27 april 2024

Boekrecensie De Ufo’s van Gorredijk van Taede A. Smedes

De Ufo’s van Gorredijk, Taede A. Smedes, credits; Noordboek

Het tijd lijkt te keren hoe er met ufo-waarnemingen om wordt gegaan, de meldingen en getuigenverslagen worden steeds serieuzer genomen, dit is in een notendop de kern van het nieuwe boek van Taede A. Smedes, getiteld ‘De Ufo’s van Gorredijk’. ‘De Ufo’s van Gorredijk is het tweede boek van Taede A. Smedes (1973), godsdienstfilosoof, en schrijver, louter gewijd aan Ufo’s. Zijn eerste boek over Ufo’s heet ‘We zijn misschien niet alleen’. Smedes blikt in dit nieuwe boek terug op de golf aan Ufo’s die waar te nemen was in 1974 aan de hemel boven het Friese dorp Gorredijk. Smedes heeft aan de hand van enkele Nederlandse boeken over Ufo’s, artikelen en ooggetuigenverslagen een (historisch)cultureel en journalistiek boek samengesteld. De ufo-golf van Gorredijk is een van de twee Nederlandse ufo-golven, die ook internationaal wel bekend is. Smedes, geboren in 1973, noemt in de inleiding, inderdaad het gegeven dat hij deze ufo-golf niet persoonlijk heeft meegemaakt, maar dat hij wel zelf op 15-jarige leeftijd een ervaring met Ufo’s gehad. Zijn eigen ervaring heeft hij met name verhaald in ‘We zijn misschien niet alleen’ en nu geeft hij aan de hand van archiefwerk en ooggetuigenverslagen een terugblik met dit nieuwe boek op de opmerkelijke gebeurtenissen in Gorredijk. Dit jaar, in 2024 is het precies 50 jaar geleden dat de ufo-golf plaatsvond, leek Smedes een mooi moment om dit boek uit te brengen. De publicatie wordt gevolgd door een tentoonstelling in het Museum Opstêrlan, in Gorredijk, over deze ufo’s. Smedes tracht met het boek antwoord te krijgen op vragen als; wat was de impact op het persoonlijk leven en op het dorpsleven van de inwoners van Gorredijk, en wat deed het met het dorp zelf..

Gorredijk, of in het Fries De Gordyk en Taede A. Smedes
Gorredijk is het grootste dorp in de gemeente Opstêrland, in de provincie Friesland. Het ligt ten oosten van Heerenveen en telt rond de 7500 inwoners. Gorredijk, een lintdorp, is ook ‘dubbeldorp’ met het aangrenzend buurtschap Kortezwaag. Door het centrum loopt de Opstêrlandse Compagnonsvaart. Het dorp is ontstaan door turfwinning, en, zoals men nu zou zeggen, het was immer een ‘hub’, de economie draaide veelal om invoer, opslag en doorvoer, waaronder veel turf. Gorredijk heeft al eeuwen een woensdagmiddagmarkt, en een voor- en najaarsveemarkt, er zijn enkele monumenten, o.a. molens, zoals de graanmolen ‘De Morgenster’ en Heinze Bakker (1942-2021) en Reina Anema (1993), resp. sportcommentator, en schaatster, zijn enkele bekende namen uit het dorp.

Taede A. Smedes is met recht een duizendpoot, hij is godsdienstfilosoof, theoloog, muzikant/componist en schrijver. Smedes doceert aan de Radboud Universiteit van Nijmegen. Van zijn hand zijn o.a. de boeken ‘God, iets of niets?‘, ‘Thuis in de kosmos’ en ‘We zijn misschien niet alleen’. Het laatstgenoemde boek ging grotendeels over zijn eigen ingrijpende waarneming van Ufo’s in 1988. Maar ook verhaalt hij in dit boek hoe met name na 2017, toen het artikel van Leslie Kean e.a. ‘Glowing Auras and Black Money’ in de New York Times verscheen, waarin geheim onderzoek van het Amerikaanse militair apparaat c.q. overheid onthuld werd, Ufo’s mainstream gingen, zie ook o.a. deze Astroblog.

