Exact op de Zuidpool bevindt zich het Amundsen–Scott South Pole Station, op 90° zuiderbreedte, en onderdeel daarvan is de South Pole Telescope, een 10 meter grote schotel waarmee ze het spectrum in het (sub)millimeter en microgolfgebied kunnen waarnemen. In 2017 werd de derde generatie camera SPT-3G op de SPT geïnstalleerd en daarmee werd vanaf aarde de kosmische microgolf-achtergrondstraling (Engels: CMB) gemeten, de 2,7K koude straling die is overgebleven van de hete oerknal 13,8 miljard jaar geleden. SPT-3G was voorzien van maar liefst 16.000 detectoren en daarmee kan men maar liefst tien keer scherper kijken naar de CMB dan de voorgangers van de camera. Deze week werden de eerste resultaten bekendgmaakt en wel door een team onder leiding van Zhaodi Pan (Argonne National Laboratory). Met de SPT-3G werd gekeken hoe het licht van de CMB in een gebied van 1500 vierkante graad groot werd afgebogen door het kosmische web van materie tussen ons en de CMB in, iets wat de zogeheten zwaartekrachtlenzen oplevert, een verschijnsel dat al meer dan honderd jaar geleden door Albert Einstein werd voorspeld.
De gegevens dateren nog uit de tijd dat de camera in z’n proeffase verkeerde, maar nu al zijn de sterrenkundigen er uiterst tevreden over en kijken ze nu al uit naar als de resulttaen van de volle waarneemperiode beschikbaar komen. Tot de uitkomsten behoren onder andere deze:
- σ8=0.810±0.033
- S8≡σ8(Ωm/0.3)0.5=0.836±0.039
- H0=68.8+1.3−1.6 km s−1 Mpc−1
Die eerste twee hebben betrekking op de sigma-8 spanning, de laatste op de Hubble-spanning – S8 en σ8 staan voor de mate van klonterigheid (Engels: clumpiness) van materie, zowel van gewone materie als donkere materie, de Hubble constante is een maat voor de snelheid waarmee het heelal uitdijt. Met die H0=68.8 km/s/Mpc sluit de SPT goed aan bij de metingen gedaan met de Europese Plancksatelliet en wijkt het af van de Hubble constante zoals gemeten met de Cepheïden en type ia supernovae in het nabije heelal. En daarmee blijft de Hubble-spanning dus in stand.
Meer informatie over de waarnemingen met de SPT-3G aan de CMB is te vinden in het vakartikel van Z. Pan et al, Measurement of gravitational lensing of the cosmic microwave background using SPT-3G 2018 data, Physical Review D (2023).
Bron: Phys.org.
Dit bewijst dus wederom dat Hubble-spanning tussen de 2 meetmethodes feitelijk een constante is (op dit moment in de evolutie van het heelal).
Nee hè, weer een constante erbij, de Hubble-spanning constante. LOL 😀