2 december 2024

De stervorming in het vroege heelal was enorm, zo laat Webb zien

Foto van sterrenstelsels in het vroege heelal gemaakt in het kader van het JADES programma. Credits: NASA, ESA, CSA, Brant Robertson (UC Santa Cruz), Ben Johnson (CfA), Sandro Tacchella (Cambridge), Marcia Rieke (University of Arizona), Daniel Eisenstein (CfA). Image processing: Alyssa Pagan (STScI)

Sinds juli vorig jaar is de Webb ruimtetelescoop met z’n ‘infraroodogen’ het heelal aan het bestuderen en één van de grote waarneemprogramma’s daarvoor is de ‘JWST Advanced Deep Extragalactic Survey‘, kortweg JADES. Die heeft al heel wat ver verwijderde sterrenstelsels als oogst opgeleverd, honderden sterrenstelsels die al bestonden ergens tussen de 370 en 650 miljoen jaar na de oerknal. JADES gaat nog wel even door met waarnemen (de bedoeling is dat in Webb’s eerste jaar JADES 32 dagen mag kijken met de instrumenten), maar nu al is duidelijk dat die vroege sterrenstelsels een enorme stervorming kenden, “het vroege heelal knetterde van uitbarstingen van stervorming” zoals ze het omschrijven. Ryan Endsley (University of Texas at Austin) en z’n team keken met JADES naar sterrenstelsels die tussen 500 en 850 miljoen jaar na de oerknal voorkwamen, de periode die bekend stata als de Epoch of Reionization (EoR), de tijd van de reïonisatie, toen door de sterke UV-straling van de eerste sterrenstelsels het neutrale waterstofgas ioniseerde, doordat de elektronen door de straling van de atoomkernen werden losgekoppeld. Het is door die reïonisatie dat het waterstofgas in het vroege heelal voor het licht van de kosmische microgolf-achtergrondstraling transparant werd en de ‘kosmische mist’ werd opgeheven. Grote vraag die sterrenkundigen hadden was of die reïonisatie nu het gevolg was van de invloed van actieve superzware zwarte gaten of door een sterke stervorming, waardoor er veel hete sterren met sterke UV-straling ontstonden? Met Webb’s NIRSpec (Near-Infrared Spectrograph) instrument keken ze naar die sterrenstelsels en het antwoord was duidelijk: er was in die vroege sterrenstelsels een enorme stervorming.

Met NIRSpec kon men in alle stelsels in hun spectrum sterke emissielijnen zien, een sterke indicatie voor de vorming van nieuwe sterren. De stervorming was niet altijd erg hoog, want periodes van hoge stervorming werden afgewisseld met periodes dat de productie op een lager pitje stond. De resultaten van de waarnemingen werden deze week gepresenteerd op de 242e bijeenkomst van de American Astronomical Society (AAS) in Albuquerque, New Mexico. Bron: NASA.

Share

Speak Your Mind

*