Sterrenkundigen hebben al heel wat gammaflitsen waargenomen, zeer kortstondige uitbarstingen (variërend van enkele milliseconden tot enkele minuten) van gammastraling, die allemaal gevolgd werden door een ‘nagloed’ in andere delen van het spectrum, zoals röntgenstraling en optisch licht. Maar spittend in de waarneemgegevens van begin jaren negentig zijn sterrenkundigen er nu achter gekomen dat ze toen wel zo’n nagloed hebben waargenomen, maar niet de gammaflits zelf. Spittend in de gegevens van de VLA Sky Survey (VLASS) zagen Bryan Gaensler (Universiteit van Toronto) en z’n collega’s dat er in 1994 iets te zien was, een uitbarsting in radiostraling in de buitenregionen van een sterrenstelsel op 280 miljoen lichtjaar afstand. Die uitbarsting, FIRST J1419+3940 genaamd, blijkt na verdere studie ook te zien te zijn op opnames gemaakt met de VLA en de synthese radiotelescoop van Westerbork tussen 1993 en 2015. De sterrenkundigen denken nu dat die radiostraling van FIRST J1419+3940 de nagloed was van een gammaflits, die geheel gemist is door de telescopen (zoals de Fermi ruimtetelescoop). Die gammaflits moet ergens in 1992 of 1993 zijn uitgebarsten.
Zo’n gammaflits (in het Engels een Gamma Ray Burst, GRB) ontstaat als twee neutronensterren of één neutronenster en een zwart gat met elkaar botsen óf door de uitbarsting van een zeer zware ster, een hypernova, die ook een zwart gat oplevert. Daarbij worden twee smalle bundels met zeer energierijke straling uitgezonden in tegengestelde richtingen, waarvan er één toevallig in onze richting is. Bij de gammaflits van FIRST J1419+3940 was die bundel kennelijk niet naar de aarde gericht en daarom hebben we ‘m gemist. Bron: NRAO.
Speak Your Mind