Gisteren 6 juli om 22.15 uur Nederlandse zomertijd stond de aarde in het aphelium, het punt in zijn elliptische baan dat het verst van de zon verwijderd is. De afstand bedroeg op dat moment 152.093.251 km, dat is 1,017 Astronomische Eenheid. De Zon lijkt nu, vanaf de Aarde gezien, kleiner dan gemiddeld, en hiermee ontvangt de Aarde door de grotere afstand bijna 3,5% minder licht en warmte van de Zon. Hierdoor zijn de zomers op het noordelijk halfrond meetbaar koeler dan die op het zuidelijk halfrond, maar ook ruim een week langer! De Aarde staat dan ook circa 5 miljoen km (2%) verder van de Zon dan bij het perihelium, in januari. Je zal wellicht denken dat het vreemd is dat op dit moment – bij ons zomer – de aarde het verst van de Zon staat en dat je het omgekeerde zou verwachten. Maar dat is te verklaren: de seizoenen ontstaan niet door de wisselende afstand van de aarde tot de Zon, maar door de schuine stand van de aardas (zie de afbeelding hierboven). Bron: Hemel.waarnemen.com.
Speak Your Mind