Sinds een paar dagen verblijven mijn vrouw en ik in Graz, de tweede stad van Oostenrijk en de hoofdstad van de deelstaat Stiermarken. Vanochtend waren we in Schloss Eggenberg, net aan de buitenrand van Graz gelegen. Het is het grootste en meest markante barokke kasteel van Oostenrijk en het was van de 15e tot de 18e eeuw de hoofdverblijfplaats geweest van het adellijk geslacht Eggenberg. Het was met name prins Hans Ulrich von Eggenberg (1568-1634) die het laat-middeleeuwse kasteel liet aanpassen. Hij deed dat met de hulp van de Italiaanse architect Giovanni Pietro de Pomis tot diens overlijden in 1631. Wat Eggenberg daarbij voor ogen stond was dat hij met het kasteel een soort van microkosmos wilde creëren, een eiland van rust en orde in een wereld die toen in grote chaos verkeerde door de Dertigjarige Oorlog (1618-1648). Alles in het kasteel Eggenberg ademt de kosmos uit, zowel in ruimte als tijd. Zo zijn er 365 ramen, één raam per dag van het jaar. Wij kregen een rondleiding in het kasteel op de tweede verdieping en daar waren precies 24 grote pronkkamers, de 24 uren van de dag weergevend. Samen met de kleinere tussenkamers telt iedere verdieping 31 kamers, dat staat voor het maximaal aantal dagen in een maand. De pronkkamers tellen 52 ramen, het aantal weken in een jaar. De grootste zaal van het kasteel is de planetaire zaal, waar grote feesten werden gegeven.
De olieverfschilderijen in deze zaal, gemaakt door Hans Adam Weissenkircher, tonen de vier elementen (water, aarde, vuur en lucht), de 12 tekens van de dierenriem, de vier jaargetijden en de zeven klassieke “planeten” (planetes asteres: zwervende sterren) die in de oudheid bekend waren, Mercurius, Venus, Aarde, Mars, Jupiter en Saturnus, en als laatste de Zon, die ze voor het gemak toen ook maar onder de planeten schaarden. Alle planeten waren ook verbonden met één van de dagen van de week. Van de gids mocht niemand op de tweede verdieping foto’s maken, waar ook de planetenzaal te vinden is, dus ik heb even de foto hierboven op de Wikipedia opgezocht. Buiten het kasteel is er ook nog een ‘planetaire tuin’ (zie de luchtfoto hieronder), maar die is niet uit de tijd van de Eggenbergs.
Afijn, wat is nou de connectie met Johannes Kepler in dit verhaal? In een toeristisch boekje over Graz had ik kort al gelezen dat Kepler, die wij natuurlijk kennen als de bedenker van de wetten van Kepler, van 1594 tot 1600 in Graz verbleef, waar hij wiskunde doceerde op de Protestantse school. In Graz schreef hij zijn eerste grote werk, de Mysterium Cosmographicum, waarin hij de bouw van de kosmos beschreef, zoals hij die zich voorstelde en dat gebaseerd was op het Copernicaanse systeem. En nou komt het: het was dit boek dat waarschijnlijk Eggenberg had geïnspireerd tot diens symbolische microkosmos! Dus Kepler’s invloed rijkte kennelijk tot de machtigen der aarde in die tijd. want Hans Ulrich von Eggenberg, die aartshertog Ferdinand geholpen had om gekozen te worden tot keizer Ferdinand II van het Heilige Roomse Rijk, was één van de machtigste mannen toen. Ze hadden elkaar leren kennen op de Evangelische Stift Tübinger, het studiehuis van de protestantse landskerk van Württemberg aan de Universiteit Tübingen.
Speak Your Mind