27 april 2024

Webb ziet veel meer Melkweg-achtige sterrenstelsels in het vroege heelal dan gedacht

Onderzoek door sterrenkundigen met de Webb ruimtetelescoop laat zien dat er in het vroege heelal al veel meer Melkweg-achtige sterrenstelsels waren dan gedacht. De sterrenkundigen – onder andere van de Universiteit van Manchester en de Universiteit van Victoria in Canada en onder leiding van Leonardo Ferreira – deden het onderzoek naar de stelsels om te kijken welke vorm ze hadden.

Waarnemingen met Hubble (links) en Webb (rechts) aan vroege sterrenstelsels. Credit: L. Ferreira, C. Conselice

Eerder onderzoek met de Hubble ruimtetelescoop (voorganger van Webb) had laten zien dat de stelsels in het vroege heelal onregelmatige en merkwaardige vormen hadden. Maar Hubble kon de echte vormen gewoonweg niet goed zien omdat de stelsels zo ver weg staan en Webb heeft een veel scherpere resolutie. Daarmee kon Webb zien dat de meeste sterrenstelsels in het vroege heelal, waarvan het licht soms meer dan tien miljard jaar nodig heeft gehad om ons te bereiken, net als de Melkweg plat waren, roteerden om een kern en vaak in het bezit waren van spiraalarmen. En dat is best opvallend, want men dacht juist dat die Melkweg-achtige sterrenstelsels te fragiel zijn om in die tijd voor te komen, omdat er vaak botsingen optraden, hetgeen de delicate structuren van de ‘pannenkoek-stelsels’ zou kunnen verstoren en je eerder de onregelmatige stelsels zou verwachten, die Hubble meende te zien. De waarnemingen met Webb laten zien dat in het vroege heelal (met roodverschuivingen 1,5 < z < 6,5) het aantal schijfstelsels tien keer hoger was dan men eerder op basis van de Hubble waarnemingen inschatte. Men dacht dat Melkweg-achtige stelsels pas verschenen toen het heelal zes miljard jaar was, maar dat klopt dus niet en dat betekent dat de heelalmodellen weer moeten worden herzien. Het laat zien dat al vroeg in het heelal sterrenstelsels structuur konden vormen en dat stelsels à la de Melkweg de meest voorkomende stelsels konden worden. De meeste sterren kwamen ook voor in dit soort stelsels. Dit heeft ook implicaties voor de theorieën van de donkere materie, waarvan wordt gedacht dat die met hun zwaartekrachtswerking het geraamte vormden van de sterrenstelsels.

Meer informatie vind je in het vakartikel van Leonardo Ferreira et al, The JWST Hubble Sequence: The Rest-frame Optical Evolution of Galaxy Structure at 1.5 < z < 6.5The Astrophysical Journal (2023).

Bron: Universiteit van Manchester.

Share

Comments

  1. In 2015 schreef ik op mijn website:
    https://alternatiefoerknaltheorie.nl/wat-kunnen-we-in-de-toekomst-verwachten/

    Naarmate er meer gevoelige instrumenten worden gebruikt zal het aantal ontdekte volwassen sterrenstelsels toenemen. Het zal blijken dat ook op afstanden die dicht tegen de 13,8 miljard lichtjaar afstand liggen volwassen sterrenstelsels bestaan.

    Wordt het niet tijd dat we ons achter de oren gaan krabben.

  2. Henk, maak je geen zorgen over dat ‘achter de oren krabben’. De sterrenkundigen zijn voortdurend bezig om waarnemingen en modellen naast elkaar te leggen en te kijken waarin ze verschillen. Geven de waarnemingen andere resultaten dan de voorspellingen op basis van de modellen dan moeten de modellen worden aangepast, zo werkt de wetenschappelijke methode van verificatie en falsificatie.

Speak Your Mind

*