BB wellicht ooit te kunnen maken. Wat interessant is, want met al haar successen kan toch ook inflatietheorie dat niet.

      De betreffende kwantumzwaartekrachtstheorie bestaat dus nog niet. Mocht die er ooit komen, wellicht dat dan alsnog inflatie en de BB overboord gaan, maar zover is het nog lang niet.

      • Hoe kan de big bang bestaan en tegelijkertijd het universum geen begin hebben?

        • Voor de BB zat er geen materie of straling in wat toen het heelal was, alleen de energie van inflatie. Door de exponentiële groei koelde het heelal extreem snel af tot de energie van inflatie een verandering onderging, zoiets als wat er met water gebeurt als het plots bevriest. Kosmische inflatie stopte, de oerknal begon, in wezen betekenen die hetzelfde, het begin van een heelal met materie en straling, de “afgekoelde inflatie-energie”.
          De BB was in die zin dus het begin dat het ons bekende heelal voor die tijd niet bestond. De condities voor de BB waren het gevolg van een eerdere fase van ons heelal. Hoe lang die fase heeft geduurd, is onbekend. Dat kan eeuwig zijn geweest.

Speak Your Mind

*