27 april 2024

Webb vindt aanwijzingen voor een neutronenster in het supernovarestant van SN1987A

Restant van SN1987A

CREDIT NASA, ESA, CSA, and C. Fransson (Stockholm University), M. Matsuura (Cardiff University), M. J. Barlow (University College London), P. J. Kavanagh (Maynooth University), J. Larsson (KTH Royal Institute of Technology)

Voor het eerst heeft men directe aanwijzingen gevonden dat zich in het midden van het restant van SN1987A, de supernova die in februari 1987 aan de hemel verscheen, een neutronenster bevindt. Op 23 februari 1987 zagen sterrenkundigen een supernova in de Grote Magelhaense Wolk verschijnen, een begeleidend dwergstelsel van de Melkweg, 163.000 lichtjaar van ons vandaan. SN 1987A was een type II ‘core-collapse’ supernova, een zware ster (Sanduleak -69 202, een blauwe superreus) die z’n buitenlagen wegblies en wiens kern implodeerde tot… ja tot wat eigenlijk? Het vermoeden was dat de kern een neutronenster of een zwart gat was geworden. Dat vermoeden baseerde men op een paar neutrino’s die gedurende tien seconden twee uur vóór de explosie zelf, dat wil zeggen twee uur voordat de fotonen (lichtdeeltjes) de aarde bereikten. In de jaren na de supernova heeft men wel een restant van de buitenlagen gezien en daarin heeft men gespeurd naar de neutronenster (of toch zwart gat?), maar tot nu toe was er geen treffer.

Restant van SN1987A

CREDIT: HUBBLE SPACE TELESCOPE WFPC-3/JAMES WEBB SPACE TELESCOPE NIRSPEC/J. LARSSON

Maar nu heeft men met Webb voor het eerst wel degelijk een belangrijke aanwijzing gevonden voor een neutronenster in het restant van SN1987A. Op 16 juli 2022, toen Webb nog maar net wetenschappelijk actief was geworden, keek ‘ie met z’n Medium Resolution Spectrograph (MRS) modus van het MIRI instrument naar het restant en daarmee kon men een spectrum maken. Daarin kon men zien dat er vanuit de kern van het restant emissie van geïoniseerd argon is. Later keek men met Webb’s Webb’s NIRSpec (Near Infrared Spectrograph) in de IFU modus ook naar het restant en zag men opnieuw geïoniseerde elementen, waaronder vijf keer geïoniseerde argon. Om geïoniseerd argon te krijgen heb je zeer energierijke (UV en röntgen) fotonen nodig En daarvoor heb je een bron nodig die dergelijke straling kan produceren…. de neutronenster waar men al sinds 1987 naar op zoek is! Een zwart gat kan dat niet zijn.

Meer informatie vind je in het vakartikel van C. Fransson, Emission lines due to ionizing radiation from a compact object in the remnant of Supernova 1987A, Science (2024). DOI: 10.1126/science.adj5796www.science.org/doi/10.1126/science.adj5796.

Bron: ESA.

Share

Comments

  1. Wel vreemd dat deze jonge neutron ster geen pulsar geworden is, dat uiteraard wel direct herkenbaar is.

    • Een pulsar moet met een magnetische pool op ons gericht staan om ‘m als pulsar te zien.

      • Weet ik June, ik voelde hem al aankomen 🙂 maar dat betekend nog niet dat er van de EM radiostraling via secundaire emissie niets te horen is, maar dan moet men natuurlijk wel gaan goed gaan luisteren. https://en.wikipedia.org/wiki/Secondary_emission en deze https://academic.oup.com/mnrasl/article/519/1/L85/6884153 (als voorbeeld in een andere situatie)

        • Als een pulsar niet op ons gericht is, zien we hem niet als pulsar. Het is geen andere natuurkunde dat een neutronenster tot pulsar maakt, alleen het gegeven dat die straal op aarde gericht staat.

          Je vindt het vreemd dat het geen pulsar geworden is. Maar elke neutronenster is een pulsar voor wie er goed voor staat, in elk geval geldt dat voor jonge neutronensterren, die door de manier van ontstaan en behoud van hoekmoment altijd erg snel roteren. In de meeste gevallen staat de aarde er natuurlijk niet goed voor, er zijn veel mogelijke posities waarin de straal niet zichtbaar is en maar weinig waarin die dat wel is. En het is dus puur op statistiek gegrond eigenlijk helemaal niet zo vreemd dat we geen pulsar zien.

          Ik begrijp daarom niet wat secondary emission ermee van doen heeft. Het is geen pulsar voor ons, en raar is dat niet.

  2. Feitelijk is die ring die we om die pulsar zien het gevolg van breedband diffuse secundaire emissie die de jet bundel induceert door ionisatie, opwarming, Compton scattering, nucleaire reacties etc. in het debris van de explosie. Die jet draait in dit geval inderdaad bijna haaks op de aarde rond en zien we daarom als ovaal. Het heeft er wel degelijk alles mee van doen. zie https://en.wikipedia.org/wiki/Compton_scattering en het eerder aangehaalde GRB artikel.
    Die jet “belicht” dus als een vuurtoren zijn eigen omliggende debris (schokgolf) in de frequentie van de spin van de pulsar dat m.i. detecteerbaar moet zijn in de vorm van breedbandige EM straling zoals we dat ook waarnemen bij een FRB, maar dan uiteraard veel minder intensief en continu als een toontje i.p.v. een enkele puls. De genoemde effecten van dit soort jets zijn in de literatuur welbekend.

    • “Het heeft er wel degelijk alles mee te maken.”

      Nee, het heeft er *niets* mee te maken en al helemaal niet zodra mensen gaan bluffen met “wel degelijk alles” zonder het verband zelf uit te leggen. Het heeft er alle schijn van dat je denkt dat het alsnog een pulsar wordt zodra we alleen maar even die secundaire emissie zien. Dat is niet zo.

      Dus specifiek: hoe ondersteunt de theoretische en/of geobserveerde aanwezigheid van secondaire emissie je uitspraak: “raar dat deze jonge neutronenster geen pulsar is”?

      Ik ben in de volle wetenschap dat het puur toevallig is of een neutronenster een pulsar is en het geen donder met secundaire emissie te maken heeft, maar ja, jij zegt “alles” dus dan verwacht ik ook wel specifieke inhoud en niet wat generieke achtergrond.

      • https://www.eso.org/public/germany/news/eso9001/?lang
        “Is there – or is there not – a pulsar in Supernova 1987A? This is one of the main enigmas in current astrophysical research, and nearly three years after the explosion of the first naked-eye supernova (see eso8704, eso8705, eso8706, eso8711 and eso8802) in four hundred years, the answer is still not known.
        In early February 1989, observations of rapid light fluctuations during a single night were reported [1] tantalizingly hinting at the presence of a blinking pulsar amidst the supernova debris. But, unfortunately, they could not be confirmed and some doubts have been expressed about the reality of these results (eso8902).”

        We zijn nu bezig met een semantische discussie, is een pulsar pas een pulsar als je hem detecteert als pulsar, of is die pulsar geen pulsar omdat je geen pulsen detecteert. Voor mij (ben ik met je eens) is het wel een pulsar die je m.i. op een alternatieve wijze indirect zou kunnen detecteren. Lukt dat niet dan is het volgens de definitie geen pulsar.
        Het bericht van een woordvoerder die reageerde op dit onderzoek dat het geen pulsar is, (mijn 1e post bovenaan) daar had ik dus mijn twijfels over, comprende? Ik zoek het desnoods voor je op June. Mike Barlow zie ik.

Speak Your Mind

*