Het fenomeen van de zwaartekrachtlenzen kennen we al tientallen jaren: licht van ver verwijderde objecten, zoals sterrenstelsels, dat door de kromming van de ruimte door tussenliggende zware objecten, zoals clusters van sterrenstelsels, wordt afgebogen en versterkt in de vorm van lichtboogjes. Maar nu heeft men met de Hubble ruimtetelescoop een wel heel bijzondere vorm van dat (door Albert Einstein voorspelde) effect ontdekt: het licht van het sterrenstelsel getooid met de fraaie naam ‘Sunburst Arc‘ (officieel PSZ1 G311.65-18.48 – brrrrr…. gauw vergeten), dat op 11 miljard lichtjaar afstand van de aarde staat, wordt in vier lichtboogjes afgebogen en in die boogjes is het stelsel maar liefst twaalf keer terug te vinden. De afbuiging van het licht wordt veroorzaakt door een tussenliggende cluster van sterrenstelsels, dat op 4,6 miljard lichtjaar afstand staat. En daarnaast wordt het licht van de Sunburst Arc ook nog eens versterkt door de ‘lens-cluster’, tussen de 10 en 30 keer maar liefst.
Door de versterkingen door deze natuurlijke lens, die Hubble (ook een lens) heel veel heeft geholpen, is men in staat om in de Sunburst Arc details te zien van slechts 520 lichtjaren groot – onvoorstelbaar klein voor een sterrenstelsels op 11 miljard lichtjaar afstand. Dankzij waarnemingen als deze kan men meer te weten komen over sterrenstelsels die voorkwamen in de periode van de reïonisatie, toen dankzij de serkte UV-straling van de allereerste sterren in het heelal het neutrale waterstofgas begon te ioniseren. Die periode begon zo’n 150 miljoen jaar na de oerknal, die zelf weer 13,8 miljard jaar geleden begon.
Hier het vakartikel over de waarnemingen aan de Sunburst Arc. Bron: Hubble.
Wat een apart patroon in de spikes van de sterren. Zo te zien zijn groen opnames gedaan met een geroteerde stand tov de rode en blauwe opnames.