‘We zijn misschien neit alleen’ Taede A. Smedes, credits; Walburg Press

Met name vanaf dat jaar ging het onderwerp mainstream, en een stortvloed aan artikelen over Ufo’s volgde. Smedes geeft toe dat beide boeken met name een Amerikaanse en Nederlandse insteek hebben. Er is vooral vanuit de VS veel beschikbaar materiaal over de materie, zeker sinds 1947, toen het overbekende ‘Roswell-incident’ plaatsvond. Ook speelt een rol dat de VS nog steeds de grootste militaire defensiemacht bezit en (dus) een grote speler is op het politiek wereldtoneel. Smedes gaat met name in, ook in het nieuwe boek over Ufo’s, hoe er met de ufo-waarnemingen, is omgegaan, welke verklaringen er rondom zijn ontstaan, en waarom meer recente onthullingen van Ufo’s voor zo een doorbraak zorgden in deze materie. Dat Smedes zich op het heikele terrein van de Ufo’s begeeft komt, aldus Smedes, daar er in Nederland, ik citeer, “weinig, gedegen literatuur over Ufo’s te vinden is”, en vanwege, ik citeer, “..het feit dat de Ufo’s, die naar verluidt nog dagelijks door Amerikaanse militairen worden gemeld, al zo lang worden gezien vind ik een sterk maar niet doorgslaggevend argument dat er echt iets aan de hand is.” Vragen als ‘stel dat er inderdaad sprake is van een buitenaardse intelligentie betreffende de Ufo’s, wat dan? En wat als dit niet het geval is, wat zijn de Ufo’s dan wel? worden geponeerd.

Ufo’s als mysterie en ‘Kroelende lampen’, George Adamski en Koningin Juliana
Smedes geeft toe aan het begin van ‘We zijn misschien niet alleen’ dat het lastig is om objectief te blijven met betrekking tot Ufo’s, en zie ook deze Astroblog over dit boek. Hij noemt Ufo’s nog steeds een mysterie. Smedes stelt; “Ik besef dat ik diep van binnen misschien graag zou willen dat ze buitenaards bezoek zijn, maar als academicus ben ik me ook bewust van alle wetenschappelijke argumenten die een dergelijk bezoek op basis van onze huidige stand van wetenschappelijke kennis onwaarschijnlijk maken.” Dit boek en ook het nieuwe boek worstelen a.h.w. met het fenomeen ‘Ufo’, maar Smedes stelt dat hij hoopt dat de boeken bijdragen aan het meer serieus nemen van Ufo’s.

Smedes’ eigen ervaring met Ufo’s startte op 6 november 1988. Smedes, toen 15 jaar oud, zag vanuit zijn ouderlijk huis in Drachten, in de avond vanuit een raam twee lampen, oranje van kleur, en hoe deze, gekomen uit noordelijke richting, uiteindelijk, eenmaal boven zijn hoofd als het ware ‘krioelden’ om ten slotte te verdwijnen in zuidelijke richting. Als hij zijn vader roept, zien ze de objecten wegvliegen. Smedes besluit een ‘ufo-schrift’ bij te houden over zijn ervaring, en er volgen meer ufo-waarnemingen, in verschillende vormen en kleuren. Hij contacteert het Nederlandse Onderzoeksbureau voor Bestudering van Ongeïdentificeerde Vliegende Objecten, NoVoBo, opgericht door Simon Sluis en Gerard Kok. Smedes zet bondig de geschiedenis van de rapportages van Ufo’s in Amerika en Nederland uiteen en bekende personen en organisaties worden aangehaald; van project Sign, tot project Blue Book, Allen J. Hynek (1910-1986), en het Condon-rapport, tot  uiteindelijk het artikel ‘Glowing Auras and Black Money’ van de New York Times, dat het AATIP onderzoek bloot legde.

Smedes benadrukt nog eens hoe inlichtingendiensten als de CIA met name de zogenoemde ‘abductees’, personen die beweerden ontvoerd te zijn door aliens, gebruikt werden, met name in de decennia direct na het Roswell-incident, om burgerinitiatieven m.b.t. Ufo’s de kop in te drukken, en het geheel extra belachelijk te maken. Een bekend voorval in Nederland, is de ontmoeting tussen George Adamski (1891-1965) en de toenmalige Koningin Juliana 1909-2004), om over Ufo’s te spreken. O.a. Colin Bennett, doet in zijn boek ‘Looking for Orthon’ verslag van deze ontmoeting. Ruim een derde van Smedes’ eerste boek over Ufo’s stapt door de Amerikaanse gedocumenteerde geschiedenis van Ufo’s, en bekende en minder bekende ufo-waarnemingen passeren de revue, en ook hier verhaalt Smedes over ‘de Ufo’s van Gorredijk’ en de ‘Ufo’s van Soesterberg’, de twee bekendste ufo-waarnemingen uit Nederland.

