Een internationaal team van sterrenkundigen heeft met behulp van de Murchison Widefield Array (MWA) radiotelescoop in West-Australië een radiobron aan de hemel ontdekt die elke 22 minuten een puls geeft en dat blijkt ‘ie al meer dan dertig jaar te doen. Ze hebben de bron GPM J1839–10 genoemd. De pulsen zelf variëren in tijd van 30 seconden tot vijf minuten en dan volgt er vervolgens 21,5 tot 17 minuten niets, tot de volgende puls. De periode van puls plus pauze is héél constant, om precies te zijn 1.318,1957 seconde. Dat is net zo nauwkeurig als pulsars, alleen is de ‘klok’ van GPM J1839-10 zo’n duizend keer langzamer. Vervolgens bekeek men gearchiveerde gegevens van de Very Large Array in New Mexico (VS) en wat bleek: deze bron zendt al minstens 33 jaar de pulsen uit, de eerste puls was al in 1988 waargenomen.
Natasha Hurley-Walker (International Centre for Radio Astronomy Research) en haar collega’s vragen zich af wat precies de bron is van deze pulserende radiobron. Je zou wellicht denken aan een signaal van intelligent buitenaardse wezens, zoals ze in 1967 ook dachten toen de allereerste pulsar ontdekten en ze deze de bijnaam Little Green Men 1 (LGM 1) gaven, maar dat lijkt niet waarschijnlijk. In alle frekwenties toont het radiosignaal ruis. Om zo’n breed signaal uit te kunnen zenden heb je ook een enorme zender nodig, eentje van het formaat neutronenster. Vandaar dat men denkt dat het een pulsar is, maar dan wel een bijzondere, want in hun artikel in Nature (zie hieronder de link) schrijven ze dat de bron “below the death line” is, de theoretische limiet hoe neutronensterren radiogolven kunnen produceren. En als het een magnetar is, da’s een pulsar met een zéér sterk magnetisch veld, dan moet het ook een bijzondere zijn, want magnetars kunnen wel radiostraling uitzenden, maar dat duurt maanden tot een paar jaar, géén 33 jaar.
Hier het vakartikel over GPM J1839-10, verschenen in Nature. Bron: Phys.org.
Speak Your Mind