De Europese ruimtetelescoop Euclid, die op 1 juli vorig jaar werd gelanceerd, is nu officieel begonnen met z’n onderzoek aan ‘het donkere heelal’. Komende zes jaar gaat Euclid miljarden sterrenstelsels waarnemen, variërend in tijd van nu tot tien miljard jaar geleden. Hij heeft een camera met een groot beeldveld – dat zijn de 36 detectoren van Euclid’s VIS instrument (zie de afbeelding hieronder) – en daarmee gaat ‘ie telkens opnames maken van 70 minuten, waar gemiddeld zo’n 50.000 sterrenstelsels op staan.
Naast foto’s maakt Euclid dan ook spectra van alle sterrenstelsels. Na die 70 minuten schuift Euclid z’n beeldveld iets op, hetgeen vier minuten duurt en dan wordt de volgende opname van 70m gemaakt. En dat dan in totaal meer dan 40.000 keer, waarmee pakweg 1/3 van de hele hemel komende jaren in beeld wordt gebracht (zie de afbeelding bovenaan). Zo wil men van minstens 1,5 miljard (!) sterrenstelsels de gegevens verzamelen en daarmee komen tot een driedimensionaal beeld van de verdeling van donkere materie in het heelal. Ook wil men dan meten wat precies de geometrie van het heelal is, d.w.z. wat de vorm/kromming van de ruimte is, of die positief, negatief of vlak is.
Na de lancering en aankomst van Euclid bij Lagrangepunt L2 (waar o.a. Webb zich ook bevindt) is men de ruimtetelescoop gaan testen en toen stuitte men op een groot probleem. Het bleek dat Euclid’s visible instrument (VIS) een klein beetje zonlicht opving, ondanks dat het zonnescherm toch helemaal naar de zon was gericht. Na flink puzzelen was de oplossing dat Euclid in een kleine hoek moest worden gedraaid ten opzichte van de oorspronkelijke ‘zone of avoidance’. Het oorspronkelijke waarneemplan moet geheel worden herzien, maar dat is inmiddels gebeurd.
Voor resultaten van Euclid’s waarnemingen hoeven we niet zes jaar te wachten, want tussentijds komen er ‘data releases’, zoals de eerste in de lente van 2025 met ‘deep field observations’. Zomer 2026 komt er een eerste grote release met kosmologische data. Wat Euclid komende weken waarneemt zie je hierboven weergegeven, de gele vlekjes in de afbeelding. Bron: ESA.
‘Euclid zal niet het gewenste resultaat opleveren’ luidt mijn voorspelling als natuurfilosoof.
Ook ongewenste resultaten zijn gewenst Wim, omdat die een foute theorie ontkrachten en men verder op zoek moet naar een correcte theorie die beantwoord aan de resultaten of juist die gevonden meetresultaten ontkracht. Zo werken de natuurwetenschappen. Natuurfilosofen daarentegen produceren geen wetenschappelijke bewijsvoering als ze iets niet begrijpen en dit zonder enige kennis gaan verklaren. Alle atomisten zijn dan ook (op 1 na) al meer dan 2500 jaar geleden uitgestorven. Zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Atomisme_%28natuurfilosofie%29
Ik doe niet aan taalfilosofie. Men kan mij inderdaad rangschikken onder de atomisten. Ofwel filosofen die uitspraken doen over het kleinst concrete. De natuurfilosofen van 2500 jaar geleden gingen uit van het atoom als kleinst concrete. Als kleinst concrete ga ik uit van het Natuurdeeltje (Plancdeeltje). Voor het overige geldt: de tijd zal het leren.
Aan deze voorspelling is onlosmakelijk de voorspelling gekoppeld, vermeld in https://www.astroblogs.nl/2014/06/12/satellietstelsels-gehoorzamen-niet-aan-het-standaardmodel/#comment-65072
Lekker makkelijk, Wim.
1. “Gewenst.” Je hebt niets gespecificeerd, dus is het eenvoudig om dat achteraf te doen tot het ergens mee past.
2. Je geeft geen enkele context of methode voor je uitspraak.
3. “[ik] als natuurfilosoof”. Da’s een drogreden, een beroep op autoriteit, en tevens een misleidende presentatie van jezelf.
Waarom misleidend? De term natuurfilosoof kan verwijzen naar mensen die filosofische vragen stellen over de aard van de natuur en de relatie tussen mens en natuur. Maar die diepe vragen stel je niet (ook niet in je werk), en ook mogelijke antwoorden blijven achterwege. Je bent niet echt een natuurfilosoof als je enige bijdrage aan de natuurfilosofie eruit bestaat dat je jezelf zo labelt.
Waarom val ik over dat beroep op autoriteit? In de astrofysica is de mening van natuurfilosofen niet relevanter dan die van, ik noem maar, dierenartsen of advocaten. En andersom natuurlijk evenmin.
Maar er is meer. Want jij vindt de wetenschappelijke methode totaal onnodig zodra het je eigen werk betreft. Hiermee zet je jezelf buitenspel. Jouw uitspraken vallen per definitie buiten de criteria waar wetenschap wel aan moet voldoen (zoals testbaarheid, observatie, reproduceerbaarheid…) en zijn dus gewoon niet van toepassing. Nooit en nergens. Ook niet als ze juist blijken.
4. Het is natuurlijk helemaal geen voorspelling, jouw postmoderne not-even-wrong-benadering voorspelt zelf helemaal niets. Je slaat er gewoon een totaal willekeurige en volkomen incompetente slag naar.
Zoals ik zei, lekker makkelijk.
Doet-iet het of doet-het niet. Hier nu ziet spectalculaire beelden van EUclid van 13 jar geleden…
Zeg nou gewoon wat er aan de hand is.
ehhh… 13 jaar geleden was Euclid nog niet gelanceerd hoor. Waar heb je het over?