De Ufo’s van Gorredijk, ‘Uitzicht op de zee van onwetendheid’
‘De Ufo’s van Gorredijk’ heeft als subtitel ‘een historische constructie van een opmerkelijke ufo-golf in 1974’, en is uitgegeven bij Noordboek. In het vorige boek werd deze ufo-golf al even aangestipt, maar nu gaat Smedes zich in dit nieuwe boek helemaal concentreren op deze ufo-golf. Smedes bouwt een historisch en journalistiek relaas op rond de Ufo’s van Gorredijk. De Ufo’s werden voor het eerst waargenomen op 11 januari 1974, en verschenen met name in de maand februari, de laatste waarneming dateert van 21 september 1974. De Ufo’s verschenen in verschillende kleuren en vormen. Het fotomateriaal is immer vreemd overbelicht, aldus Smedes, of de foto’s zijn verdwenen, en de Ufo’s zijn verder nooit verklaard. Zoals gezegd is deze ufo-golf met de ‘Ufo’s van Soesterberg’ een van de twee Nederlands bekendste ufo-incidenten. In Soesterberg zagen twaalf militairen op 3 februari 1979, om zes uur in de ochtend, een groot, driehoekig vliegend voorwerp, geruisloos overkomen.

Indeling boek en ‘een unieke ufo-golf’
‘De Ufo’s van Gorredijk’
telt 212 bladzijden, en is opgedeeld in een voorwoord, een uitgebreide inleiding, en dan volgen drie delen met dag-tot-dag verslagen van getuigen en archiefmateriaal. Verder is er een bibliografie en twee appendixen. Het grootste deel van het boek is gewijd aan de dagelijkse verslagen, zeg maar, van de ufo-golf. De meeste dateren van de maand februari van 1974. Het voorwoord trapt af met een bijeenkomst in Gorredijk over Ufo’s. Op 6 oktober 2023 komt Anton Teuben, volgens Smedes, een ‘ufo-goeroe’ uit het Groningse Winsum, over de ufo-golf van Gorredijk praten. Maar Smedes meent, dat vanwege Teuben’s uitlatingen, ‘complottheoriën’ ook zijn verhaal over de Gorredijkse Ufo’s met een korrel zout genomen moet worden, en dat Smedes zelf een andere aanpak voorstaat, een verslag zoals neergelegd in zijn nieuwste boek. Smedes wil met dit nieuwe boek zo objectief mogelijk verslag doen van wat er zich afgespeeld heeft boven Gorredijk, en een zo compleet mogelijk verhaal over afleveren. Het idee voor dit boek, kwam op bij Smedes, toen Bram Roza, van Ufo Meldpunt Nederland in 2023 een documentaire maakte over ‘De Ufo’s van Soesterberg’.

De Ufo’s van Gorredijk, de waarnemingen zelf, zijn, aldus Smedes, uniek in meerdere opzichten. Er werden veel Ufo’s waargenomen in een relatief kort tijdsbestek, het gebied van de waarnemingen was beperkt, en het werd door veel mensen waargenomen, en door velen tegelijk. Een groot deel van de waarnemers was verder onbekend met ufo’s of had er in het geheel nooit interesse in gehad. Smedes, claimt, net als in zijn vorige boek niet de aard van de Ufo’s te kennen, en ook niet te stellen dat Ufo’s echt bestaan, laat staan te weten of ze al dan niet buitenaards zijn. Met name wilde hij nu de Gorredijkse ufo-golf goed onderzoeken en documenteren, daar er in Nederland boeken over Ufo’s schaars zijn. En met name op dit moment, worden in de VS zelfs wetten aangenomen, om Ufo’s goed te onderzoeken, vooral met het oog op de nationale veiligheid ‘Ádvanced Aerial Threats’, zie o.a. in deze Astroblog, over het UAP-rapport, en over de Omnibus Spending Bill. Daar is wat voor te zeggen, want de hemel is tegenwoordig een ‘busy place’ met alle man-made objecten als satellieten en ruimtestations enz.  Smedes noemt een tweetal Nederlandse boeken, van Hans van Kampen ‘Ufo’s boven de Lage Landen’, en het boek van Gerard Kok en Roelof Friso, ‘Ufo’s een histosche perspectief’ als bron. En ook het Belgische boek van Koert Broersma en Arie de Snoo ‘Waarnemingen boven Nederland en Belgie‘ is een bron van Smedes.

