Tussen de banen van de planeten Mars en Jupiter bevindt zich de planetoïdengordel, een gebied op een afstand tussen de 2,1 en 3,3 AE en met een dikte van ongeveer 1 AE, één AE (astronomische eenheid) is de afstand tussen de aarde en de zon, 149 miljoen km. In die gordel bevinden zich de meeste planetoïden van ons zonnestelsel. Men vermoedt dat tijdens de vorming van het zonnestelsel ruim 4,5 miljard jaar geleden de planeten zijn gevormd door samenklontering van planetesimalen. Bij de planeet die tussen Mars en Jupiter had moeten ontstaan liep dat echter minder vlotjes, vanwege de gravitationele invloed van de reus Jupiter en daardoor bleef een losse concentratie van planetoïden over. Schattingen over het aantal planetoïden daar zijn dat er ruim 80.000 planetoïden van groter dan een kilometer moeten zijn. Tussen het aantal planetoïden en hun grootte bestaat vermoedelijk een machtsfunctie. Zou die 1 zijn dan zou dat betekenen dat voor iedere planetoïde die 100 meter groot is er 10 zijn van 10 meter, 100 van 1 meter, 1000 van 0,1 meter, enzovoorts. Op grond van waarnemingen met de Sloan digital sky survey (SDSS) denkt men dat die machtsfunctie in werkelijkheid 2 is en dat betekent dat er in de planetoïdengordel zo’n 800 biljoen (!) planetoïden van minstens 1 meter doorsnede moeten zijn. Dat zijn er héél veel en als je met een raket daar doorheen zou moeten vliegen krijg je dit soort beelden op je netvlies:
De vraag is natuurlijk: klopt dat beeld wel, is de planetoïdengordel echt zo afgeladen vol en gevaarlijk om doorheen te reizen? Het antwoord is nee en dat is gemakkelijk aan te tonen. Die hoeveelheid van 800 biljoen planetoïden – voluit geschreven: 800.000.000.000.000 stuks – is veel, maar het volume waarin die zich bevinden is nog vééél groter. De afmetingen van de planetoïdengordel die ik noemde waren in AE, maar uitgedrukt in km³ kom je uit op een volume van zo’n 50 biljoen biljoen km³ – voluit geschreven: 50.000.000.000.000.000.000.000.000 km³. En dan blijkt dat ieder van die planetoïden een gebied van gemiddeld enkele miljarden kubieke kilometers tot z’n beschikking heeft, zonder last te hebben van een buurman-planetoïde. Die scenes in Star Trek en Starwars zijn dus een tikkeltje overdreven, maar da’s niet erg als je ’t mij vraagt. 🙂 Bron: Universe Today.
Er moet natuurlijk nog wel iets zijn om op te schieten, anders is het niet spannend meer.