Geert Meijer en Willem Vlietstra
Naast deze bovengenoemde boeken, is met name de informatie van Geert Meijer uit Gorredijk een goede bron van informatie voor Smedes, zijn werk is in een appendix opgenomen, en ook de verslagen van Willem Vlietstra, 9 schriften, zijn heel belangrijk voor Smedes. Het archief van Meijer was helaas niet toegankelijk voor Smedes, het boek is voor zijn idee dan ook niet helemaal compleet. Geert Meijer was een spil in de gang van zaken rond de ufo-golf, en heeft een bijzondere rol in het geheel. Zoals gezegd, de ufo-verslagen, bijna van alle dagen, beslaan het grootste deel van het boek, maar de inleiding is ook fors, en eigenlijk een samenvatting van wat er in zijn vorige boek verteld werd, alleen aangevuld met meer Nederlandse ufo-waarnemingen, ook uit andere delen van Nederland, zoals de Ann Dolphijn ufo-zaak uit Uden. Verder gaat Smedes ook nog in op het verschil in reactie tussen het Nederlandse en het Amerikaanse publiek op Ufo’s zeg maar, en stelt dat de aandacht voor Ufo’s met name groeide vanaf het jaar 1960, toen de ruimtevaart een vlucht nam, en het ‘buitenaardse’ aspect van Ufo’s als mogelijke verklaring meer uitgelicht werd. Smedes vertelt nog meer over de achtergrond van NoVoBo, en mogelijke andere verklaringen van de ufo-golf in Gorredijk, dit is bijzonder onderhoudend om te lezen, alsook werpen deze alternatieve verklaringen een wat ander licht, op de zaak.

Hoe zit het dan wel?
Smedes stelt dat, ook hij, na al zijn ervaringen, onderzoek en interviews, er ook nog niet achter gekomen wat de aard van het fenomeen ‘Ufo’ nu is. Wat de ‘aard van het ‘Ufo-beestje’ nu is kan hij niet zeggen, het blijft een mysterie. Smedes wil er ook niet vanuit gaan, dat het iets buitenaards is maar, aldus Smedes “Hoe zit het dan wel? Ook ik ben er niet uit, en net als Mack [John Mack, Harvard, psychiater, Ufo-abductee onderzoeker 1929-2004], vrees ik dat we er misschien nooit uit zullen komen. Ik houd er sterk rekening mee dat onze op aarde geëvolueerde breinen helemaal niet in staat zijn om te bevatten wat zich hier afspeelt.” En dat laatste is een opmerking die mij persoonlijk zeer kan bekoren, ook ik denk dit vaak, kan een mens het wel bevatten wat zich hier afspeelt, maar ik ga dan altijd terug naar het werk van Jacques Vallée die ooit stelde, “If [the Ufo phenomenon] bypasses all levels of society, and at the same time implants deep within that society far reaching doubts concerning its basic philosophical tenets, there is a method to this madness.” Het boek ‘De Ufo’s van Gorredijk’ is voor allen die geïnteresseerd zijn in Ufo’s een absolute aanrader, verzorgd, onderhoudend, het verrast en geeft een compleet beeld van de Ufo-golf boven Gorredijk! Bronnen; De Ufo’s van Gorredijk, We zijn misschien niet alleen, Taede A. Smedes, Omrop Fryslân

Share

Comments

  1. Wat oudere opnames uit 1974.

    Jan de Vries: ‘’Ik heb ze ook zien vliegen. (..) Ik heb er geen verklaring voor.’’

    Er is een aanvullende documentaire in de Astrocorner.

  2. Hoi Angele,

    Ontzettend bedankt voor deze prachtige, uitgebreide bespreking. Echt om rode oortjes van te krijgen… En je hebt mijn vorige boek ook al zo uitgebreid besproken!

    Klein detail: Willem heet geen “Vliegstra”, maar zijn achternaam is “Vlietstra”.

    Met vriendelijke groet, Taede Smedes

    • Angele van Oosterom zegt

      Hoi Taede,

      Geen dank, graag gedaan! Ja, een fraai boek, maar inderdaad vast een hele klus.

      En ja, er was van mijn kant wel enig geworstel op de ’typemachine’ met de Friese namen..

      Succes met de tentoonstelling in Gorredijk, leuk initiatief!

      Vriendelijke groet,

      Angele

  3. Dat men interesse heeft in buitenaardse verschijnselen is vanzelfsprekend. Maar koppel het niet aan bestaan van buitenaards leven. Statistisch gezien is het zelfs waarschijnlijk. O.b.v. de universele Natuurwet is het onmogelijk (zie natuurwet.nl, module ‘Leven – Buitenaards’. Het vereist wel een ‘snappertje’.

Speak Your Mind

*